8 Bedienings- en weergavefuncties
16 Installatiehandleiding multiMATIC 0020198205_02
8.7 ZONE1
8.7.1 Zone deactiveren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Zone geactiveerd
– Met deze functie kunt nu de zone deactiveren die u niet
nodig hebt.
Alle aanwezige zones verschijnen op het display, als de aan-
wezige CV-circuits in de functie Soort circuit geactiveerd
zijn.
Soort circuit instellen (→ Pagina 13)
8.7.2 Dagtemperatuur instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Dagtemperatuur
– Met deze functie kunt u de gewenste dagtemperatuur
van de zone instellen.
8.7.3 Nachttemperatuur instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Nachttemperatuur
– Met deze functie kunt u de gewenste nachttemperatuur
van de zone instellen.
De nachttemperatuur is de temperatuur waarop de verwar-
ming in tijden van geringe warmtebehoefte (bijv. 's nachts)
verlaagd moet worden.
8.7.4 Kamertemperatuur aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Kamertemperatuur
– Als de thermostaat buiten de warmteopwekker gemon-
teerd en aan een zone toegewezen is, dan kunt u de ac-
tuele kamertemperatuur aflezen.
De thermostaat heeft een ingebouwde temperatuurvoeler die
de kamertemperatuur bepaalt.
8.7.5 Zone toewijzen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Zonetoewijzing
– Met deze functie wijst u het toestel (thermostaat of af-
standsbediening) dat in de zone is geïnstalleerd, toe aan
de geselecteerde zone. De regeling gebruikt bovendien
de kamertemperatuursensor van het toegewezen toestel.
Als u een afstandsbediening toegewezen hebt, gebruikt de
afstandsbediening alle waarden van de toegewezen zone.
Als u geen zonetoewijzing uitvoert, dan is de functie Binnen-
compensatie buiten werking.
8.7.6 Status van de zoneklep aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Status zoneklep
– Met deze functie kunt u de actuele status van de zone-
klep (open, dicht) aflezen.
8.8 Warmwatercircuit
8.8.1 Boiler instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie
[Warmwatercircuit ----] → Boiler
– Met deze functie kunt u een boiler voor het warmwatercir-
cuit activeren of deactiveren.
Als een boiler aan de CV-installatie aangesloten is, moet de
installatie altijd op actief ingesteld zijn.
8.8.2 Gewenste aanvoertemperatuur van het
warmwatercircuit aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Warmwatercircuit ----] → Gew. aanvoertemp.
– Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van warmwatercircuit aflezen.
8.8.3 Gewenste boilertemperatuur instellen
(warm water)
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie
[Warmwatercircuit ----] → Warm water
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [CV-
CIRC1 ----] → Warm water
– Met deze functie kunt u de gewenste temperatuur voor
een aangesloten warmwaterboiler (Warm water) vastleg-
gen. Stel aan de thermostaat de gewenste temperatuur
zo in dat de warmtebehoefte van de exploitant net gedekt
wordt.
8.8.4 Werkelijke temperatuur van de boiler
aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie
[Warmwatercircuit ----] → Werk. boilertemp.
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [CV-
CIRC1 ----] → Werk. boilertemp.
– Met deze functie kunt u de gemeten boilertemperatuur
aflezen.
8.8.5 Status van de boilerlaadpomp aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie
[Warmwatercircuit ----] → Boilerlaadpomp
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [CV-
CIRC1 ----] → Boilerlaadpomp
– Met deze functie kunt u de status van de boilerlaadpomp
(aan, uit) aflezen.
8.8.6 Status van de circulatiepomp aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie
[Warmwatercircuit ----] → Circulatiepomp
– Met deze functie kunt u de status van de circulatiepomp
(aan, uit) aflezen.
8.8.7 Dag voor legionellabeveiligingsfunctie
vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie
[Warmwatercircuit ----] → Legionellabev. dag