7
Montage en reparatie
•
Controleer of het toestel geschikt is
voor de juiste gassoort en netspan-
ning ter plaatse.
•
De installatie-, afregel- en reparatie-
werkzaamheden mogen uit veilig-
heidsoverweging alleen door een
erkend installatiebedrijf uitgevoerd
worden.
•
Gebruik bij reparatie alleen origi-
nele Vaillant onderdelen.
•
Sluit bij werkzaamheden aan het
toestel altijd de gas en waterstop-
kraan.
•
Maak bij werkzaamheden aan het
toestel het toestel altijd spannings-
loos.
•
Trek nooit de stekker aan het snoer
uit de contactdoos.
Opstellingsruimte
•
Installeer het toestel bij voorkeur in
een vorstvrije ruimte;
•
zorg voor voldoende ventilatie in
de opstellingsruimte;
•
hang geen kleding of dergelijke
voor de ventilatieopeningen;
•
gebruik geen licht ontvlambare stof-
fen in de nabijheid van het toestel;
•
plaats geen andere voorwerpen of
toestellen in de opstellingsruimte
die de werking nadelig beïnvloe-
den;
•
gebruik geen spuitbussen, oplos-
middelen, chloorhoudende reini-
gingsmiddelen, verf of lijm in de
nabijheid van het toestel.
Inspectie, controle en
onderhoud
•
Laat minimaal éénmaal per jaar het
toestel door een erkende installa-
teur of onderhoudsbedrijf controle-
ren of een onderhoudsbeurt nood-
zakelijk is;
•
sluit voor onderhoud eventueel een
contract af met een installateur of
onderhoudsbedrijf.
Let op!
•
De onderhoud, controlen en repara-
tie aan uw verwarmingstoestel moe-
ten door een erkend installatiebe-
drijf uitgevoerd worden.
•
Het niet uitvoeren van onderhoud/
inspectiebeurt kun de bedrijfsveilig-
heit verminderen en persoonlijke
ongelukken en materiële schade
veroorzaken.
Wijzigingen
Wijzig zelf niets aan of in:
•
het toestel;
•
de toevoerleidingen voor gas,
water en elektriciteit;
•
de CV-installatie;
•
de verbrandingsluchttoevoer;
•
de verbrandingsgasafvoer;
•
bouwkundige voorzieningen in de
nabijheid van het toestel, die de
werking van het toestel nadelig kun-
nen beïnvloeden.