7Gebruiksaanwijzing thermoCOMPACT 0020055068_00
instelbare tijdprogramma's. Stel de kamertemperatuur
tijdens de minimale-temperatuurtijden ca. 5 °C lager in
dan tijdens de maximale temperatuurtijden.
Met een afkoeling van meer dan 5 °C bespaart u niet
meer energie, aangezien dan voor de volgende maxima-
le temperatuurperiode een hogere verwarmingscapaci-
teit nodig zou zijn. Alleen bij langere afwezigheid, zoals
bv. vakantie, loont het zich de temperatuur verder te
verlagen. Let er echter wel op, dat er in de winter vol-
doende vorstbeveiliging is gegarandeerd.
Kamertemperatuur
Stel de kamertemperatuur niet hoger in dan net vol-
doende is om u comfortabel te voelen. Iedere graad
daarboven betekent een hoger energieverbruik van on-
geveer 6 %.
Houd bij het instellen van de kamertemperatuur ook re-
kening met het gebruik van de kamer. Zo is het bijvoor-
beeld in het normale geval niet nodig slaapkamers of
weinig gebruikte kamers op 20 °C te verwarmen.
Instellen van de bedrijfsfunctie
In het warme jaargetijde, als de woning niet hoeft te
worden verwarmd, adviseren wij de verwarming op zo-
mermodus te zetten. De CV-functie is dan uitgeschakeld,
maar het toestel en de installatie blijft in werking voor
de warmwaterbereiding.
Gelijkmatig verwarmen
Vaak wordt in een woning met centrale verwarming
slechts één kamer verwarmd. Via de oppervlaktes die
deze kamer omgeven, zoals wanden, deuren, ramen, pla-
fond en vloer worden onverwarmde aangrenzende ka-
mers ongecontroleerd meeverwarmd en gaat er onbe-
doeld warmte-energie verloren.
Het vermogen van de radiator in deze ene verwarmde
kamer is voor een dergelijk gebruik niet meer voldoende.
Het gevolg is dat de kamer niet meer voldoende wordt
verwarmd en deze onbehaaglijk koud aanvoelt (hetzelfde
effect ontstaat als er deuren openstaan tussen de ver-
warmde kamer en niet of beperkt verwarmde kamers).
Dit is verkeerde zuinigheid: de verwarming staat aan en
toch is het in de kamer niet behaaglijk. Een groter ver-
warmingscomfort en een meer efficiënt gebruik wordt
bereikt als alle kamers in een woning gelijkmatig en in
overeenstemming met het gebruik worden verwarmd.
Thermostatische radiatorkranen en
kamerthermostaten
Thermostaatkranen op alle radiatoren houden de een-
maal ingestelde kamertemperatuur exact aan. Met be-
hulp van (thermostatische) radiatorkranen in combinatie
met een kamerthermostaat (of weersafhankelijke ther-
mostaat) kunt u de kamertemperatuur aanpassen aan
uw individuele behoeftes en bent u zeker van een effi-
ciënt gebruik van uw CV-installatie.
Zo werkt een thermostaatkraan: als de kamertempera-
tuur boven de op de voelerkop ingestelde waarde stijgt,
sluit de thermostaatkraan automatisch en bij het dalen
onder de ingestelde waarde opent deze weer.
Thermostaten niet afdekken
Zorg ervoor dat uw thermostaat niet wordt afgedekt
door meubels, gordijnen of andere voorwerpen. De cir-
culerende kamerlucht moet ongehinderd kunnen worden
gedetecteerd. Afgedekte (thermostatische) radiatorkra-
nen kunnen met afstandsvoelers worden uitgerust en
blijven daardoor werken.
Ventileren van de woning
Open tijdens het verwarmen de ramen alleen om te ven-
tileren en niet om de temperatuur te regelen. Het raam
gedurende korte tijd helemaal openzetten is effectiever
en bespaart meer energie dan een langdurig op een kier
openstaand raam. Daarom adviseren wij de ramen gedu-
rende korte tijd volledig te openen. Sluit tijdens het ven-
tileren alle in het vertrek aanwezige thermostaatkranen
of stel een aanwezige kamerthermostaat in op minimale
temperatuur.
Door deze maatregelen is voldoende ventilatie gegaran-
deerd, zonder onnodige afkoeling en energieverlies
(bv. door onbedoeld inschakelen van de verwarming tij-
dens het ventileren).
Gepaste warmwatertemperatuur
Het warme water dient slechts zover opgewarmd te wor-
den als het voor het gebruik nodig is. Elke verdere op-
warming leidt tot onnodig energieverbruik; warmwater-
temperaturen van meer dan 60 °C veroorzaken boven-
dien in versterkte mate kalkaanslag.
Bewust omgaan met water
Door bewust om te gaan met water kunnen de verbruiks-
kosten duidelijk dalen.
Bijvoorbeeld douchen in de plaats van een bad te
nemen:
terwijl voor een bad ca. 150 liter water nodig is, heeft
een met moderne, waterbesparende kranen uitgeruste
douche slechts ca. een derde van deze hoeveelheid
nodig.
Overigens: een druppelende waterkraan verspilt tot
2000 liter water, een lekkende toiletspoeling tot
4000 liter water per jaar. Daarentegen kost een nieuwe
pakking slechts een paar cent.
Instelling van de warmstartfunctie
(alleen voor toesteltypes VCW)
De warmstartfunctie levert direct warm water met de
gewenste temperatuur zonder opwarmtijden te hoeven
afwachten. Hiervoor wordt de warmwater-warmtewisse-
laar op een vooraf ingesteld temperatuurpeil gehouden.
Zet de temperatuurkeuzeknop niet hoger dan de beno-
digde temperatuur om energieverlies te voorkomen. Als
u langere tijd geen warm water nodig hebt, adviseren wij
voor verdere energiebesparing de warmstartfunctie uit
te schakelen.
Aanwijzingen voor het gebruik 3