Controleer voor elke rit:
• De remmen (met inbegrip van de parkeerrem)
• De bandenspanning (advies: 3 bar)
• De verlichting
• Dat alle onderdelen goed vastzitten
• Dat de accu voldoende is opgeladen
Neem contact op met uw dealer en gebruik uw scootmobielfiets niet zodra u tijdens de
controle onregelmatigheden constateert!
Zoals met alle mechanische onderdelen is de scootmobielfiets onderhevig aan slijtage en
hoge belastingen. Als een component bezwijkt, kan dit zeer gevaarlijke situaties tot gevolg
hebben en leiden tot schade of letsel aan de gebruiker van de scootmobielfiets. Iedere
vorm van scheuren, krassen of verandering van kleur in zwaar belaste delen van een
component, is een indicatie dat het onderdeel vervangen moet worden.
Aandachtspunten tijdens het fietsen
Nadat u de scootmobielfiets heeft afgesteld op de afmetingen van de berijder kunt u de
scootmobielfiets gaan gebruiken.
De driewieler heeft een heel andere rijervaring dan een fiets met twee wielen!
Oefen vooral met het besturen van bochten en met het remmen, omdat een driewieler
tegengesteld kan reageren dan u zou verwachten. Het kan zijn dat het achterwiel aan de
binnenzijde loskomt van de grond bij het nemen van een scherpe bocht. Om dit te
voorkomen, kan de berijder met het lichaam naar de binnenzijde van de bocht gaan
hangen.
Eén van de remhendels (meestal de rechter) bedient de rem op het voorwiel. Hierbij is
extra voorzichtigheid geboden, omdat bij te krachtig remmen het voorwiel kan blokkeren,
wat tot een valpartij kan leiden. De berijder dient vertrouwd te zijn met gedoseerd remmen
van het voorwiel!