POWX153 NL
Copyright © 2020 VARO P a g i n a | 9 www.varo.com
▪ Zorg dat u alle accessoires en gereedschappen hebt voor assemblage en gebruik.
▪ Zorg ervoor dat u geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen draagt.
▪ Zorg ervoor dat er zich geen onbevoegden, vooral kinderen en dieren, in de nabijheid
bevinden of het werkgebied zouden kunnen binnenkomen.
▪ Zorg ervoor dat de machine vrij is van beschadigingen en er geen slijtage aanwezig is.
▪ Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen en accessoires aanwezig zijn en correct
gemonteerd zitten.
▪ Controleer dubbel dat alle montagegereedschappen werden verwijderd voordat u de
machine gebruikt.
▪ Voer periodiek controles van de machine uit; gebruik ze niet wanneer u twijfels hebt over
de geschiktheid voor haar bestemd gebruik.
8 GEBRUIK
▪ Gebruik eerst afvalmateriaal om uw vaardigheid te oefenen en de machine te leren
beheersen.
▪ Stel bij volledige doorboring de tafel zodanig op dat de boor in de middenopening uitkomt.
Markeer deze positie eventueel op de voorzijde van de kolom en de tafel, in geval u de
tafel op een later tijdstip opnieuw in de middenpositie wilt plaatsen.
▪ Klem het werkstuk stevig vast. Elke kanteling, draaiing of verschuiving leidt niet alleen tot
een ruw boorgat, maar vergroot ook het risico dat de boor afbreekt.
▪ Gebruik een stuk afvalhout als ondergrond. Dit verkleint de kans op versplinteren van het
werkstuk en beschermt de punt van de boor.
▪ Leg platte werkstukken op een houten ondergrond en klem ze stevig tegen de tafel aan
zodat ze niet kunnen gaan draaien. Ondersteun werkstukken die onregelmatig van vorm
zijn en niet plat op de tafel neergelegd kunnen worden.
▪ Gebruik de lifthendels om de boorlift naar beneden te brengen. Drijf de boor behoedzaam
het werkstuk in.
▪ Boor langzaam wanneer de boor op het punt staat door het werkstuk heen te gaan. Zo
voorkomt u dat het ondervlak gaat splinteren.
8.1 Een machineklem gebruiken (machineklem niet meegeleverd) (Fig. 11)
▪ Waarschuwing: de boormachine mag nooit gebruikt worden zonder dat het
werkstuk stevig door een machineklem wordt vastgehouden of direct op de
boortafel (8) is vastgeklemd.
▪ De boortafel (8) is ontworpen om verschillende modellen machineklemmen rechtstreeks
op de boortafel (8) te kunnen monteren.
▪ Zet de klem altijd op de tafel (8) vast met bouten, tussenringen en moeren.
▪ Wanneer de boor in een werkstuk vastloopt, kan een niet-vastgezette klem
oncontroleerbaar meedraaien wat ervoor kan zorgen dat de boor breekt en mogelijk de
gebruiker verwondt (Fig. 11).
8.2 De 3-kakenboorkop gebruiken (Fig. 12)
▪ Kies de vereiste boor.
▪ Open de kaken en stop de boorschacht centraal in de boorkop (9).
▪ Draai met de hand aan de boorkop (9) totdat de kaken de boor grijpen.
▪ De boorkop (9) heeft rondom 3 openingen. Ga met de boorkopsleutel van opening naar
opening en gebruik in alle drie de openingen een gelijkmatig aanspanmoment. Ga verder
met een gelijkmatig aanspanmoment tot de boor vastzit.
▪ Zet niet overmatig vast omdat het anders moeilijk zal zijn om de boor te verwijderen (Fig.
12).
▪ NOTA: verwijder de boorkopsleutel vóór het boren.
▪ Op deze machine kunnen verschillende boren gebruikt worden, afhankelijk van het
werkstukmateriaal en vereiste toepassing.