POWXG6305 NL
Copyright © 2020 VARO Pagina | 9 www.varo.com
volledig opgeladen is, zal het statuslampje traag knipperen (om de 2 seconden).
5. Het duurt ongeveer 90 minuten om de batterij volledig op te laden.
7.4 De perimeterdraad installeren (Fig. 3, Fig. 4 en Fig. 5)
De draad bepaalt de grenzen van het maaigebied. Alles binnen het door de draad
afgebakende gebied behoort tot het maaigebied, alles buiten dit gebied behoort niet tot het
maaigebied. De draad dient ook om obstakels aan te geven en ze van het maaigebied uit te
sluiten.
1. Geleid het uiteinde van de perimeterdraad doorheen de groef aan de voorkant en
onder het laadstation tot het er aan de andere kant weer uitkomt (Fig. 3).
2. Strip voorzichtig ongeveer 10 – 15 mm isolatie van de draad af.
Nota: hou aan het begin en uiteinde van de draad 15 – 20 cm vrij om met de
draad te kunnen werken.
3. Sluit de draad aan op de rechteraansluiting (zwart, B) van het laadstation (Fig. 4).
4. Begin de draad in wijzerzin te plaatsen vanaf het laadstation (Fig 5). Wikkel de
draad van de spoel, trek hem aan en zet hem met een haring vast. Gebruik een
hamer om hem in het gras vast te zetten. Zorg ervoor dat de draad recht is en in lijn
met de groef van het laadstation 1,5 m recht vooruit loopt.
5. Aanbevolen afstand tussen de haringen is 50 tot 75 cm (max.).
6. Ga verder met de draad rondom het maaigebied te plaatsen.
7. Voor een nauwkeuriger perimeter, raden we aan om minder dan 75 cm tussen de
haringen te laten wanneer u de draad rond voorwerpen aanlegt (zoals
bloembedden, struiken, bomen en andere items).
Losliggende draad kan tijdens het maaien doorgesneden worden. Zorg ervoor
dat de draad plat op de grond ligt. Gebruik extra haringen waar de draad
speling vertoont. Span de draad op voordat u de volgende haring plaatst
(wanneer u enkele vingers onder de draad kunt stoppen, is hij niet strak
genoeg aangespannen). Verhoog het aantal haringen in de hoeken.
Nota: wanneer het maaigebied grenst aan een vlak pad of een oppervlak dat
gelijk ligt met het grasveld, dan kan uw robotmaaier hierover rijden. In
dergelijke gevallen kan de perimeterdraad tot aan de rand van het grasveld
worden gelegd (ong. 10 cm). Dit is niet van toepassing op grind omdat uw
robotmaaier hierbij een steen kan raken of in het grind vast kan komen te
zitten (hier moet de afstand van 35cm aangehouden worden).
Nota: wanneer u de draad rondom de omtrek van een vijver legt, moet de
afstand tussen de draad en de rand van de vijver om veiligheidsredenen meer
dan 75 cm bedragen. In het geval van spanningsuitval zal uw robotmaaier pas
stoppen nadat hij gedurende 50 cm de draad niet heeft opgemerkt.
Nota: onthoud dat er bij het afbakenen van voorwerpen/plantenvelden
minstens 60 cm afstand tussen twee perimeterkabels moet zijn. Een kortere
afstand kan interferentie veroorzaken.
Nota: plaats de draad niet op een helling (max. 17° of 30 %) of uw maaier kan
makkelijk uit het gebied glijden.