VRIJLOOP
• Zet de hendel van de motorvergrendeling op vrijloop (zie markering). Motor en aandrijving worden
van elkaar gescheiden. U kunt de Scooter nu duwen.
• Zet de hendel van de motorvergrendeling op rijden. Motor en aandrijving worden met elkaar
verbonden. De Scooter kan nu alleen door de elektronica worden bestuurd.
L De vrijloop nooit activeren terwijl u rijdt.
L Het elektronisch rijden alleen met vergrendelde motor/aandrijving gebruiken omdat anders de
motor warm loopt.
ZIT
Afneembare zit (afb. D)
• Trek de zithendel (rood) naar boven.
• Trek de zit naar boven uit.
Vergrendelen van de zit (afb. D)
Om de zit te monteren gaat u omgekeerd te werk.
• Plaats de zithouder op de zitgeleider en laat deze tot de aanslag laten zakken (dit gaat
gemakkelijker wanneer u de zit lichtjes heen en weer draait).
• Wanneer de vergrendeling hoorbaar vastklikt, moet de zithendel (rood) horizontaal staan.
Wanneer deze nog is aangetrokken, is de zit niet goed vergrendeld.
Draaibare zit (afb. D)
• Trek de zithendel (rood) naar boven.
• Draai de zitting in de gewenste richting.
• Laat de zithendel los. De zitting wordt telkens
na 90° vergrendeld.
Diepteverstelling (afb. D)
• Trek de hendel van de zitdiepteverstelling naar boven.
• Schuif de zit naar voren of naar achteren.
• Laat de hendel los. De zitting wordt telkens in de gewenste stand vergrendeld.