Diepte-instelling (afb. E)
• Trek de hendel van de zitdiepte-instelling (1) naar boven.
• Schuif de zitbink naar voor of naar achter.
• Laat de hendel los. De zitting wordt telkens in de gewenste stand vergrendeld.
L Nooit instellingen uitvoeren terwijl u
rijdt.
RUGLEUNING
Het kantelgraad van de rugleuning kan worden ingesteld (afb. I):
• Klap de zitbank naar voor.
• Draai de stelschroeven (1) aan beide zijden uit en vergrendel deze met de tegenmoer in de juiste
stand. De rugleuning blijft in deze stand staan.
Of
• Draai de stelschroeven (1) aan beide zijden in en vergrendel deze met de tegenmoer in de juiste
stand. De rugleuning kan niet verder naar achter kantelen.
L Let erop dat beide
stelschroeven in dezelfde
stand staan, anders staat de
rugleuning scheef.