661548
74
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/80
Nächste Seite
Combi-Gamma
Invertor – Batterijlader
COMBI1512 - COMBI1524 - COMBI3012 - COMBI3024
090138.01
NEDERLANDS
Copyright © 2017 Vetus b.v. Schiedam Holland
Gebruiksaanwijzing en
installatie instructies
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
2 090138.01
INHOUD
Inleiding 4
Algemeen 4
Batterijlader 4
Specificatie 6
Afmetingen 8
Hoofdstuk 1 Installatie 10
1.1. Leveromvang 10
1.2 Plaatsing 10
1.3 Vereisten 10
1.4 Aansluiting van Batterijkabels 11
1.5 Aansluiting van de AC kabels 11
1.6 Optionele aansluitingen 12
1.6.1 Tweede batterij 12
1.6.2 Spanningsmeting 12
1.6.3 Batterij-temperatuursensor (BTS-3) 12
1.6.4 3 stuks Hulprelays (RY1, RY2, RY3) Uitvoer 12
1.6.5 Parallelle Aansluiting 12
1.6.6 3-Fasen Bediening 13
1.7 Aarding 13
1.8 Remote Controlepaneel (GAMPANEL) 13
Hoofdstuk 2 Instellingen 14
2.1 Toepassingen van de vier gebruiksstanden 14
Hoofdstuk 3 Bedrading 22
3.1 Bovenste Voorpaneel Display 22
3.2 Onderste Voorpaneel-aansluiting 24
3.3 Batterij aansluiting 25
3.3.1 Aansluitschema Ster-schakeling 26
3.3. 2 Aansluitschema 2-Rail-schakeling 26
3.4 Aansluitschema Parallel-schakeling 27
3.5 Aansluitschema 3-Fasen-schakeling 28
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 3
Dit product beantwoordt aan de eisen gesteld door de EEC Richtlijnen 89/336/EEC (EMC):
EN61000-6-3: 2001, EN61000-6-1: 2001, EN61000-4-2: 1995 + A1:1998 + A2:2000,
EN61000-4-3: 2002, EN61000-4-4: 1995 + A1: 2000, EN61000-4-6: 1996 + A1: 2000
EN55022: 1998, Klasse B (CISPR 22: 1993 + A1: 1995 + A2: 1996, Klasse B
73/23/EEC (Laagspanningsrichtlijn): EN60335-1.
Hoofdstuk 4 Gebruikersconstanten 30
4.1 De structuur van de gebruikersconstanten. 31
4.2 De menu-structuur. 34
Hoofdstuk 5 Opsomming Van Constanten 42
OPMERKING 1: 51
OPMERKING 2: 51
Hoofdstuk 6 Programmeerconstanten 53
A Groep (Initialiseren) 53
A1 Groep (Initialiseren) 53
B Groep (Algemeen): 54
B1 Groep (Uitgangsfrequentie) 54
B2 Groep Auto-doorvoerschakelaar 55
B3 Groep Parellelschakeling 59
B4 Groep Multi-fase 59
C Groep (INVERTER): 60
D Groep LADER 61
E Groep Extra aansluiting 63
E2 Groep Extra aansluiting 1 UIT 65
E7 Groep Extra aansluiting 1 Optie 68
E8 Groep Extra aansluiting 2 Optie 68
E9 Groep Extra aansluiting 3 Optie 68
O Groep (Operator): 68
U Groep (Monitor) 70
U2 Groep: Fout zoeken 72
U3 Groep (Foutgeschiedenis) 74
Hoofdstuk 7 Trouble Shooting Tabel 75
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
4 090138.01
Inleiding
Algemeen
Multifunctioneel apparaat
De Combi-Gamma is een krachtige sinusgolfinverter, een verfijnde batterijoplader met
aangepaste oplaadtechnologie en een zeer snelle wisselstroom inschakeling (Auto
Transfer Switch, ATS) in één compact apparaat. Naast deze primaire functies, beschikt
de Combi-Gamma extra over meerdere geavanceerde kenmerken die een reeks nieuwe
toepassingen bieden, zoals hieronder wordt beschreven:
Ononderbroken wisselstroomvoorziening
In het geval van netstroomuitval, of wanneer de verbinding met een walstroom- of ge-
neratorvoeding wordt verbroken, wordt de Inverter in de Combi-Gamma automatisch
geactiveerd en neemt deze de voeding van de aangesloten apparaten over. Dit gebeurt
zo snel (in minder dan 10 milliseconden) dat computers en andere elektronische appa-
ratuur ononderbroken blijven werken.
Parallelle werking
Vrijwel onbeperkt vermogen dankzij parallelle werking van tot vijf eenheden die parallel
aan elkaar kunnen werken om een hoger vermogen te leveren. Vijf COMBI3024-eenhe-
den leveren bijvoorbeeld samen 15 kW uitgangsvermogen en een 350 A oplaadcapa-
citeit.
Drie-fasenmogelijkheid
Naast de parallelle aansluiting kunnen drie eenheden van hetzelfde model worden ge-
configureerd voor drie-fasenuitvoer. Maar dat is nog niet alles: tot vijf sets van drie een-
heden kunnen parallel worden aangesloten tot een Inverter van 45 kW en een oplader
van 1050 A!
Power Control-Dealing met beperkte generator- of walstroom
De “Combi-Gamma” is een zeer krachtige batterijlader. Daarom zal het veel stroom uit
de generator of walstroomvoorziening trekken. Een maximale generator of walstroom-
voorziening kan ingesteld worden (B2-05). De “Combi-Gamma” zal dan rekening hou-
den met andere AC -belastingen en alles wat extra is gebruiken voor het laden en zo
voorkomen dat de generator of walstroomtoevoer overbelast wordt.
Power Assist-Vergroten van de capaciteit van walstroomvoorziening of generatorvoeding
Deze mogelijkheid tilt het beginsel van Power Control naar een hogere dimensie en
maakt het de “Combi-Gamma” mogelijk om de capaciteit van de alternatieve bron te
aan te vullen. Omdat piekstroom meestal slechts voor een beperkte tijd vereist is, is het
mogelijk om de grootte van de benodigde generator te verminderen of aan de andere
kant om het mogelijk te maken meer te halen uit de typisch beperkte walstroomaan-
sluiting. Als de belasting minder wordt, wordt de extra stroom gebruikt om de batterij te
laden.
Batterijlader
Aangepaste 4-fasen laadkarakteristiek: Opladen-Herladen-Onderhoudsladen-Druppel-
laden
De “Combi-Gamma” heeft een microprocessorgestuurd ‘zelf-aanpassend’ batterijbe-
heersysteem, welke vooraf ingesteld kan worden om te passen bij verschillende soorten
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 5
batterijen. De “zelfaanpassende” karakteristiek zal automatisch het proces optimalise-
ren in relatie tot de manier waarop de batterij wordt gebruikt.
De juiste lading: Variabele Herladingstijd
Als alleen lage ontladingen plaatsvinden (een jacht aangesloten op walstroomvoorzie-
ning bijvoorbeeld) wordt de laadtijd bewaakt om overlading van de batterij te voorko-
men. Na een diepontlading wordt de laadtijd automatisch vergroot om zeker te stellen
dat de batterij volledig herladen is.
Schade voorkomen als gevolg van overmatige gasvorming: De Batterij Safe-Mode
Als er - ten behoeve van snellading - een hoge laadstroom in combinatie met een hoge
absorptietijd is gekozen, zal de “Combi-Gamma” schade als gevolg van overmatige
gasvorming voorkomen door automatisch de snelheid van de spanningstijging te be-
perken als het voltage waarbij gasvorming optreedt eenmaal is bereikt
Minder onderhoud en slijtage als de batterij niet in gebruik is: De Druppellading-stand
De Druppellading-stand begint iedere keer dat de batterij gedurende 24 uur niet is ont-
laden. In de Druppellading-stand wordt de onderhoudslaadspanning verminderd tot
2.2V/cel (13.2V voor een 12V batterij) om gasvorming en daardoor corrosie van de posi-
tieve plaat te minimaliseren. Eenmaal per week wordt de laadspanning teruggezet naar
laadspanning om de batterij te regenereren. Deze karakteristiek voorkomt laagvorming
van de elektrolyt en sulfurisatie (overmatige zwavelvorming), de belangrijkste oorzaak
van een snelle achteruitgang van de batterij.
Dubbele uitvoer om 2 batterijbanken te laden
De “Combi-Gamma” heeft 2 uitgangen, waarvan 1 de volledige uitvoerstroom kan
dragen.
De tweede uitgang, beperkt tot ongeveer 4A en met een iets lagere uitgangsspanning
is bedoeld om een starter batterij aan te vullen.
Om de leeftijd van de batterij te verhogen: Temperatuur Compensatie
Iedere “Combi-Gamma” komt met een batterij-temperatuursensor (BTS-3) en indien
aangesloten, zal de laadspanning automatisch verminderen bij toenemende batterij
temperatuur.
Dit wordt vooral aangeraden voor gesloten batterijen en/of als er grote fluctuaties in bat-
terij temperatuur te verwachten zijn.
Batterij-spanningsensor
Om te compenseren voor spanningsverlies als gevolg van kabelweerstand is de
“Combi-Gamma” voorzien van een spanningsensor, zodat de batterij altijd de juiste
laadspanning krijgt.
Uitbreidbaar voor gebruik met Solar Charger
Combi-Gamma voorziet ook in de aansluiting van maximaal 10 sets aan Solar Chargers
(optioneel) om te gebruiken met zonnepanelen om batterijen te laden. Combi-Gamma
stuurt de 4-staps ladingcommando’s naar de optionele Solar Charger via poort C (Ex-
tensie Poort) voor optimale kwaliteit aan zonnelading.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
6 090138.01
Specificatie
MODEL 12 Volt Systeem COMBI1512 COMBI3012
24 Volt Systeem COMBI1524 COMBI3024
GENERAL
Ventilation Geforceerde gekoeld Geforceerde gekoeld
Temperature – Werking
– Opslag
– 20°C ~ +70°C
– 25°C ~ +80°C
– 20°C ~ +70°C
– 25°C ~ +80°C
Bescherming
a. Kortsluiting uitgang
b. Overbelasting
c. Batterij-overspanning
d. Batterij-onderspanning
e. Te grote DC-spanningsrimpel
f. Temperatuursensor
Transformator (105°C) (105°C)
Electronisch en Extravermogen (70°C)   (70°C)
BTS-3 (50°C) (50°C)
Vochtigheid 0 ~ 95% (geen condens-
vorming)
0 ~ 95% (geen condens-
vorming)
Vermogensregeling
Extra vermogenstand
Ononderbroken AC vermogen (korter dan 10 msec) (korter dan 10 msec)
Zelf-aanpassende 4-fasen lading
Twee uitgangen voor het laden van 2 batterij-banken
Extra uitgangen X3 X3
Parallelschakeling (Maximaal 5 stuks) (Maximaal 5 stuks)
3-fasen mogelijkheid
Batterij-spanningsensor
Batterij-temperatuursensor (BTS-3)
Extra poort voor afstandsbediening
Uitbreidbare Poort (Poort C)
Inverter
Ingangsspanning-interval (VDC) 9.5 – 16V / 19 – 32V
Uitgangsspanning (VAC) 185 ~ 240 VAC
Uitgangsfrequentie 50Hz /60Hz ± 0.1%
Golfvorm uitgang Zuivere sinusgolf
Uitgangsspanning THD < 5%
Vermogensfactor (Alle belastingen)
Geen na-ijlen bij belasting, Piekfactor: 3: 1
Continu Vermogen (W)
Under 70°C (cos ϕ=1.0)
1500W
(geen afname)
3000W
(geen afname)
Continu Vermogen (W)
Boven 70°C (cos ϕ=1.0)
0W
(Uitgeschakeld)
0W
(Uitgeschakeld)
Maximum Vermogen (W) 3000W 6000W
Maximum Efficientie (%) 82/84 84/86
Opgenomen Onbelast Vermogen (W) 12W 18W
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 7
LADER
Ingangsspannings-interval (VAC) 200 ~ 250 VAC
Ingangsfrequentie 45 – 55Hz / 55-65 Hz
Vermogensfactor 1
Laad Karakteristiek 4-fasen aangepast / Laden - Herladen - Onderhoudsladen
- Druppelladen
Maximale DC Rimpelspanning (Vrms) < 1.25 V
Laadstroom Huisbatterij (A) 70A / 40A 140A / 70A
Laadstroom Startbatterij (A) 4A
Default Herlaadspanning (VDC) 14.4V / 28.8V
Default Ondehouds Laadspanning (VDC) 13.8V / 27.6V
Default Druppel Laadspanning (VDC) 13.2V / 26.4V
Uitgangsspanning Lader (min ~ max) 8V ~ 16V / 11V ~ 32V
Batterij-temperatuursensor BTS - 3
Geschakelde AC Ingang
AC-ingang zekering 15A (230V) 15A (220V)
Omschakeltijd
a. van Inverter naar AC-ingang 0 msec.
b. van AC-ingang naar Inverter 0 msec.
Detectietijd AC-ingang Fout 4 ~ 10 msec.
Uitschakeldrempel AC-ingang naar Inverter 180 VAC
Uitschakeldrempel Inverter naar AC-ingang 187 VAC
Min. ~ Max. Frequentie-interval 45 - 55 Hz / 55-65 Hz
Mechanisch
Behuizing / Beschermingsklasse Aluminum / IP20
Afmetingen (H x W x D) 362 x 258 x 370 mm 424 x 258 x 370 mm
Gewicht (kg+A23) 30 kgs 35 kgs
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
8 090138.01
Afmetingen
COMBI1512/24 Eenheid: mm (inches)
260
(10 1/4")
312
(12 5/16")
495 (19 1/2")
82
(3 1/4")
332 (13 1/16")
248
(9 3/4")
ø 8
(5/16" dia.)
AC IN CHARGER
SOLAR
CHARGER
SOLAR
PANEL
INVERTER AC OUT
ATS
POWER
DSPL
ENT
RUN
STOP
REMOTE
BATTERY
BULK
ABSOR
FLOAT
COM. ERR.
1
MODE
2
MODE
3
MODE
4
MODE
ERR.
COM.
1
0
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 9
COMBI3012/24 Eenheid: mm (inches)
230
(9 1/16")
230
(9 1/16")
312
(12 5/16")
630 (24 3/4")
67
(2 5/8")
332 (13 1/16")
248
(9 3/4")
ø 8
(5/16" dia.)
AC IN CHARGER
SOLAR
CHARGER
SOLAR
PANEL
INVERTER AC OUT
ATS
POWER
DSPL
ENT
RUN
STOP
REMOTE
BATTERY
BULK
ABSOR
FLOAT
COM. ERR.
1
MODE
2
MODE
3
MODE
4
MODE
ERR.
COM.
1
0
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
10 090138.01
Hoofdstuk 1 Installatie
Dit product dient door een erkende elektricien geïnstalleerd te worden.
1.1. Leveromvang
Combi-Gamma
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Zak bevattende verbindingsstukken, d.i.:
Batterijtemperatuur sensor (BTS-03)
Vier M8 bouten (inclusief borgringen)
Vier aansluitklemmen en bekleding
1.2 Plaatsing
Het product moet op een droog en goed geventileerde ruimte geïnstalleerd worden, zo
dicht mogelijk bij de batterijen. Er dient een vrije ruimte van ten minste 20 cm rond het ap-
paraat te zijn in verband met koeling.
Excessief hoge omgevingstemperatuur leidt tot de volgende problemen:
Verminderde levensduur
Verminderde laadstroom
Verminderd piekvermogen of uitschakelen van de Inverter
Plaats het apparaat nooit bovenop de batterijen.
Het product is geschikt voor montage aan de muur. De achterkant en de bodem van de
behuizing hebben gaten ten behoeve van montage aan de muur, zie pagina 8 en 9.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden; verticale montage
geniet de voorkeur. De verticale positie biedt optimale koeling.
De binnenkant van de het product moet toegankelijk blijven na installatie. Stel vast dat
de AC en DC aanvoerleidingen zijn uitgerust met zekeringen en onderbrekingsscha-
kelaars. Probeer om de afstand tussen het product en de batterij tot een minimum te
beperken om zo spanningsverlies over de kabels te minimaliseren.
Om veiligheidsredenen dient dit product in een hittebestendige omgeving geïnstal-
leerd te worden als het gebruikt wordt met apparatuur waarbij een substantiële hoe-
veelheid stroom omgevormd moet worden. U dient de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, synthetische componenten, gordijnen of stoffen enz. in de onmiddellijke
nabijheid te voorkomen.
1.3 Vereisten
Schroevendraaiers voor het verwijderen van het onderste voorpaneel en voor het los-
maken van de verbindingen met de AC belastingen
2 batterijkabels (maximale lengte 6 meters), inclusief batterij aansluitklemmen en ka-
beleinden.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 11
Geïsoleerde steeksleutel (13 mm) voor het vastzetten van de moeren van de DC aan-
sluiting.
Drie-aderige kabel voor AC bekabeling
1.4 Aansluiting van Batterijkabels
Om de volledige capaciteit van het product te benutten, dienen batterijen met voldoende
capaciteit en batterijkabels met voldoende doorsnede gebruikt te worden, raadpleeg hier-
voor de volgende tabel:
Model
Item COMBI1512 COMBI1524 COMBI3012 COMBI3024
Aanbevolen batterijcapaciteit 200~700 100~400 400~1200 200~700
Aanbevolen draaddoorsnede (mm2) (0~6m) 50 mm250 mm22 x50 mm250 mm2
Opmerking: Interne weerstand is de belangrijkste factor bij het werken met batterijen van lage capaciteit. Raadpleeg
uw leverancier.
Indien de combi is voorzien van 2 DC aansluitingen (COMBI3012) moeten beide
aansluitingen op de accu worden aangesloten.
Werkwijze:
Ga als volgt te werk om de batterijkabels te verbinden:
Voorkom het kortsluiten van de batterijkabels
Verbind door middel van krimpen de ongeïsoleerde aansluitdelen van de connector met
de accukabels.
Monteer deze aansluitdelen in de kunststofbehuizing.
Verwissel de (+) en (-) van de batterij niet met elkaar. Dit kan interne schade veroorzaken.
Plaats de connector in de aansluiting in de kast.
1.5 Aansluiting van de AC kabels
De wal- of netspanningkabel (AC IN) die wordt meegeleverd moet worden aangesloten op
de AC IN connector aan de onderzijde.
Ga als volgt te werk om de AC kabels te verbinden.
De AC uitvoerkabel kan worden aangesloten op de blauwe CEE-form contact, gemerkt
met “AC OUT” De corresponderende stekerverbinding voor elk verschillende land moet
aan het andere einde van de kabel worden aangesloten.
De stroom die door de uitvoer (AC OUT) gaat is niet gezekerd. Er moeten externe ze-
keringen of stroombegrenzers geïnstalleerd te worden.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
12 090138.01
1.6 Optionele aansluitingen
Een aantal optionele aansluitingen zijn mogelijk:
1.6.1 Tweede batterij
De “Combi-Gamma” heeft een extra aansluiting voor het laden van een startbatterij.
Voor aansluiting, zie pagina 24.
1.6.2 Spanningsmeting
Twee meetdraden kunnen aangesloten worden om mogelijke batterijkabelverliezen
tijdens het laden te voorkomen. Voor aansluiting, zie pagina 24.
1.6.3 Batterij-temperatuursensor (BTS-3)
De bijgeleverde batterij-temperatuursensor kan gebruikt worden voor temperatuur
gecompenseerde lading, zie pagina 24.
De sensor is geïsoleerd en moet op de minpool van de batterij gemonteerd worden.
1.6.4 3 stuks Hulprelays (RY1, RY2, RY3) Uitvoer
De “Combi-Gamma” voorziet in 3 stuks Auxiliary Relays zodat gebruikers andere
apparaten kunnen aansluiten of de alarm signalen kunnen uitlezen. De 3 Auxiliary
Relays kunnen geprogrammeerd worden voor de respectievelijke functies (via de E
Groep constanten) en kunnen op praktische wijze toegepast worden, welke een van
de beste kenmerken ervan is.
1.6.5 Parallelle Aansluiting
Van dit product kunnen diverse identieke modules parallelle aan elkaar aangeslo-
ten worden. Gelieve pagina 27 te raadplegen. De batterijen moeten aangesloten
worden in overeenstemming met pagina 27. De modules worden aan elkaar gekop-
peld met behulp van de hulpmiddelen die door de fabrikant geleverd worden in een
product met de naam: Parallel Box, samen met een aansluitingsdiagram.
Voor parallelschakeling moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:
1. Er mogen niet meer dan 5 eenheden parallelgeschakelde worden
2. Er mogen alleen identieke modellen parallelgeschakeld worden
3. Zorg dat er voldoende batterijcapaciteit voorhanden is
Bijvoorbeeld : 12V: 20% invertervermogen (3000W=600Ah)
24V :10 % invertervermogen (3000W=300Ah)
4. De voorgeschreven kabeldoorsneden (tussen batterij en distributiepunt) moeten
vermenigvuldigd worden met het aantal apparaten dat parallelgeschakeld zal
worden.
5. Plaats de producten dicht bij elkaar, maar stel vast dat er voldoende ruimte voor
ventilatie is, minimaal 20 cm. Voor betere ventilatie, gelieve de behuizing met
ventilator te installeren (optioneel).
6. De BTS, spanning sensor en controlepaneel (RCP) moeten op Master aangeslo-
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 13
ten zijn.
7. De kabels van ieder apparaat moeten van gelijke lengte zijn (AC en DC)
1.6.6 3-Fasen Bediening
Het product kan ook gebruikt worden in een 3-fasen systeem, zie pagina 28. De bat-
terijen moeten aangesloten zijn in overeenstemming met pagina 26. Er dient aan de
volgende voorwaarden te worden voldaan in het geval van een 3-1 fase bediening:
1. Er mogen alleen identieke modellen gebruikt worden.
2. Stel vast dat er voldoende batterijcapaciteit beschikbaar is.
3. Plaats de producten dicht bij elkaar, maar stel vast dat er voldoende ruimte voor
ventilatie is, minimaal 20 cm.
(Voor een betere ventilatie omgeving, is het ten hoogste aan te raden om de
ventilator te installeren in de luchtinlaat aan de rechterkant van Combi-Gamma).
4. De BTS, de spanningsensor en het controlepaneel op afstand (RCP) dienen bij
voorkeur op alle drie eenheden (1 Master eenheid en 2 Follower eenheden) aan-
gesloten zijn.
5. Er kan niet meer dan één afstandsbediening worden aangesloten.
1.7 Aarding
Als de invoerspanning van de Combi-Gamma niet doorgeschakeld wordt, wordt de nul van
AC OUT” aan aarde gelegd door middel van een relais. Deze functie kan uitgeschakeld
worden door constante B2-07 (B2-07 = 0 Disconnect).
1.8 Remote Controlepaneel (RCP)
Het product kan op afstand bediend worden door op de poort ”REMOTE” een controle-
paneel op afstand aan te sluiten. Voor aansluiting van een controlepaneel op afstand, zie
pagina 24.
* Opmerking: De informatiedisplay en het werkingsdiagram op het controlepaneel op
afstand zijn exact gelijk aan die op het bovenste voorpaneel.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
14 090138.01
Hoofdstuk 2 Instellingen
2.1 Toepassingen van de vier gebruiksstanden
Stand 1: Voornamelijk gebruik als AC-vermogensvoorziening
1. Inverter-stand:
Als AC IN = 0 A, wordt het AC OUT vermogen volledig geleverd door de INVERTER. Het
apparaat gaat in de Inverter stand.
Lichtnet, Walstroom,
Generator
ATS UIT AC UIT
Belasting
Batterij
AC IN
OA 5A
5A
75A
2. Vermogensregeling-stand (a)
In dit voorbeeld:
Alle AC belastingen staan uit, met de Combi-Gamma constante B2-05=5A (AC IN
stroombegrenzing) zal de AC CHARGER niet meer dan 5A opnemen waarbij de bat-
terijlaadstroom beperkt blijft tot 75A.
Batterij
Belasting
5A
5A
0A
5A
Walstroom
maximaal 5A
AC IN ATS ON AC UIT
B2-05=5A
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 15
3. Vermogensregeling-stand (b)
Nu wordt een aantal kleine belastingen ingeschakeld en de geleverde stroom wordt
verhoogd tot 3A. Het verschil 5A-3A = 2A blijft over om de batterijen te laden en de
laadstroom vermindert tot ongeveer 30A.
* Opmerking: Walstroom wordt automatisch beperkt tot 5A waardoor de AC ingangscir-
cuit onderbrekingsschakelaar niet in werking zal treden!
Walstroom
maximaal 5A
AC IN ATS ON AC UIT
Batterij
B2-05=5A
5A
Belasting
5A 3A
2A
30A
4. Vermogensregeling-stand (c)
Meer belasting wordt ingeschakeld waardoor het stroomverbruik verhoogd wordt tot
5A. Er blijft niets over om de batterij te laden.
De laadstroom wordt automatisch verminderd tot 0A, en de AC ingangscircuit onderbre-
kingsschakelaar zal niet in werking treden!
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
5A
5A 5A
0A
ATS ON AC UIT
Belasting
Batterij
B2-05=5A
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
16 090138.01
5. Extra-Vermogen-stand
En nu wordt er nog een andere belasting bijgeschakeld waardoor de stroom wordt ver-
hoogd tot 11A. Dit is waar Power Assist nodig is.
De bidirectionele converter gaat in werking als Inverter om 6A toe te voegen aan de 5A
welke beschikbaar is vanuit de wal: De totale stroom is 6A + 5A = 11A zonder dat de
AC toevoer overbelast wordt.
Zodra de belasting vermindert tot minder dan 5A zal alle stroom die overblijft gebruikt
worden om de batterij te herladen.
B2-05=5A
Walstroom
maximaal 5A
AC IN ATS ON AC UIT
Belasting
Batterij
5A
5A
6A
90A
11A
Stand 2: Voornamelijk gebruik als INVERTER
1. Inverter-stand:
Zolang de batterijspanning niet lager is dan de waarde (B2-10), zorgt de inverter-stand
ervoor dat AC OUT spanningvoerend is voor het leveren van vermogen aan de belasting.
(INVERTER ON + ATS OFF + AC CHARGER OFF)
Walstroom
maximaal 5A
AC IN ATS UIT AC UIT
Zonnepaneel
Batterij Zonne
lader
of
Belasting
3A
45A
3A
5A
B2-05=5A
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 17
2. Vermogensregeling-stand:
Als er AC IN vermogen beschikbaar is, en de INVERTER is actief en de batterij is bijna
uitgeput, de batterijspanning is dan – gedurende een tijd die langer is dan de tweede tijd
ingesteld in (B2-11) - lager dan de waarde (B2-10) , zal ATS ingeschakeld worden om
zeker te stellen dat AC OUT continu blijft lopen. Op dat moment zal AC OUT verzorgd
worden door AC IN vermogen. Tegelijkertijd zal de vermogensregeling actief zijn en zal
het extra AC IN vermogen gebruikt worden om de batterij te herladen.
(INVERTER OFF – ATS ON + AC CHARGER ON + Power Control Mode ON)
Walstroom
maximaal 5A
AC IN ATS ON AC UIT
Belasting
of
Zonnepaneel
Batterij
B2-05=5A
5A
5A
2A
3A
30A
Zonne
lader
3. Extra-Vermogen-stand:
En nu wordt een extra belasting erbij geschakeld en de stroom wordt vergroot tot 11A.
Dit is waar Power Assist nodig is!
(ATS ON + AC CHARGER OFF + INVERTER ON + Power Assist ON)
Zodra de belasting vermindert tot minder dan 5A, zal alle stroom die overblijft gebruikt
worden om de batterij te herladen.
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
5A
5A
B2-05=5A
6A
11A
90A
ATS ON AC UIT
Belasting
of
Zonnepaneel
Batterij Zonne
lader
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
18 090138.01
4. “INVERTER Stand” Herhaling
Als de batterij-spanning - langer is dan tweede tijd ingesteld in (B2-15) - hoger is dan de
spanningswaarde (B2-12) krijgt de inverter-stand voorrang om AC OUT weer van span-
ning te voorzien om vermogen te leveren aan de belasting.
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
5A
B2-05=5A
3A
3A
45A
ATS UIT AC UIT
Belasting
of
Zonnepaneel
Batterij Zonne
lader
Stand 3: Voornamelijk gebruik als Groene-stroomvoorziening
1. INVERTER-stand:
Als de batterij spanning niet lager is dan de spanningswaarde (B2-14), krijgt de inverter-
stand voorrang om AC OUT weer van spanning te voorzien om vermogen te leveren aan
de belasting.
(INVERTER ON + ATS OFF + AC CHARGER OFF)
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
5A
B2-05=5A
3A
3A
45A
ATS UIT AC UIT
Belasting
of
Zonnepaneel
Batterij Zonne
lader
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 19
2. Vermogensregeling-stand
Als er AC IN vermogen beschikbaar is, en de INVERTER is actief en de batterij is bijna uit-
geput, de batterij-spanning is dan – gedurende een tijd die langer is dan de tweede tijd in-
gesteld in (B2-11) - lager dan de waarde (B2-14) , zal ATS ingeschakeld worden om zeker
te stellen dat AC OUT continu blijft lopen. Op dat moment zal AC OUT verzorgd worden
door AC IN vermogen. Tegelijkertijd wordt de batterij alleen geladen uit AC IN vermogen
(AC CHARGER OFF) door een andere windgenerator of een DC-laadgenerator.
Het verschil tussen STAND 3 en STAND 2 is dat in STAND 3, als AC IN vermogen klaar
is, de AC CHARGER uit is en de batterij opgeladen wordt door een of andere hernieuw-
bare energiebron. Dit is de reden waarom STAND 3 Groene-stroomvoorzieningsstand
genoemd wordt.
(INVERTER OFF – ATS ON + AC CHARGER OFF)
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
5A
B2-05=5A
3A 3A
ATS ON AC UIT
Belasting
of
Zonnepaneel
Batterij Zonne
lader
3. Extra-Vermogen-stand
En nu wordt een andere belasting bijgeschakeld en wordt de stroom vergroot tot 11A.
Dit is waar Power Assist nodig is!
(ATS ON + AC CHARGER OFF + INVERTER ON + Power Assist Modus ON)
Zodra de belasting vermindert tot minder dan 5A, zal de power assist functie stoppen.
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
5A
B2-05=5A
5A
6A
90A
11A
ATS ON AC UIT
Belasting
of
Zonnepaneel
Batterij Zonne
lader
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
20 090138.01
4. “INVERTER Stand” Herhaling
Als de batterij wordt herladen door een of andere duurzame energiebron, en de batterij
spanning is hoger dan de spanningswaarde (B2-14), gedurende een langere tijd dan de
tweede tijd ingesteld in (B2-15), krijgt de inverter-stand voorrang om AC OUT voor het
leveren van vermogen aan de belasting nogmaals van spanning te voorzien.
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
OA
3A
45A
3A
ATS UIT AC UIT
Belasting
of
Zonnepaneel
Batterij Zonne
lader
MODUS 4: Laden uit AC-vermogen
1. Vermogensregeling-stand
Wanneer er op AC IN vermogen beschikbaar is, zal ATS worden ingeschakeld om zeker
te stellen dat AC OUT continu de belasting van stroom blijft voorzien. Op dat moment
zal de AC-LADER tegelijkertijd de batterij laden met resterend vermogen. Vermogens-
regeling-stand is actief.
(INVERTER OFF + ATS ON + AC CHARGER + Power Control Modus ON)
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
5A 3A
2A
ATS ON
B2-05=5A
5A
AC UIT
Belasting
Batterij
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 21
A
ls de belasting is afgeschakeld (Load OFF) en wanneer er op AC IN geen vermogen
beschikbaar is, zullen alle functies van ATS, AC LADER en INVERTER uitgeschakeld zijn.
Walstroom
maximaal 5A
AC IN
OA OA
ATS UIT AC UIT
Batterij
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 23
3. Het wel of niet geven van een beep-geluid bij het indrukken van een toets kan in- of uitgescha-
keld worden in Key Pressed Beep Sel (O2-01).
4. Wanneer gedurende een bepaalde tijd (O1-02) geen van de toetsen ingedrukt wordt, gaat de
weergave in slaapstand. Zodra weer een toets wordt ingedrukt zal de weergave terugkeren
naar de in constante (O1-01) gezette keuzewaarde van de LCD monitor.
5. Wanneer gedurende een bepaalde tijd (O2-09) geen van de toetsen ingedrukt wordt,, gaan
zowel het LCD Display als alle led-indicatoren op non-actief, maar de RUN/STOP-indicator
blijft actief. De slaapstand van het display bespaart zo vermogen.
6. Druk op de toets om de in te stellen waarden te vergroten en de toets om de in te stellen
waarden te verminderen. Druk tegelijkertijd op de en toetsen om de cursor één positie
naar links te laten springen. Als het huidige cijfer bijvoorbeeld een tiental weergeeft, druk dan
tegelijkertijd op en om het cijfer een honderdtal weer te laten geven.
LED-indicatoren
LED Naam LED Aan LED Uit
1 AC IN
1. Ingangs-spanning normaal, en de waarde
ligt binnen het “doorvoerspannings-interval”
(150VAC – 240VAC)
2. Ingangsspanning heeft een frequentie in het
interval (45 Hz - 65 Hz)
Geen ingangs-spanning
2 AC CHARGER Groen: Batterijlader is in werking -------------------------------------------------
3 SOLAR PANEL Zonnepaneel levert vermogen.
1. Zonnepaneel is niet aangeslo-
ten of
2. Bewolkte dag of nacht
4SOLAR CHARGER Solar Charger is in werking Er is geen externe Solar Charger
aangesloten
5 AC OUT De “AC OUT” aansluitklem voert spanning -------------------------------------------------
6 INVERTER Groen: Inverter is in werking -------------------------------------------------
7 BATTERY FLOAT (Onderhoud), ABSOR. (Bijladen) of BULK
(Opladen) laad- status van batterij. -------------------------------------------------
8ATS
Groen: ATS schakelaar staat aan en de AC IN-
gangsspanning wordt rechtstreeks aan de AC
OUT aansluitklem gelegd
-------------------------------------------------
9 RUN/STOP
Groen: Combi-Gamma staat aan.
Rood: Combi-Gamma staat uit. -------------------------------------------------
Let op: Groen-knipperend: Auto-Restart is ingeschakeld
10 COM./ERR. Afstandsbedieningspoort heeft verbinding / in foutstand
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
24 090138.01
3.2 Onderste Voorpaneel-aansluiting
A B CM
L
L
K
F
E
D
G
H
I
J
Aansluitingen Onderste Voorpaneel
A PORT A (IN) Aansluitingen voor parallel vermogen /3-fasen vermogen
B PORT B (OUT) Aansluitingen voor parallel vermogen/3-fasen vermogen
C PORT C (EXT) Aansluitingen voor externe zonne- of windmodules
D CHARGE Aansluitingsklem van 4A voor startbatterij
E BTS (Batterij temp. sensor) Aansluitingsklem voor temperatuursensor
F Vsens + / - (Batterij Spanning Sense) Aansluitingsklem voor Batterij-spanningsmeting
G RY1 contact Connector voor extra aansluiting 1
H RY2 contact Connector voor extra aansluiting 2
I RY3 contact Connector voor extra aansluiting 3
J AC OUT Stopcontact voor AC uitgang
K AC IN Contrastekker voor AC ingang
L Batterij POS + / NEG - Batterijkabels
M REMOTE Aansluitingen voor afstandscontrolepaneel
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 25
3.3 Batterij aansluiting
1. COMBI
2. Hoofdschakelaar
3. Zekering
4. Dynamo
5. Startmotor
6. Accu
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
COMBI 3000 W / 12 V
COMBI 1500 W / 12 V
COMBI 1500 W / 24 V
COMBI 3000 W / 24 V
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
Let op!
Bij de COMBI 3000 W - 12 V moetn bei-
de accuaansluitingen op de accu wor-
den aangesloten.!
Type Continu vermogen P30 vermogen Rendement Zekering
COMBI1512 1500W 1950W 82-84% 200A
COMBI1524 1500W 1950W 82-84% 125A
COMBI3012 3000W 3900W 84-86% 425A
COMBI3024 3000W 3900W 84-86% 200A
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
26 090138.01
3.3.1 Aansluitschema Ster-schakeling
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
Length La = Lb = Lc
Length Ld = Le = Lf
La
Lb
Lc
Ld
Le
Lf
F1
F2
F3
F4
3.3. 2 Aansluitschema 2-Rail-schakeling
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
Length La = Lb = Lc
Length Ld = Le = Lf
La
Ld
F1
F2 F3 F4
Lb Lc
Le Lf
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 27
3.4 Aansluitschema Parallel-schakeling
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
Parallel Box
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
Parallel Box
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
Parallel Box
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
Parallel Box
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
AC IN
L in
N in
PE
L out
N out
PE
AC
OUT
MASTER SLAVE 1 SLAVE 2 SLAVE 3 SLAVE 4
For the MASTER, constant B2-05 and B3-01 must be set.
For the SLAVE 1 and 2, constant settings are not required.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
28 090138.01
3.5 Aansluitschema 3-Fasen-schakeling
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
3-Phase Box
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
PORT A
(IN)
PORT B
(OUT)
PORT C
(EXT) REMOTE
AC INPUT
BREAKER
V-SENS
+ -
BTS
+ -
CHARGE
+ -
RY1
A B C
RY2
A B C
RY3
A B C
AC IN
L1
N in
PE
N out
PE
AC
OUT
MASTER FOLLOWER 1 FOLLOWER 2
L2
L3
L1
L2
L3
3-Phase Box
3-Phase Box
MASTER
Constants setting:
B4-01=1
B4-02=0
B4-03=0
FOLLOWER 1
Constants setting:
B4-01=1
B4-02=0
B4-03=0
FOLLOWER 2
Constants setting:
B4-01=1
B4-02=0
B4-03=0
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 29
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
30 090138.01
Hoofdstuk 4 Gebruikersconstanten
Het hoofdmenu van de “Combi-Gamma” heeft de volgende vier menu-items: “Werking”, “Initiali-
satie”, “Programmering” en “Voorkeursinstellingen”. De menu-items en hun toepassing worden
hieronder aangegeven.
Meni-item Toepassing
Werking (Operation)
De “Combi-Gamma” kan de AC IN-ingangs-spanning en –stroom, de AC OUT-uitgangs-
spanning en -stroom, de batterij-spanning en -stroom en de rimpelspanning bij het laden
en ontladen van batterijen en van andere uitbreidingsmodules monitoren. Dit zijn de U- of
Monitorgroep-waarden.
Initialisatie (Initialize)
Werkingsomstandigheden- en instellingengroep: Groep A of initialisatiegroep. Meerta-
lige instelling, constanten instellingen en constanten aanpassing, wijzigingen toeestaan /
wijgeren.
Programmeren
(Programming)
Constanten groep om alle constanten te programmeren (aanpassen):
Groep B (Algemene) Groep, C (INVERTER) Groep,
D (AC-lader) Groep, E (Extra aansluitingen), Groep
F (Solar Charger), Groep G (DC / DC-lader), Groep H (DC belastingregeling), Groep O
(Operator)
Aangepaste waar-
den (Modified
Constants)
Het bedienen van de read-out en aanpassingen van de constanten groep instelling welke
verschillend zijn van de initiele instelling. Gebruikers kunnen constanten programmeren en
aanpassen.
****
Werking van “Hoofdmenu”
Op ieder informatiescherm gaat metn door het indrukken van de DSPL toets een stap terug in de
menu-structuur, of binnen het “Hoofdmenu naar het volgende menu-item.
*** Hoofdmenu ***
XXXXXXXX
(XXXXXXXX kan ofwel Werking (Operation), Initialisatie (Initialize), Programmeren (Program-
ming) of Aangepaste waarden (Modified Constants) zijn. Blijf de DSPL toets indrukken om het
volgende menu/item te selecteren.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 31
4.1 De structuur van de gebruikersconstanten.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
32 090138.01
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 33
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
34 090138.01
4.2 De menu-structuur.
MENU
***
HOOFDMENU
***
Werking
***
HOOFDMENU
***
Initialisatie
Programmering
***
HOOFDMENU
***
***
HOOFDMENU
***
Voorkeursinstellingen
***
HOOFDMENU
***
Werking
DSPL
DSPL
DSPL
DSPL
HOOFDMENU
GROUP
Function
Parameters
Parameter
Edit
Quick Return Main Menu-Operation
GROUP
Function
Parameters
Parameter Edit
***
Main
Menu
***
Operation
***
Main
Menu
***
Initialize
***
Main
Menu
***
Group B Function B1 Output Frequency B1-01=0 ***
Programming General Output Frequency 50Hz 50Hz
DSPL
DSPL ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
MODE 1
MENU
MODE 1
MENU
MODE 1
MENU
MODE
1
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 35
MENU GROUP Function Parameters Parameter Edit
***
Main
Menu
***
Group B Function B1 Output Frequency B1-01=0 ***
Programming General Output Frequency 50Hz 50Hz
Quick Return Main Menu-Programming
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
MODE 2
PROG
MODE 2
PROG
MODE
2
MODE 2
PROG
MENU Functie
***
HOOFDMENU
***
Monitor U1-01 = 220V U1-08 = Mode1 U1-15 = xxx
AC-ingangsstroom
U1-09 = xxxxxxxx U1-16 = 0.0A
U1-10 = xxx U1-17 = 0.0W
U1-04 = 00.0A U1-11 = 0HR U1-18 = 0AH
U1-05 = 24.0V U1-12=-- U1-19 = 0AH
U1-06 = 0.0V U1-01 = 220V
U1-07 = 0A
Function U2
Fault Trace
Function U3
Fault History
Function U1
Monitor
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
HOOFDMENU: Werking
PARAMETERS
Werking Functie U1 AC-ingangsspanning
U1-02 = 00.0A
AC-uitgangsspanning
U1-03 = 230V
AC-uitgangsstroom
Batterij-spanning
Batterij-spanningsrimpel
Batterij-stroom
Bedieningsstand
Bedieningsstatus
Status Extra Uitgang
Verstreken tijd
Bat.-temperatuursensor
CPU ID 1
CPU ID 2
U1-13 = CPD0706
U1-14 = CPM0701
Status Zonnelader
Zonne-stroom
Geleverde zonnevermogen
Zonne Ampère-uur
Totaal geleverde
zonne-energie
AC-ingangsspanning
MENU Enter
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu *** Toegangsniveau A1-01 = 1 ***
Initialisatie Instellen Waarde gezet Invoer geaccepteerd
A1-01 = 0
Alleen Operator
Selecteer taal A1-02 = 0 ***
English English Invoer geaccepteerd
Init Parameters A1-03 = 0 ***
Geen initialisatie Geen initialisatie Invoer geaccepteerd
A1-03 = 1
Fabriekswaarden
Wachtwoord 1 Wachtwoord 1
A1-04 = 0 00"0" Invoer geaccepteerd
Toegangsniveau Wachtwoord 1
Instellen 00"1"
DSPL
HOOFDMENU: Initialisatie
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
ENTER
ENTER
DSPL
ENTER
ENTER
DSPL
ENTER
GROEP Parameters Parameters wijzigen
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
36 090138.01
MENU GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu *** Groep B Functie B1 Uitgangsfrequentie B1-01 = 0 ***
Programmering Algemeen Uitgangsfrequentie 50Hz 50Hz Invoer geaccepteerd
Groep C Functie B2 B1-01 = 1
Invertor
Auto-doorvoerschakelaar
60Hz
Groep D Functie B3
Lader Parellelschakeling
Groep E Functie B4
Extra Uitgang Multi-fase
Groep F Functie B1
Zonnelader Uitgangsfrequentie
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
Hoofdmenu: Programmering - Functie B1 - B1-01
DSPL
DSPL ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
MENU GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu *** Groep B Functie B1
Programmering General Uitgangsfrequentie
Groep C Functie B2 AC-uitschakeldrempel AC-uitschakeldrempel
Invertor Auto-doorvoerschakelaar B2-01 = 180V18"0"V Invoer geaccepteerd
Groep D Functie B3 AC-inschakeldrempel AC-uitschakeldrempel
Lader Parellelschakeling B2-02 = 187V18"1"V
Groep E Functie B4 AC-inschakelgrens AC-uitschakeldrempel
Extra Uitgang Multi-fase B2-03 = 265V 1"8"1V
Groep F Functie B1 AC-uitschakelgrens AC-uitschakeldrempel
Zonnelader Uitgangsfrequentie B2-04 = 270V "1"81V
Groep O AC-ingangsstroombegrenzing AC-uitschakeldrempel
Operator B2-05 = 16A 18"1"V
Groep B AC-golfvormcontrole
Algemeen B2-06
Aardingsschakelaar
B2-07
AC-ingangsfrequentiebereik
B2-08
Stand 3: Automatische doorvoer
aan onder batterij-drempelwaarde
Dynamische
AC-ingangsstroombegrenzing B2-14 = 23.5V
B2-09
Stand 3: Onderschrijdingstijd
doorvoer aan
Stand 2: Automatische doorvoer
aan onder batterij-drempelwaarde B2-15 = 0sec
B2-10 = 23.5V
Stand 3: Automatische doorvoer
uit boven batterij-drempelwaarde
Stand 2: Onderschrijdingstijd
doorvoer aan B2-16 = 28.8V
B2-11 = 0sec
Stand 3: Overschrijdingstijd
doorvoer uit
Stand 2: Automatische doorvoer
uit boven batterij-drempelwaarde B2-17 = 0sec
B2-12 = 28.8V
AC-uitschakeldrempel
Stand 2: Overschrijdingstijd
doorvoer uit B2-01 = 180V
B2-13 = 0sec
Hoofdmenu: Programmering - Functie B1 - B1-01
DSPL
DSPL ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DOWN
DOWN
DOWN
DOWN
DOWN
Press ▲ and ▼ key at the
same time to enable the
cursor go to the left digit
from the current digit.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 37
MENU
Functie B3 Aantal Slaves Aantal Slaves
Parellelschakeling B3-01 = 0 "0" Invoer geaccepteerd
Aantal Slaves
"1"
Hoofdmenu: Programmering - Functie B3 - B301
DSPL
DSPL ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Groep B Functie B1
General Uitgangsfrequentie
Groep C Functie B2
Invertor Auto-doorvoerschakelaar
Groep D
Lader
Groep E Functie B4
Extra Uitgang Multi-fase
Groep F Functie B1
Zonnelader Uitgangsfrequentie
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
MENU
Multi-fase-schakeling B4-01 = 0 ***
UIT UIT Entry Accepted
Multi-fase-master B4-01 = 1
Slave Enable
Multi-fase-type
3 Fase-type
Hoofdmenu: Programmering - Functie B4 - B4-01
DSPL
DSPL ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Functie B3
Parellelschakeling
Functie B4
Multi-fase
Groep B Functie B1
GeneralUitgangsfrequentie
Groep C Functie B2
Invertor Auto-doorvoerschakelaar
Groep D
Lader
Groep E
Extra Uitgang
Groep F Functie B1
Zonnelader Uitgangsfrequentie
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
38 090138.01
MENU
Invertor-uitgangsspanning Invoer geaccepteerd
C1-01 = 230V23"0"V
Invertor-batterij
-uitschakeldrempel Invoer geaccepteerd
C1-02 = 18.00V23"1"V
Invertor-batterij
-inschakeldrempel
C1-03 = 21.80V
Extra-Vermogen
Enable
Extra-Vermogen-niveau
2.0
Invertor-uitgangsspanning
C1-01 = 230V
Hoofdmenu: Programmering - Functie C1 - C1-01
DSPL
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Groep B
General
Groep C
Invertor
Groep D
Lader
Groep E
Extra Uitgang
Groep F
Zonnelader
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
Invoer geaccepteerd
MENU
Lader
AAN
Lader
Lader
AAN Entry Accepted
Laadcurve
Adaptief + Batterij-veilig UIT
Herlaadspanning Onderhouds-laadspanning
D1-03 = 28.80V D1-07 = 27.60V
Herhaalde herlaadtijd Oplaadstroom
D1-04 = 18.00Hr D1-08 = 52A
Herlaad-herhalingsinterval Stop na 10 uur opladen
D1-05 = 7.00Days AAN
Maximale herlaadtijd Equalize Mode Select
D1-06 = 4Hr Enable
Lader
AAN
Hoofdmenu: Programmering - Functie D1 - D1-01
DSPL
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Groep B
General
Groep C
Invertor
Groep D
Lader
Groep E
Extra Uitgang
Groep F
Zonnelader
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 39
MENU
Functie
E1
Functie
E2
Functie
E3
Functie
E4
Functie
E5
Functie
E6
Extra1-belasting
-inschakelstroom Load Higher than ? A
extra aansluiting
AAN-zetten E1-01 = 13.3A13."3"A Entry Accepted
Extra1
-inschakelstroomvertraging Load Higher than ? A
Extra aansluiting 1 UIT E1-02 = 0sec 13."4"A
Extra1-batterij-
inschakeldrempelspanning Extra1-
inschakelontlaadtijd
Extra aansluiting 2 AAN E1-03 = 23.5V E1-07 = 0sec
Extra1-inschakeldrempel
-spanningvertraging Extra1-AAN-
Ventilatortijd
Extra aansluiting 2 UIT E1-04 = 0sec E1-08 = 0sec
Extra1-batterij-inschakel
-grensspanning Udc Ripple Alarm Sel
Extra aansluiting 3 AAN E1-05 = 32.0V Alarm
Extra1-inschakelgrens
-spanningvertraging UdcRipAlarm for ?sec
Extra aansluiting 3 UIT E1-06 = 0sec E1-18 = 0sec
Hoofdmenu: Programmering - Functie E1 - E1-01
DSPL
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Groep B
General
Groep C
Invertor
Groep D
Lader
Groep E
Extra Uitgang
Groep F
Zonnelader
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
MENU
Functie
E1 Extra1-belasting-
uitschakelstroom Extra1-belasting
-uitschakelstroom
extra aansluiting
AAN-zetten E2-01 = 3.32A3.3"2"A Invoer geaccepteerd
Functie
E2 Extra1
-uitschakelstroomvertraging Extra1-belasting
-uitschakelstroom
Extra aansluiting 1
UIT E2-02 = 0sec 3.3"3"A
Functie
E3 Extra1-batterij
-uitschakelspanning Extra1-uitschakellaadtijd
extra aansluiting
AAN-zetten E2-03 = 23.50V E2-07 = 0sec
Functie
E4 Extra1-
uitschakelspanningvertraging Extra1-Ventilator
-uitschakeltijd
Extra aansluiting 2 UIT E2-04 = 0sec E2-08 = 0sec
Functie
E5 Extra1-batterij-uitschakel
-grensspanning Extra1-UIT-
Onderbatterijrimpel
extra aansluiting AAN-zetten E2-05 = 32.00V Alarm
Functie
E6 Extra1-uitschakelgrens
-spanningvertraging Extra1-UIT
-Onderbatterijrimpeltijd
Extra aansluiting 1 UIT E2-06 = 0sec E2-19 = 0sec
Hoofdmenu: Programmering - Functie E2 - E2-01
DSPL
DSPL ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Groep B
General
Groep C
Invertor
Groep D
Lader
Groep E
Extra Uitgang
Groep F
Zonnelader
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
40 090138.01
MENU
Zonnelader AAN F1-01 = 0 ***
Uit Disable
Reset Zonne Ampère-uur F1-01 = 1
NO Enable
Main Menu : Programing - Function F1 - F1-01
DSPL
DSPL ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Invoer geaccepteerd
Groep B
General
Groep C
Invertor
Groep D
Lader
Groep E
Extra Uitgang
Groep F
Zonnelader
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
MENU
Functie
O1 Monitor-AAN O1-01 = 4 ***
Monitor Selectie Batterij-spanning Batterij-spanning
Functie
O2 Toetsenbord
-slaapstandtijd O1-01 = 5
Toets Selecties O1-02 = 180sec Batterij
-spanningsrimpel
Monitor-AAN
Battery Voltage
Hoofdmenu: Programmering - Functie O1 - O1-01
DSPL
DSPL ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Invoer geaccepteerd
Groep B
General
Groep C
Invertor
Groep D
Lader
Groep E
Extra Uitgang
Groep F
Zonnelader
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 41
MENU
Functie
O1
Monitor Selectie
Functie
O2 Toetssignaal O2-01 = 1 ***
Toets Selecties Aan Aan
Verstreken-Tijd-Reset O2-01 = 0
O2-02 = 0Hr Disable
Verstreken-Tijd
Power ON
Combi-Gamma-Model Auto-Run-Keuze
O2-04 = CP-1500W-242 Auto
MODE-toets-indruktijd Scherm-slaaptijd
O2-06 = 5sec O2-09 = 10 Minute
RUN/STOP-toets-indruktijd Toetssignaal
O2-07 = 5sec Aan
Hoofdmenu: Programmering - Functie O2 - O2-01
DSPL
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
DSPL
ENTER
Invoer geaccepteerd
Groep B
General
Groep C
Invertor
Groep D
Lader
Groep E
Extra Uitgang
Groep F
Zonnelader
Groep O
Operator
Groep B
Algemeen
*** Hoofdmenu ***
Werking
*** Hoofdmenu ***
Initialisatie
*** Hoofdmenu ***
Programmering
GROEP Functie Parameters Parameters wijzigen
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
42 090138.01
HOOFDSTUK 5 OPSOMMING VAN CONSTANTEN
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
Werking U Monitor U1-01 AC-ingangspanning 01.V 70
U1-02 AC-ingangsstroom 0.1A 70
U1-03 AC-uitgangsspanning 0.1V 70
U1-04 AC-uitgangsstroom 0.1A 70
U1-05 Batterij-spanning 0.1V 70
U1-06 Batterij-rimpelspanning 0.1V 70
U1-07 Batterij-stroom 0.1A 71
U1-08 Bedieningsstand 71
U1-09 Bedieningsstatus OPMERKING 1 71
U1-10 Status Extra Uitgang OPMERKING 2 71
U1-11 Verstreken tijd 1hour 71
U1-12 Batterij-temperatuursensor 1°C 71
U1-13 CPU ID 1 71
U1-14 CPU ID 2 71
U1-15 Status Zonnelader OPMERKING 5 71
U1-16 Zonne-stroom 0.1A OPMERKING 5 71
U1-17 Geleverde zonnevermogen 1W OPMERKING 5 71
U1-18 Zonne Ampère-uur 0.1AH OPMERKING 5 72
U1-19 Totaal geleverde zonne-energie 0.1AH OPMERKING 5 72
U2 Fout Zoe-
ken
U2-01 Fatale fout -
U2-02 Laatste fout 0.1V 72
U2-03 AC-ingangsspanning 0.1A 72
U2-04 AC-ingangsstroom 0.1V 72
U2-05 AC-uitgangsspanning 0.1A 72
U2-06 AC-uitgangsstroom 0.1V 72
U2-07 Batterij-spanning 0.1V 72
U2-08 Batterij-rimpelspanning 0.1A 72
U2-09 Batterij-stroom 72
U2-10 Bedieningsstand OPMERKING 1 73
U2-11 Bedieningsstatus OPMERKING 2 73
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 43
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
U2-12 Status Extra Uitgang 73
U2-13 Verstreken tijd 1hour 73
U2-14 Status Zonnelader - OPMERKING 5 73
U2-15 Zonne-stroom 0.1A OPMERKING 5 73
U2-16 Zonne-vermogen 1W OPMERKING 5 73
U2-17 Zonne-energie 1AH OPMERKING 5 73
U2-18 Totaal geleverde zonne-energie 1AH OPMERKING 5 73
U2-26 Batterij-temperatuursensor 1°C 74
U3 Foutge-
schiedenis
U3-01 Laatste fout 74
U3-02 Foutmelding 2 74
U3-03 Foutmelding 3 74
U3-04 Foutmelding 4 74
U3-05 Verstreken tijd 1 1hour 74
U3-06 Verstreken tijd 2 1hour 74
U3-07 Verstreken tijd 3 1hour 74
U3-08 Verstreken tijd 4 1hour 74
IInitialiseren A Initialise-
ren
A1 A1-01 Toegangsniveau 0~1 1 1 0: Alleen Werking
1: Alle waarden
53
A1-02 Selecteer taal 1 0 0:English 53
A1-03 Init Parameters 0~1 1 0: Initiele instelling
1: Fabriekswaarden
53
A1-04 Wachtwoord 1 0~999 1 54
Programmering B Algemeen B1 Uit-
gangsfre-
quentie
B1-01 Uitgangsfrequentie 0~1 1 0: 50 Hz 1:60 Hz 54
B2 Auto-
doorvoer-
schakelaar
B2-01 AC-uitschakeldrempel OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 55
B2-02 AC-inschakeldrempel OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 55
B2-03 AC-inschakelgrens OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 55
B2-04 AC-uitschakelgrens OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 55
B2-05 AC-ingangsstroombegrenzing OPMERKING 3 0.1A OPMERKING 3 55
B2-06 AC-golfvormcontrole 0~1 1 1 0: Negeer 1: Actief 56
B2-07 Aardingsschakelaar 0~1 1 1 0: Uit 1: Aan 56
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
44 090138.01
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
B2-08 AC-ingangsfrequentiebereik 0~1 1 1 0:50/60Hz+-5Hz
1:45Hz~65Hz
56
B2-09 ADynamische AC-ingangs-
stroombegrenzing
0~1 1 0 0: Normaal
1:Dynamisch
56
Programmering B Algemeen B2 Auto-
doorvoer-
schakelaar
B2-10 Stand 2: Automatische doorvoer
aan onder batterij-drempelwaar-
de
0~32.00
0~16.00
0.01V 23.5V
11.75V
57
B2-11 Stand 2: Onderschrijdingstijd
doorvoer aan
0~255 1 sec 10 sec 57
B2-12 Stand 2: Automatische doorvoer
uit boven batterij-drempelwaarde
0~32.0 0~16.0 0.01V 28.8V 14.4V 57
B2-13 Stand 2: Overschrijdingstijd door-
voer uit
0~255 1 sec 60 sec 57
B2-14 Stand 3: Automatische doorvoer
aan onder batterij-drempelwaar-
de
0~32.0 0~16.0 0.01V 23.5V 11.75V 57
B2-15 Stand 3: Onderschrijdingstijd
doorvoer aan
0~255 1 sec 10 sec 57
B2-16 Stand 3: Automatische doorvoer
uit boven batterij-drempelwaarde
0~32.0 0~16.0 0.01V 28.8V 14.4V 57
B2-17 Stand 3: Overschrijdingstijd door-
voer uit
0~255 1 sec 60 sec 57
B3-01 Aantal Slaves 0~4 1 0 59
B4 Multi-
fase
B4-01 Multi-fase-schakeling 0~1 1 0 0:Uit 1:Aan 58 59
B4-02 Multi-fase-master 0~1 1 0 0:Slave 1:Master 59
B4-03 Multi-fase-type 0~2 1 0 0:3 Fase-type 1: Ge-
deelde 180o fase-type
2: Tweebenig 120
60
C Inverter C1 Inverter C1-01 Inverter-uitgangsspanning OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 60
C1-02 Inverter-batterij-uitschakeldrem-
pel
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 60
C1-03 Inverter-batterij-inschakeldrempel OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 60
C1-05 Extra-Vermogen 0~1 1 1 0: Uit 1: Aan 60
C1-06 Extra-Vermogen-niveau 1.0~3.5 1 2 61
Programmering D Lader D1 Lader D1-01 Lader 0~1 1 1 0:AC CHARGER” is
uitgeschakeld 1:AC
CHARGER” is inge-
schakeld
61
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 45
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
D1-02 Laadcurve 1~3 1 3 1: Vast2: Adaptief3:
Adaptief + Batterij-
veilig
61
D1-03 Herlaadspanning OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 62
D1-04 Herhaalde herlaadtijd 1~72 0.25hour 4 4x0.25=1 uur 62
D1-05 Herlaad-herhalingsinterval 1~180 0.25day 28 28x0.25=7day 62
D1-06 Maximale herlaadtijd 1~8 1 uur 4 uur 62
D1-07 Onderhouds-laadspanning OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 62
D1-08 Oplaadstroom 0~1 1A OPMERKING 3 62
D1-09 Stop na 10 uur opladen 0~1 1 1 0:Uit 1:Aan 63
D1-10 Druppelladen 0~1 1 1 0:Uit 1:Aan 63
E Extra aan-
sluiting
E1 extra
aansluiting
AAN-zetten
E1-01 Extra1-belasting-inschakelstroom OPMERKING 3 0.01A OPMERKING 3 63
E1-02 Extra1-inschakelstroomvertraging 0~255 1sec 0sec
E1-03 Extra1-batterij-inschakeldrempel-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3
E1-04 Extra1-inschakeldrempel-span-
ningvertraging
0~255 1sec 0sec
E1-05 Extra1-batterij-inschakel-grens-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3
Programmering E Extra aan-
sluiting
E1 extra
aansluiting
AAN-zetten
E1-06 Extra1-inschakelgrens-spanning-
vertraging
0~255 1sec 0sec 64
E1-07 Extra1-inschakelontlaadtijd 0~255 1sec 0sec 64
E1-08 Extra1-AAN-Ventilatortijd 0~255 1sec 0sec 64
E1-09 Extra1-oplaad-bescherming 0~1 1 0 0:Uit 1:Aan 64
E1-10 Extra1- Interne-fout 0~1 1 0 0:Uit 1:Aan 64
E1-11 Extra1-Temperatuuroverschrijding 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 64
E1-12 Extra1-Temperatuuroverschrij-
ding-vertraging
0~255 1sec 0sec 64
E1-13 Extra1-Batterijonderspanning-
salarm
0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 65
E1-14 Extra1-Batterijonderspanning-
salarmvertraging
0~255 1sec 0sec 65
E1-15 Extra1-Overbelastingsalarm 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 65
E1-16 Extra1-Overbelastingsalarmver-
traging
0~255 1sec 0sec 65
E1-17 Extra1-rimpelspanningsalarm 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
46 090138.01
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
E1-18 tra1-rimpelspanningsalarmtijd 0~255 1sec 0sec 65
Programmering E Extra aan-
sluiting
E2 Extra
aansluiting
E2-01 Extra1-belasting-uitschakel-
stroom
OPMER-
KING 3
0.01A OPMERKING 3 65
E2-02 Extra1-uitschakelstroomvertra-
ging
0~255 1sec 0sec 65
E2-03 Extra1-batterij-uitschakelspan-
ning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 OPMERKING 3 66
E2-04 Extra1-uitschakelspanningvertra-
ging
0~255 1sec 0sec 66
E2-05 Extra1-batterij-uitschakel-grens-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 OPMERKING 3 66
E2-06 Extra1-uitschakelgrens-spanning-
vertraging
0~255 1sec 0sec 66
E2-07 Extra1-uitschakellaadtijd 0~255 1sec 0sec 66
E2-08 Extra1-Ventilator-uitschakeltijd 0~255 1sec 0sec 66
E2-09 Extra1-Eindelaadtijd 0~1000 1min 0 66
E2-10 Extra1-Einde-Aantijd 0~1000 1min 0 66
E2-11 Extra1-AC-uitschakeldrempeltijd 0~255 1sec 0sec 66
E2-12 Extra1-UIT-temperatuurgrens 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E2-13 Extra1-temperatuurveiligtijd 0~255 1sec 0sec 67
E2-14 Extra1-UIT-Volle-batterij 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E2-15 Extra1-UIT-Volle-batterijtijd 0~255 1sec 0sec 67
E2-16 Extra1-UIT-onderbelasting 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E2-17 Extra1-UIT-onderbelastingtijd 0~255 1sec 0sec 67
E2-18 Extra1-UIT-Onderbatterijrimpel 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E2-19 Extra1-UIT-Onderbatterijrimpeltijd 0~255 1sec 0sec 67
E3 Extra
aansluiting
2 AAN
E3-01 Extra1-belasting-
inschakelstroom
OPMER-
KING 3
0.01 A OPMERKING 3 67
E3-02 Extra2-belasting-inschakelstroom 0~255 1sec 0sec 67
E3-03 Extra2-batterij-inschakeldrempel-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 67
E3-04 Extra2-inschakeldrempel-span-
ningvertraging ? sec
0~255 1sec 0sec 67
E3-05 Extra2-batterij-inschakel-grens-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 67
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 47
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
E3-06 Extra2-inschakelgrens-spanning-
vertraging
0~255 1sec 0sec 67
E3-07 Extra2-inschakelontlaadtijd 0~255 1sec 0sec 67
E3-08 Extra2-AAN-Ventilatortijd 0~255 1sec 0sec 67
E3-09 Extra2-oplaad-bescherming 0~1 1 0 0:Disable 1:Enable 67
E3-10 Extra2- Interne-fout 0~1 1 0 0:Disable 1:Enable 67
E3-11 Extra2-Batterijonderspanning-
salarm
0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E3-12 Extra2-Temperatuuroverschrij-
ding-vertraging
0~255 1sec 0sec 67
E3-13 Extra2-Batterijonderspanning-
salarm
0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
Programmering E Extra aan-
sluiting
E3 Extra
aansluiting
2 AAN
E3-14 Extra2-Batterijonderspanning-
salarmvertraging
0~255 1sec 0sec 67
E3-15 Extra2-Overbelastingsalarm 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E3-16 Extra2-Overbelastingsalarmver-
traging
0~255 1sec 0sec 67
E3-17 Extra2-rimpelspanningsalarm 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E3-18 Extra2-rimpelspanningsalarmtijd 0~255 1sec 0sec 67
E4 Extra
aansluiting
2 UIT
E4-01 Extra2-belasting-
uitschakelstroom
OPMER-
KING 3
0.01A OPMERKING 3
E4-02 Extra2-uitschakelstroomvertra-
ging
0~255 1sec 0sec 67
E4-03 Extra2-batterij-uitschakelspan-
ning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 67
E4-04 Extra2-uitschakelspanningvertra-
ging
0~255 1sec 0sec 67
E4-05 Extra2-batterij-uitschakel-grens-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 67
E4-06 Extra2-uitschakelgrens-spanning-
vertraging
0~255 1sec 0sec 67
E4-07 Extra2-uitschakellaadtijd 0~255 1sec 0sec 67
E4-08 Extra2-Ventilator-uitschakeltijd 0~255 1sec 0sec 67
E4-09 Extra2-Eindelaadtijd 0~1000 1min 0 67
E4-10 Extra2-Einde-Aantijd 0~1000 1min 0 67
E4-11 Extra2-AC-uitschakeldrempeltijd 0~255 1sec 0sec 67
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
48 090138.01
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
E4-12 Extra2-UIT-temperatuurgrens 0~1 1 0 67
E4-13 Extra2-temperatuurveiligtijd 0~255 1sec 0sec 67
E4-14 Extra2-UIT-Volle-batterij 0~1 1 0 67
E4-15 Extra2-UIT-Volle-batterijtijd 0~255 1sec 0sec 67
E4-16 Extra2-UIT-onderbelasting 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E4-17 Extra2-UIT-onderbelastingtijd 0~255 1sec 0sec 67
E4-18 Extra2-UIT-Onderbatterijrimpel 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E4-19 Extra2-UIT-Onderbatterijrimpeltijd 0~255 1sec 0sec 67
E5 Extra
aansluiting
2 AAN
Extra3-belasting-inschakelstroom Extra2-belasting-
uitschakelstroom
OPMER-
KING 3
0.01A OPMERKING 3 67
E5-02 Extra3-inschakelstroomvertraging 0~255 1sec 0sec 67
E5-03 Extra3-batterij-inschakeldrempel-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 67
E5-04 Extra3-inschakeldrempel-span-
ningvertraging
0~255 1sec 0sec 67
E5-05 Extra3-batterij-inschakel-grens-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 OPMERKING 3
E5-06 Extra3-inschakelgrens-spanning-
vertraging
0~255 1sec 0sec 67
E5-07 Extra3-inschakelontlaadtijd 0~255 1sec 0sec 67
E5-08 Extra3-AAN-Ventilatortijd 0~255 1sec 0sec 67
E5-09 Extra3-oplaad-bescherming 0~1 1 0 0:Disable 1:Enable 67
E5-10 Extra3- Interne-fout 0~1 1 0 67
E5-11 Extra3-Batterijonderspanning-
salarm
0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E5-12 Extra3-Temperatuuroverschrij-
ding-vertraging
0~255 1sec 0sec 67
E5-13 Extra3-Batterijonderspanning-
salarm
0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E5-14 Extra3-Batterijonderspanning-
salarmvertraging
0~255 1sec 0sec 67
E5-15 Extra3-Overbelastingsalarm 0~1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 67
E5-16 Extra3-Overbelastingsalarmver-
traging
0~255 67
E5-17 Extra3-rimpelspanningsalarm 0~1 0:Alarm 1:Voor-alarm 66
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 49
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
E5-18 Extra3-rimpelspanningsalarmtijd 0~255 67
E6 Extra
aansluiting
3 UIT
E6-01 Extra3-belasting-
uitschakelstroom
OPMER-
KING 3
0.01A OPMERKING 3
E6-02 Extra3-uitschakelstroomvertra-
ging
0~255 1sec 0sec 68
E6-03 Extra3-batterij-uitschakelspan-
ning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 OPMERKING 3 68
E6-04 Extra3-uitschakelspanningvertra-
ging
0~255 1sec 68
E6-05 Extra3-batterij-uitschakel-grens-
spanning
OPMERKING 3 1V OPMERKING 3 OPMERKING 3 68
Programmering E E Extra
aansluiting
E6 Extra
aansluiting
3 UIT
E6-06 Extra3-uitschakelgrens-spanning-
vertraging
0~255 1sec 0sec 68
E6-07 Extra3-uitschakellaadtijd 0~255 1sec 0sec 68
E6-08 Extra3-Ventilator-uitschakeltijd 0~255 1sec 0sec 68
E6-09 Extra3-Eindelaadtijd 0~1000 1min 0 68
E6-10 Extra3-Einde-Aantijd 0~1000 1min 0 68
E6-11 Extra3-AC-uitschakeldrempeltijd 0~255 1sec 0sec 68
E6-12 Extra3-UIT-temperatuurgrens 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 68
E6-13 Extra3-temperatuurveiligtijd 0~255 1sec 0sec 68
E6-14 Extra3-UIT-Volle-batterij 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 68
E6-15 Extra3-UIT-Volle-batterijtijd 0~255 1sec 0sec 68
E6-16 Extra3-UIT-onderbelasting 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 68
E6-17 Extra3-UIT-onderbelastingtijd 0~255 1sec 0sec 68
E6-18 Extra3-UIT-Onderbatterijrimpel 0~1 1 0 0:Alarm 1:Voor-alarm 68
E6-19 Extra3-UIT-Onderbatterijrimpeltijd 0~255 1sec 0sec 68
E7 Extra
aansluiting
1 Optie
E7-01
Extra1-Gebruik 0~1 1 0 0:Extra1 niet gebruiken:
Gebruik Extra1
68
E7-02 Extra1-Invers 0~1 1 0 68
E7-03 Extra1-Gebruikstijd 0~1000 1 min 0 68
E8 Extra
aansluiting
2 Optie
E8-01
Extra2-Gebruik 0~1 1 0 0:Extra2 niet gebruiken:
Gebruik Extra2
68
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
50 090138.01
Menu Group Functie Constante LCD-scherm Bereik Eenheid Fabrieksinstelling Opmerking Pagina
E8-02 Extra2-Invers 0~1 1 0 0: Normaal 1: Invers 68
E8-03 Extra2-Gebruikstijd 68
E9 Extra
aansluiting
3 Option
E9-01
Extra3-Gebruik 0~1 1 0 0:Extra3 niet gebruiken:
Gebruik Extra3
68
E9-02 Extra3-Invers 0~1 1 0 0: Normaal 1: Invers 68
E9-03 Extra3-Gebruikstijd 68
F Zonnela-
der
F1 Zonnela-
der
F1-01 Zonnelader AAN 0~1 1 1 0: Aan 1: Uit
OPMERKING 5
F1-02 Reset Zonne Ampère-uur 0~1 1 0 0: No 1: Ja OPMER-
KING 5
F1-03 Zonnemonitor 0~10 1 0 0: Som van
scherm1~10: onafhan-
kelijk scherm OPMER-
KING 5
O Operator O1 Monitor
Selectie
O1-01 Monitor-AAN 0~26 1 4 68
O1-02 Toetsenbord-slaapstandtijd 10~600 1sec 180 sec 69
O2 Toets
Selecties
O2-01 Toetssignaal 0~1 1 1 69
O2-02 Verstreken-Tijd-Reset 0~60000 1hour 0 69
O2-03 Verstreken-Tijd 0~1 1 0 0:Vanaf Aanzetten 1:
Vanaf Run-time
69
O2-04 Combi-Gamma Model - 69
O2-06 MODE-toets-indruktijd 2~10 1sec 5 sec 69
O2-07 RUN/STOP-toets-indruktijd 2~10 1sec 2 sec 69
O2-08 Auto-Run-Keuze 0~1 1 1 0: Handmatig 1: Auto-
matisch
69
O2-09 Scherm-slaaptijd 0~60 1min 10 min
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 51
OPMERKING 1:
Bedieningsstatus
U1-09 = 09 = X X X X X X X X X X X X
Fault:
0 = OK
1 = Fault Udc ripple:
0 = OK
1 = Udc-ripple
Pre-alarm
OL:
0 = OK
1 = Over load pre-alarm
Battery Low:
0 = OK
1 = Battery low pre-alarm
OH:
0 = OK
1 = OH pre-alarm
Reoter:
0 = Remoter disconnect
1 = Remoter connect
AC OUT:
0 = No output
1 = output
AC IN:
0 = AC IN disconnect
1 = AC IN connect
ATS:
0 = OF
1 = ON
AC CHARGER:
0 = OFF
1 = ON
Inverter:
0 = OFF
1 = ON
RUN/STOP:
0 = STOP
1 = RUN
OPMERKING 2:
Extra uitgangen
U1- 10 = 09 = X X X
Aux-Relay3:
0 = OFF
1 = ON
Aux-Relay2:
0 = OFF
1 = ON
Aux-Relay1:
0 = OFF
1 = ON
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
52 090138.01
OPMERKING 3:
Constant
B2-01 B2-02 B2-03 B2-04 B2-05 C1-01 C1-02 C1-03 D1-03 D1-07
Model
COMBI1512 180V 187V 265V 270V 16.0A 230V 9.3V 10.9V 14.4V 13.8V
COMBI3012 180V 187V 265V 270V 16.0A 230V 9.3V 10.9V 14.4V 13.8V
COMBI1524 180V 187V 265V 270V 16.0A 230V 18.6V 21.8V 14.4V 13.8V
COMBI3024 180V 187V 265V 270V 16.0A 230V 18.6V 21.8V 14.4V 13.8V
Constant
D1-08
E1-01 E1-03 E1-05 E2-01 E2-03 E2-03 E2-05
E3-01 E3-03 E3-05 E4-01 E4-03 E4-03 E4-05
Model E5-01 E5-03 E5-03 E6-01 E6-03 E6-03 E6-05
COMBI1512 35A 6.55A 11.75V 16.0V 1.66A 1.66A 11.75V 16.0V
COMBI3012 70A 13.3A 11.75V 16.0V 3.32A 3.32A 11.75V 16.0V
COMBI1524 17A 6.55A 23.5V 32.0V 1.66A 1.66A 23.5V 32.0V
COMBI3024 35A 13.3A 23.5V 32.0V 3.32A 3.32A 23.5V 32.0V
OPMERKING 4:
Parameter Instellingen LCD Scherm
O1-01= 0 AC-ingangsspanning
1 AC-ingangsstroom
2 AC-uitgangsspanning
3 AC-uitgangsstroom
4 Batterij/spanning
5 Batterij/rimpelspanning
6 Batterij/stroom
7 Bedieningsstand
8 Bedieningsstatus
9 Extra aansluiting Status
10 Verstreken tijd
11 Batterij-temperatuursensor
12 CPU ID 1
13 CPU ID 2
14 Status Zonnelader
15 Zonne-stroom
16 Geleverd Zonne-vermogen
17 Zonne-AmpèreUren
18 Totaal geleverd zonne/energie
19 Status DC Generator
OPMERKING 5:
De waarden waar OPMERKING 5 bij staat zijn alleen zichtbaar als de uitbreidbare poort (Port C) verbonden is. Na aanzetten zal de Combi-
Gamma eerst elke ingebouwde en externe module scannen. De waarden waar OPMERKING 5 bij staat zijn alleen zichtbaar als de uitbreidbare
poort (Port C) verbonden is met de uitbreidingsmodule.
De constanten, aangegeven onder OPMERKING 5, zijn alleen zichtbaar als uitbreidingspoort (Poort C) is aangesloten. Na het aanzetten zal
de Combi-Gamma iedere ingebouwde en uitbreidingsmodule scannen. De constanten aangemerkt met OPMERKING 5 zijn alleen zichtbaar
als de uitbreidingspoort (Poort C) is aangesloten met de uitbreidingsmodule.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 53
HOOFDSTUK 6 Programmeerconstanten
A Groep (Initialiseren)
A1 Groep (Initialiseren)
A1-01: Toegangsniveau
Gebruik constante A1-01 om het toegangsniveau van de gebruikersconstanten in te
stellen.
Dit niveau bepaalt welke gebruikersconstanten veranderd en getoond kunnen worden.
Instelling Functie
A1-01 = 0
Deze instelling laat toe de ‘operation’ en ‘initialize’ te veranderen of te tonen.
Gebruik deze instelling om te voorkomen dat instellingen van gebruikerscon-
stanten worden veranderd.
A1-01 = 1
(Initiele instelling) Deze instelling laat toe alle gebruikersconstanten te veranderen en te tonen.
A1-02: Selecteer taal
Gebruik constante A1-02 om de taal te selecteren, welke door Combi-Gamma wordt
getoond. De waarde 0 stelt Engels in en andere waarden stellen andere talen in.
Deze gebruikersconstante wordt niet teruggezet op de fabrieksinstelling als de constanten
worden geinitialiseerd. Deze moet handmatig op de fabrieksinstelling worden ingesteld.
Instelling Functie
A1-02 = 0
(Initiele instelling) English
A1-02=1 Gereserveerd, in ontwikkeling
A1-02=2 Gereserveerd, in ontwikkeling
A1-02=3 Gereserveerd, in ontwikkeling
A1-02=4 Gereserveerd, in ontwikkeling
A1-02=5 Gereserveerd, in ontwikkeling
A1-02=6 Gereserveerd, in ontwikkeling
A1-03: Init Parameters
Gebruik constante A1-03 om de gebruikersconstanten te initializeren.
Eenmaal geinitialiseerd, zullen de gebruikersconstanten terugkeren naar de vooringe-
stelde fabriekswaarden. U dient normaal gesproken de instellingen van de constanten
welke veranderd worden ten opzichte van de fabriekswaarden te registreren.
Instelling Functie
A1-03 = 0
(Initiele instelling)
Keert terug naar het initialisatiescherm zonder enige gebruikersconstanten te
wijzigen.
A1-03 = 1 Initialiseert de gebruikersconstanten naar fabriekswaarden.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
54 090138.01
A1-04: Init Wachtwoord 1
Deze constante wordt gereserveerd voor de fabriek om functies te testen en te wijzigen.
Het is gebruikers niet toegestaan om deze constante in te stellen.
Lock the constants setting (A1-01=1)
1. Finish setting all the programmable parameters to the desired values.
2. Change A1-01=0 (Operation only), factory setting is A1-01=1 (Constant set).
3. Go to A1-04 and press RUN/STOP key and UP key at the same time till A1-05 parameter
occurs.
4. Enter the desired password (max. 4 digits)
5. Press UP key to leave A1-05
Above procedure completes locking the constants setting and no more programming se-
lection would appear. A1-01 would only display 0 (Operation only) and would not display
1 (Constants set).
Unlock the constants setting
1. Enter the password in A1-04 to be exactly the same as the one earlier set in A1-05
2. When the password in A1-04 matches the one earlier set in A1-05, the unlocking is com-
pleted. A1-01=1 (Constants set) would appear again for programming.
3.
B Groep (Algemeen):
B1 Groep (Uitgangsfrequentie)
B1-01: Uitgangsfrequentie
B1-01 wordt gebruikt om de uitgangsfrequentie van de INVERTER AC-uitgang in te
stellen.
Instelling Functie
B1-01 = 0
(Initiele instelling) 50Hz op INVERTER AC-uitgang
B1-01 = 1 60Hz op INVERTER AC-uitgang
B2-08: AC IN Frequentiebereik
Instelling Functie
B2-08 = 0
Als B1-01=0: Een AC-ingangsfrequentie van 50 Hz ± 5 Hz (45 ~ 55 Hz) is accep-
tabel
Als B1-01=1: Een AC-ingangsfrequentie van 60 Hz ± 5 Hz (55 ~ 65 Hz) is accep-
tabel
B2-08 – 1
(Initiele instelling) Een AC-ingangsfrequentie van 45 ~ 65 Hz is acceptabel.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 55
B2 Groep Auto-doorvoerschakelaar
B2-01: AC-uitschakeldrempelt
Gebruik constante B2-01 om de ingangswisselspanning AC IN te bepalen onder welk
niveau de auto-doorvoerschakelaar (ATS Auto Transfer Switch) zal uitschakelen.
Dit spanning niveau zal altijd onder de AC-inschakeldrempel (AC IN Low Connect) (B2-
02) blijven. In feite zal het veranderen van dit niveau ook de AC-inschakeldrempel (het
AC IN Low Connect) (B2-02) niveau veranderen.
B2-02: AC-inschakeldrempel
Deze instelling is afhankelijk van de AC-uitschakeldrempel (AC IN Low Disconnect) (B2-
01). Met deze instelling kan de AC-ingangsspanning bepaald worden waarop de ATS
zal inschakelen. Dit dient boven de AC-uitschakeldrempel (B2-01) niveau te liggen om
het continu uitschakelen van de ATS te voorkomen, als de spanning rond de drempel-
spanning fluctueert.
In feite is het verschil tussen AC IN Low Disconnect (B2-01) en AC IN Low Connect (B2-
02) de parameter die wordt veranderd.
Het resultaat hiervan is dat bij het veranderen van de drempelspanning (B2-01) de drem-
pelspanning (B2-02) ook verandert.
* Opmerkingt: (B2-02) kan gedurende korte tijd genegeerd worden als de AC-golfvorm-
controle (AC IN Waveform Check) (B2-06) wordt uitgeschakeld: (B2-06 = 0).
Als de AC-ingangsspanning AC IN daalt als gevolg van de toegenomen laadstroom, zal
de AC CHARGER ervoor zorgdragen dat de spanning niet onder dit niveau valt.
B2-02=B2-01+offset voltage
B2-03: AC-inschakelgrens
Deze waarde is afhankelijk van de AC-uitschakelgrens (AC IN High Disconnect) (B2-04).
Met deze instelling kan de AC-grensspanning bepaalt worden waaronder de ATS zal
inschakelen. Dit dient onder de AC-uitschakeldrempel (AC IN Low Disconnect) (B2-04)
te liggen om het continu schakelen van de ATS te voorkomen als de spanning rond dat
niveau fluctueert.
In feite, de paraemeter welke wordt veranderd is het verschil tussen de AC-uitschakel-
grens (B2-04) en de AC-inschakelgrens (B2-03).
Het resultaat hiervan is dat bij het veranderen van het B2-04 niveau dit niveau (B2-03)
ook veranderd.
B2-03=B2-04–offset voltage
B2-04: AC-uitschakelgrens
Gebruik constante B2-04 om de AC-ingangsspanning te bepalen waarboven de ATS
(Auto Transfer Switch) zal uitschakelen.
Dit spanningsniveau zal altijd boven de AC-inschakelgrens (B2-03) blijven. In feite zal
het veranderen van dit niveau ook de AC-inschakelgrens (B2-03) veranderen.
B2-05: AC-ingangsstroombegrenzing
Gebruik constante (B2-05) om het specifieke AC invoervermogen in te stellen. Deze
waarde is heel belangrijk voor zowel de batterijlader als voor de inverter Extra-Vermo-
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
56 090138.01
gen-stand (power assist).
De waarde van constante (B2-05) zal de de werkelijke AC-ingangsstroombegrenzing
bepalen.
* Opmerking: Met Extra-Vermogen ingeschakeld is er een minimale waarde voor de AC-
vermogensdrempel (AC input power limit). Gelieve de opmerking bij Extra-Vermogen
(pagina 60) te raadplegen.
B2-06: AC-golfvormcontrole
Gebruik constante (B2-06) om de snelle controle van de ingangsgolfvorm in- of uit te
schakelen.
Instelling Functie
B2-06 = 0
(Negeren)
Door de AC-golfvormcontrole uit te schakelen wordt de AC-uitschakeldrempel (B2-01)
genegeerd. Als de gevraagde stroom 1.5 keer hoger is dan de AC-ingangsstroombe-
grenzing (B2-05), wordt dit gebruikt om onnodige inschakeling van de INVERTER te
voorkomen, dit in het geval van spanningsval bij hoge belasting.
B2-06 = 1
(Initiele instelling)
(Actief)
Deze instelling controleert de golfvormvorm. Als deze niet binnen bepaalde limieten
sinusvormig is wordt de AC-ingangsspanning verworpen.
Bepaalde generatoren of zeer zwakke netspanningen hebben een slecht gevormde sinus
als de belasting plotseling veranderd. In zulke geval zal de snelle controle een defect
detecteren.
B2-07: Aardingsschakelaar
Wordt gebruikt om de interne aardingsschakelaar in- of uit te schakelen. De aardings-
schakelaar is bruikbaar als in de installatie een aardlekschakelaar is opgenomen.
Als de auto-doorvoerschakelaar (ATS) open staat (INVERTER-Stand), is de nul van de
inverter aan aarde (de “G” aansluiting) gelegd .
Als de auto-doorvoerschakelaar (ATS) sluit (AC IN wordt naar AC OUT geleid), wordt
eerst de nul van aarde (de “G” aansluiting) ontkoppeld.
Instelling Functie
B2-07 = 0 De interne aardingsschakelaar is open.
B2-07 = 1 (Initiele instelling) De interne aardingsschakelaar is gesloten.
B2-08: AC-ingangsfrequentiebereik
Raadpleeg (B1-01)
B2-09: Dynamische AC-ingangsstroombegrenzing
Deze instelling is een uitbreiding op de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05).
Instelling Functie
B2-09 = 0 (Initiele instelling) De AC-ingangsstroombegrenzing wordt gespecificeerd door (B2-05).
B2-09 = 1
De effectieve AC-ingangsstroombegrenzing hangt af van de belastinggeschiede-
nis. Als de belasting lager is dan de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05), is de
effectieve AC-ingangsstroombegrenzing ook lager, maar iets boven de belasting..
Als de belasting toeneemt, neemt de effectieve AC-ingangsstroombegrenzing
ook toe met een vertraging. De gedachte hierachter is dat als een generator
laag belast wordt deze niet onmiddelijk naar volledige belasting kan gaan en
wat tijd nodig heeft om meer vermogen te kunnen leveren.
* Een voorbeeld:
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 57
We hebben een 2KVA generator.
We passen de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05) instelling aan naar 8A en we scha-
kelen Extra-Vermogen (C1-05 = 1) in. We hebben geen belasting aangesloten en de bat-
terijen zijn volledig geladen. Daarom wordt er geen vermogen door de generator geleverd
Op dit moment sluiten we een belasting van 7A aan op de Combi-Gamma met deze
instelling (B2-09) uitgeschakeld en de Combi-Gamma zal niet reageren omdat de belas-
ting onder de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05) instelling ligt. Het resultaat is dat
de volledige belasting op de generator is aangesloten, waarvan de spanning zal dalen
omdat de stroom niet meteen geleverd kanworden, wat zou kunnen leiden tot inschake-
ling van de INVERTER.
Als we echter de instelling Dynamische AC-ingangsstroombegrenzing ingeschakeld had-
den, zou de effectieve AC ingangsstroomlimiet veel lager zijn dan 8A, omdat de belasting
nul zou zijn. Dus het aansluiten van een belasting van 7A zou leiden tot het opstarten van
Combi-Gamma naar Extra-Vermogen en er zou geen spanningsval gezien worden op de
AC OUT. De generator begint het vermogen op te voeren en de effectieve AC-ingangs-
stroombegrenzing zal langzaam naar 8A toenemen. Uiteindelijk zal de Combi-Gamma het
Extra-Vermogen stoppen en de volledige belasting aan de generator leggen.
Dit is een krachtige optie in combinatie met Extra-Vermogen, maar zelfs zonder Extra-
Vermogen kan het onnodig inschakelen van de inverter voorkomen, omdat de laad-
stroom zal verminderen naarmate de AC-ingangsstroom hoger wordt dan de effectieve
AC invoer stroomlimiet.
B2-10: Stand 2: Automatische doorvoer aan onder batterij-drempelwaarde
B2-11: Stand 2: Onderschrijdingstijd doorvoer aan
B2-12: Stand 2: Automatische doorvoer uit boven batterij-drempelwaarde
B2-13: Stand 2: Overschrijdingstijd doorvoer uit
B2-14: Stand 3: Automatische doorvoer aan onder batterij-drempelwaarde
B2-15: Stand 3: Onderschrijdingstijd doorvoer aan
B2-16: Stand 3: Automatische doorvoer uit boven batterij-drempelwaarde
B2-17: Stand 3: Overschrijdingstijd doorvoer uit
B2-10 tot en met B2-13 worden gebruikt om de instelling van de Auto-doorvoerschake-
laar op AAN/UIT te zetten in MODE2.
B2-14 tot en met B2-17 worden gebruikt om de instelling van de Auto-doorvoerschake-
laar op AAN/UIT te zetten in MODE3.
Wanneer de Combi-Gamma in ofwel MODE2 ofwel MODE3 staat, heeft de Inverter de pri-
oriteit om de spanning op de uitgang hoog te houden voor de belasting. Als op de ingang
vermogen geleverd wordt en de Inverter actief is en de batterij bijna uitgeput is, zal de auto-
doorvoerschakelaar ingeschakeld worden om zeker te stellen dat de belasting continu van
stroom voorzien wordt. Op dat moment zal het uitgangsvermogen geleverd worden door
het ingangsvermogen. Tegelijkertijd kan de batterij geladen worden door een of andere
duurzame energiebron zoals een Solar Charger, windenergie of een DC-lader (MODE3).
Dit zal normaliter de Zonne-energie toepassing zijn, zonder gebruik van een AC-bron (AC-
lader). De batterij kan ook geladen worden door een AC-bron (AC-lader) of een of andere
duurzame energiebron zoals de Solar Charger, windenergie of een DC-generator (MODE2).
Dit zal normaliter de toepassing zijn waarin zowel AC- als DC-vermogen gevraagd wordt.
Wanneer de batterij tijdens het opladen langzaam een bepaald niveau bereikt, betekent
dit dat de batterij bijna volledig opgeladen zal zijn en de auto-doorvoerschakelaar uitge-
schakeld zal worden zodat INVERTER de doorgaande toevoer naar de belasting op de
AC-uitgang kan overnemen.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
58 090138.01
B2-10 en B2-11 worden in MODE2 gebruikt om de auto-doorvoerschakelaar aan te zet-
ten als de batterij spanning - langer dan de tweede tijd gezet in (B2-11) - lager is dan de
waarde in B2-10 spanning value.
(INVERTER OFF + ATS ON + AC CHARGER ON)
B2-12 en B2-13 worden in MODE2 gebruikt om de auto-doorvoerschakelaar uit te zetten
als de batterij spanning - langer dan de tweede tijd gezet in (B2-13) - hoger is dan de
waarde in B2-12.
(INVERTER ON + ATS OFF + AC CHARGER OFF)
B2-14 en B2-15 worden in MODE3 gebruikt om de auto-doorvoerschakelaar uit te zetten
als de batterij spanning - langer dan de tweede tijd gezet in (B2-15) - hoger is dan de
waarde in B2-14.
(ATS ON + INVERTER OFF + AC CHARGER ON)
B-16 en B2-17 worden in MODE3 gebruikt om de auto-doorvoerschakelaar uit te zetten
als de batterij spanning - langer dan de tweede tijd gezet in (B2-17) - hoger is dan de
waarde in B2-16.
(INVERTER ON + ATS OFF + AC CHARGER OFF)
B2-18: MODE1: ACIN Current Lmt
Use constant B2-18 to set the set the specific maximum AC input current in MODE 1.
This value is very important for both battery charger and inverter output Load-Support.
When using constant B2-18, the values determine the actual AC current limit.
B2-19: MODE2: ACIN Current Lmt
Use constant B2-19 to set the set the specific maximum AC input current in MODE 2.
This value is very important for both battery charger and inverter output Load-Support.
When using constant B2-19, the values determine the actual AC current limit.
B2-20: MODE3: ACIN Current Lmt
Use constant B2-20 to the specific maximum AC input current in MODE 3. This value is
very important for both battery charger and inverter output Load-Support.
When using constant B2-20, the values determine the actual AC current limit.
B2-21: MODE4: ACIN Current Lmt
Use constant B2-21 to set the set the specific maximum AC input current in MODE 4.
This value is very important for both battery charger and inverter output Load-Support.
When using constant B2-21, the values determine the actual AC current limit.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 59
B3 Groep Parellelschakeling
B3-01: Aantal Slaves
In dit geval wordt een parallelschakeling gebouwd met 1 master en tot aan 4 slaven. Het
aantal slaves in het systeem kan gespecificeerd worden. Deze instelling hoeft alleen in
de master gedaan te worden. Het is niet absoluut vereist om het aantal slaves aan te
geven. Het systeem zal ook goed werken zonder deze instelling te specificeren.
Deze instelling is toegevoegd voor het gemak van de eindgebruiker als het AC-ingangs-
vermogen groter is dan het totaal van B2-05*, het aantal van de Combi-Gamma (Master
+ Slaven) als B3-01 = 0. Deze instelling heeft alleen invloed op de schaling van de
AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05). Als B3-01 = 0 moet de beschikbare AC-stroom
gedeeld worden door het aantal Combi-Gamma’s (masters + slaves) en dient de AC-
ingangsstroombegrenzing als zodanig ingesteld worden. Dus een voorbeeld van het
instellen van de B2-05 = 10A in een parallel systeem met 3 Combi-Gamma zou leiden
tot een AC-ingangsstroombegrenzing van 3*10A = 30A.
Echter, als in dit systeem het aantal slaven is ingesteld op 2 (B3-01 = 3), dan wordt de
deling intern gedaan en het instellen van de AC-ingangsstroombegrenzing op 10A (B2-
05 = 10) zal leiden tot 10A voor het hele systeem en verdeeld worden over de master
en de slaves. Deze werkwijze wordt vaak toegepast in situaties waarin het AC-ingangs-
vermogen beperkt is, zoals bij een generator met beperkte capaciteit.
B4 Groep Multi-fase
B4-01: Multi-fase-schakeling
Alle Combi-Gamma’s in een multi-fase systeem moeten de parameter Multi-fase-scha-
keling ingeschakeld hebben. Gebruik deze instelling om dit te bewerkstelligen.
Als meer Combi-Gamma per fase parallelgeschakeld staan hoeven alleen de masters in
de parellelschakeling de parameter 2-3 fase ingeschakeld te hebben.
Instelling Functie
B4-01 = 0 (Initiele instelling) 2-3 Fase is uitgeschakeld.
B4-01 = 1 2-3 Fase is ingeschakeld.
B4-02: Multi-fase-master
In een multi-fase systeem is er altijd één en niet meer dan één master. De Combi-Gam-
ma’s voor andere fasen worden volgers genoemd.
Gebruik deze instelling om een van de Combi-Gamma’s aan te wijzen als master. Als
deze parameter niet is ingesteld (B4-02 = 0) is de Combi-Gamma een volger.
Instelling Functie
B4-02 = 0 (Initiele instelling) 2-3 Fase aansluitingsysteem wordt slave genoemd.
B4-02 = 1 2-3 Fase aansluitingsysteem wordt master genoemd.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
60 090138.01
B4-03: Multi-fase-type
Gebruik constante B4-03 om het gewenste multi-fase type in te stellen.
Instelling Functie
B4-03 = 0
(Initiele instelling)
3 Fase-type:
Drie Combi-Gamma’s zijn vereist.
Uitvoer is 3-fasig met 120° faseverschuiving.
B4-03 = 1
Gedeelde 180° fase-type:
Twee Combi-Gamma’s zijn vereist.
Uitvoer is 2-fasig met 180° faseverschuiving.
B4-03 = 2
Tweebenig 120° fase-type:
Twee Combi-Gammas zijn vereist.
Uitvoer is 2-fasig van een normaal 3-fase-systeem, dus twee fases met 120°
faseverschuiving.
C Groep (INVERTER):
C1 Groep (INVERTER)
C1-01: Inverter-uitgangsspanning
Gebruik constante C1-01 om de RMS-uitgangsspanning van de INVERTER te veranderen.
C1-02: Inverter-batterij-uitschakeldrempel
Met deze instelling kan ingesteld worden onder welk niveau van de batterij-spanning de
INVERTER zal uitschakelen. Dit is nodig om te voorkomen dat te veel vermogen uit een
uitgeputte batterij wordt getrokken.
Dit spanningsniveau zal altijd lager liggen dan het Bat Low ? V Restart (C1-03) niveau.
In feite zal dit niveau altijd de Bat Low ? V Restart (C1-03) niveau veranderen.
C1-03: Inverter-batterij-inschakeldrempel
Deze instelling is afhankelijk van de batterij-uitschakeldrempel (C1-02). Met deze instel-
ling wordt de batterij spanning ingesteld waarboven de INVERTER ingeschakeld wordt.
In feite is de parameter welke veranderd wordt het verschil tussen de batterij-uitschakel-
drempel (C1-02) en de batterij-inschakeldrempel (C1-03). Het resultaat hiervan is dat als
de batterij-uitschakeldrempel (C1-02) wordt verandert, dit niveau ook verandert.
C1-05: Extra-Vermogen
Met het gebruik van deze constante C1-05 kan de Extra-Vermogen optie in- of uitge-
schakeld worden. Gebruik Extra-Vermogen om te vermijden dat een externe onderbre-
kingsschakelaar aanspreekt doordat de belasting op de Combi-Gamma te hoog wordt.
Als de belasting de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05) overschrijdt, zal de Combi-
Gamma beginnen met omvormen en zo het benodigde extra vermogen toevoegen.
* Opmerking: Als Extra-Vermogen is ingeschakeld (C1-05 = 1, initiele instelling), is er
een minimum AC-ingangsstroombegrenzing van ongeveer 2-3 Amps. Het instellen
van een lagere limiet (B2-05) dan deze minimale waarde zal leiden tot de minimale
limiet. (Opmerking: In een parallelschakeling is dit de limiet per Combi-Gamma!)
Instelling Functie
C1-05 = 0 Extra-Vermogen is uitgeschakeld.
C1-05 = 1 (Initiele instelling) Extra-Vermogen is ingeschakeld.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 61
C1-06: Extra-Vermogen-niveau
Deze instelling is een speciale instelling voor de Extra-Vermogen-stand als de Combi-
Gamma aan het laden is en, als gevolg van een plotselinge belasting, de AC–ingangs-
stroom de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05) overschrijdt, waarop de Combi-Gam-
ma zal omschakelen naar de Extra-Vermogen-stand (als C1-05 = 1)
Op dat moment is de vermogensbehoefte onbekend. De Combi-Gamma maakt een
veronderstelling betreffende de omvang van deze vermogensbehoefte. Deze waarde
is gelijk aan de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05) vermenigvuldigd met het Extra-
Vermogen-niveau (C1-06). De standaard factor is twee.
Dit zal voorkomen dat de ingangscircuit-onderbrekingsschakelaar aanspreekt, omdat
de stroom die geleverd wordt door de INVERTER minus de stroom die gevraagd wordt
door de belasting, altijd lager is dan de aanspreekdrempel van de ingangscircuit-onder-
brekingsschakelaar. Dit gebeurt natuurlijk als de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05)
juist is aangepast aan de ingangscircuit-onderbrekingsschakelaar.
Indien bijvoorbeeld, in een generator toepassing, de ingangscircuit-onderbrekingsscha-
kelaar een hogere waarde heeft dan de AC-ingangsstroombegrenzing (B2-05) (normale
belasting van generator is lager dan maximale piek belasting) en het is bekend dat de
belasting, welke is ingeschakeld, een bepaald vermogen vraagt, kan overwogen wor-
den om deze factor (C1-06) te vergroten om betere resultaten te bereiken met plotse-
linge belastingveranderingen.
D Groep LADER
D1 Groep (Lader)
D1-01: Lader
Instelling Functie
D1-01 = 0 AC CHARGER” is uitgeschakeld.
D1-01 = 1
(Initiele instelling) AC CHARGER” is ingeschakeld.
D1-02: Laadcurve
Instelling Functie
D1-02 = 1 Vast
D1-02 = 2 Adaptief
D1-02 = 3
(Initiele instelling) Adaptief + Batterij-veilig
De Vaste (D1-02 = 1) laadcurve zal een vaste Absorptietijd (D1-06) hebben.
De Adaptieve (D1-02 = 2) en Adaptieve + Batterij veilig (D1-02 = 3) curven zijn afge-
leiden van de Bulk-laadtijd . De maximale Absorptietijd van deze laadcurves wordt be-
paald door de Absorptietijd (D1-06) instelling.
De Adaptieve + Batterij veilig (D1-02 – 3) curve heeft een speciale regeling in de ab-
sorptiefase. De absorptiefase zal starten als de batterij spanning 14.4V bereikt (voor
12V batterijen) ongeacht de gespecificeerde Absorptie-spanning (D1-03). Tijdens de
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
62 090138.01
absorptiefase zal de spanning toenemen met een vaste stijlheid totdat de spanning de
herlaadspanning bereikt of de berekende absorptietijd voorbij is. In het laatste geval zal
de absorptiefase stoppen voordat de absorptie spanning is bereikt.
Ampere
Laadstroom
Laadspanning
Batterij-veilig
20 Oplaaduren of
maximale
herlaadtijd
Oplaaduren Herladen 7 dagen
beperkte
onderhouds
lading
1 uur herhaald herladen
7 dagen
beperkte
onderhouds
lading
1 dag
onder
houds
lading
Volt
Tijd
Tijd
D1-03: Herlaadspanning
Gebruik deze instelling om de herlaadspanning te specificeren.
D1-04: Herhaalde herlaadtijd
Gebruik deze instelling om de duur van de herhaalde herlaadpulsen te specificeren.
D1-05: Herlaad-herhalingsinterval
Gebruik deze instelling om het interval tussen de herhaalde herlaadpulsen te specifice-
ren.
D1-06: Maximale herlaadtijd
Indien de laadcurve vast is (D1-02 = 1) wordt deze instelling gebruikt om de absorptie-
tijd te bepalen.
In alle andere gevallen bepaalt deze instelling de maximale absorptietijd.
D1-07: Onderhoudslaadspanning
Gebruik deze instelling om de onderhoudslaadspanning te bepalen.
D1-08: Oplaadstroom
Gebruik deze instelling om de stroom te specificeren waarmee de batterij wordt opgela-
den in de oplaadfase..
* Opmerking: de werkelijke laadstroom is ook afhankelijk van andere omstandigheden.
Daarom is het onder bepaalde omstandigheden mogelijk dat de werkelijke laadstroom
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
64 090138.01
E2-02: Gedurende meer dan de Extra1-inschakelstroomvertraging in seconden.
* Opmerking: Als de instelling E1-02 = 0 sec (initiële instelling) is dan wordt de waarde
E1-01 genegeerd.
* Opmerking: Als de instelling E2-02 = 0 sec (initiële instelling) is dan wordt de waarde
E2-01 genegeerd.
E1-03: Extra1-batterij-inschakeldrempelspanning
E1-04: Extra1-inschakeldrempel-spanningvertraging
Gebruik deze instellingen om de Extra aansluiting 1 AAN te zetten als de batterijspan-
ning voor een bepaalde tijd (E1-04)lager is dan een bepaalde limiet (E1-03).
* Opmerking: Als E1-04 = 0 sec (Initiële instelling), dan wordt E1-03 genegeerd.
E1-05: Extra1-batterij-inschakel-grensspanning
E1-06: Extra1-inschakelgrens-spanningvertraging
Gebruik deze instellingen om de Extra aansluiting 1 AAN te zetten als de batterij spanning
gedurende een bepaalde tijd (E1-06)hoger wordt dan een bepaalde limiet (E1-05).
* Opmerking: Als E1-06 = 0 sec (initiële waarde), dan wordt E1-05 genegeerd.
E1-07: Extra1-inschakelontlaadtijd
Gebruik deze instelling om de Extra aansluiting 1 in te schakelen als de lader gedu-
rende een bepaalde tijd (E1-07)niet geladen heeft.
Normaal gezien gebruikt voor het genereren van een alarmsignaal.
E1-08: Extra1-AAN-Ventilatortijd
Dit zal de Extra aansluiting AAN zetten als de interne ventilator inschakelt. Dit kan ge-
bruikt worden samen met de E2-08: Ventilator UIT gedurende ? sec instelling om een
externe ventilator te draaien.
E1-09: Extra1-oplaad-bescherming
Dit zal de Extra aansluiting 1 op AAN zetten als de “oplaadbescherming” (D1-09 = 1)
wordt geactiveerd. Deze conditie zal geldig blijven zolang de AC CHARGER is uitge-
schakeld, als gevolg van dit veiligheidsmechanisme. Deze instelling kan gebruikt wor-
den om een alarmsignaal te genereren.
E1-10: Extra1- Interne-fout
Dit zal de Extra aansluiting 1 inschakelen als de Combi-Gamma uitschakelt als gevolg
van een interne alarmsituatie
E1-11: Extra1-Temperatuuroverschrijding (negeer deze instelling als E1-12=0)
E1-12: Extra1-Temperatuuroverschrijding-vertraging
Als u de Extra aansluiting 1 wilt inschakelen als er een temperatuuroverschrijdingsalarm
is, dan kan deze instelling (E1-11) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 65
normaal alarm.
Zoals met andere Extra aansluiting instellingen, moet het instellen van een vertragings-
waarde (E1-12) ook gespecificeerd worden. Dit kan met de instelling Extra1-Tempera-
tuuroverschrijding-vertraging (E1-12).
E1-13: Extra1-Batterijonderspanningsalarm (negeer deze instelling als E1-14=0)
E1-14: Extra1-Batterijonderspanningsalarmvertraging
Als u de Extra aansluiting 1 wilt inschakelen als er een batterij-onderspanningsalarm
is, dan kan deze instelling (E1-13) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of
normaal alarm.
Zoals met andere Extra aansluiting instellingen, moet het instellen van een vertragings-
waarde (E1-14) ook gespecificeerd worden. Dit kan met de instelling Uitstelwaarde voor
Extra aansluiting 1 AAN bij de instelling batterij-onderspanningsalarm (E1-14).
E1-15: Extra1-Overbelastingsalarm (negeer deze instelling als E1-16=0)
E1-16: Extra1-Overbelastingsalarmvertraging
Als u de Extra aansluiting 1 wilt inschakelen als er een overlaad alarm is, dan kan deze
instelling (E1-15) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of normaal alarm.
Zoals met andere Extra aansluiting instellingen, moet het instellen van een vertragings-
waarde (E1-16) ook gespecificeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Uitstel-
waarde voor Extra aansluiting 1 AAN bij overlaad alarm (E1-16).
E1-17: Extra1-rimpelspanningsalarm ( negeer deze instelling als E1-18= 0,)
E1-18: Extra1-rimpelspanningsalarmtijd
Als u deze wilt schakelen naar Extra aansluiting 1 wanneer er een batterij spanning
rimpel alarm is. Deze instelling (E1-17) kan gebruikt worden om te kiezen tussen een
vooralarm of normaal alarm.
Zoals met andere Extra aansluiting 2, moet het instellen van een vertragingswaarde (E1-
18) ook gespecificeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Uitstelwaarde voor
Extra aansluiting 1 AAN bij batterij spanning rimpel alarm (E1-18).
E2 Groep Extra aansluiting 1 UIT
E2-01: Extra1-belasting-uitschakelstroom
E2-02: Extra1-uitschakelstroomvertraging
Gebruik deze instellingen om naar Extra aansluiting 1 UIT te schakelen. Als de wer-
kelijke AC-uitgangsbelasting onder een bepaalde waarde (E2-01) ligt gedurende een
bepaalde tijd (E2-02).
De overeenkomstige Extra aansluiting AAN conditie is
E1-01: Belasting Hoger dan ? Amps en
E1-02: Belasting Hoger gedurende ? sec.
* Opmerking: Als de instelling E2-02 (E1-02) = 0 sec (Initiële instelling), dan wordt de
E2-01 (E1-01) genegeerd.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 67
de AC-ingangsspanning te laag is gedurende een bepaalde tijd (E2-11).
Dit niveau wordt bepaald door de AC-uitschakeldrempel (B2-01).
Gebruik deze instelling (E2-11) om het herstarten van een handmatig uitgeschakelde
generator onmogelijk te maken, als de Extra aansluiting 1 wordt gebruikt om een start-
signaal te genereren voor die generator.
E2-12: Extra1-UIT-temperatuurgrens (negeer deze instelling als E2-13 = 0))
E2-13: Extra1-temperatuurveiligtijd
Als u de Extra aansluiting 1 wilt uitschakelen als er geen overtemperatuur alarm is,
kan deze instelling (E2-12) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of normaal
alarm.
Zoals met andere Extra aansluiting instellingen, moet een vertragingswaarde ook ge-
specificeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Uitstelwaarde voor Extra aan-
sluiting 1 UIT bij Geen Overtemperatuur Alarm (E1-13).
E2-14: Extra1-UIT-Volle-batterij (negeer deze instelling als E2-15 = 0)
E2-15: Extra1-UIT-Volle-batterijtijd
Als u de Extra aansluiting 1 wilt uitschakelen als er geen lage batterij alarm is, kan deze
instelling (E2-14) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of normaal alarm.
Zoals met andere Extra aansluiting 1 instelling, moet een vertragingswaarde ook ge-
specificeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Extra1-UIT-Volle-batterijtijd bij
Geen Lage Batterij Alarm (E1-15).
E2-16: Extra1-UIT-onderbelasting ( negeer deze instelling als E2-17 = 0))
E2-17: Extra1-UIT-onderbelastingtijd
Als u de Extra aansluiting 1 wilt uitschakelen als er geen overbelasting alarm is, kan deze
instelling (E2-16) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of normaal alarm.
Zoals met andere Extra aansluiting 1 instelling, moet een vertragingswaarde ook gespe-
cificeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Uitstelwaarde voor Extra aanslui-
ting 1 UIT bij Geen Overbelasting Alarm (E1-17).
E2-18: Extra1-UIT-Onderbatterijrimpel (negeer deze instelling als E2-19 = 0)
E2-19: Extra1-UIT-Onderbatterijrimpeltijd
Als u de Extra aansluiting 1 wilt uitschakelen als er geen batterij spanning rimpel alarm
is, kan deze instelling (E2-18) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of nor-
maal alarm.
Zoals met andere Extra aansluiting 1 instelling, moet een vertragingswaarde ook gespeci-
ficeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Uitstelwaarde voor Extra aansluiting 1
UIT bij Geen Batterij spanning Rimpel Alarm (E1-19)..
E3 Groep (Instellen Extra aansluiting 2 AAN Conditie)
E4 Groep (Instellen Extra aansluiting 2 UIT Conditie)
E5 Groep (Instellen Extra aansluiting 3 AAN Conditie)
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
68 090138.01
E6 Groep (Instellen Extra aansluiting 3 UIT Conditie)
* Opmerking: De functies en instellingen van de E3, E4, E5 en E6 Groepen zijn exact
dezelfde als die van E1 en E2 Groep, dus gelieve de bovenstaande E1 en E2 Groep
beschrijvingen en instellingen te raadplegen voor E3, E4, E5 en E6 Groepen.
E7 Groep Extra aansluiting 1 Optie
E7-01: Extra1-Gebruikt
Instelling Functie
E7-01 = 0
(Initiële instelling) Het is Extra aansluiting 1 niet toegestaan actief te zijn (Idle).
E7-01 = 1 Het is Extra aansluiting 1 toegestaan actief te zijn.
E7-02: Extra1-Invers
Instelling Functie
E7-02 = 0
(Initiële instelling) Extra aansluiting 1 is normaal.
E7-02 = 1 Extra aansluiting 1 is Invert schakelaar en dat is: AAN wordt UIT en UIT
wordt ON.
Dit wordt gebruikt om de Extra aansluiting 1 te inverteren, dus AAN wordt UIT en UIT
wordt AAN. In het programma worden de labels aangepast om deze inversie weer te
geven.
E7-03: Extra1-Gebruikstijd
Gebruik constante E7-03 om de minimale AAN tijd te bepalen.
De Extra aansluiting 1 zal niet uitgeschakeld worden binnen de hier aangegeven gespe-
cificeerde tijd vanaf het moment dat alle aan condities inactief zijn.
* Opmerking: voor UIT condities met een ingestelde vertraging van 0 minuten wordt
deze instelling genegeerd.
E8 Groep Extra aansluiting 2 Optie
E9 Groep Extra aansluiting 3 Optie
* De functies en instelling van E8 en E9 zijn exact dezelfde als die van de E7 Groep,
dus gelieve de bovenstaande E7 Groep beschrijving en instelling te raadplegen voor
de E8 en E9 Groepen.
O Groep (Operator):
O1 Groep (Monitor Selectie)
O1-01: Monitor-AAN
Als de Combi-Gamma aan staat, zullen de monitor selecties getoond worden op het
LCD-scherm. U1-05 Batterij Spanning is de initieel in het scherm getoonde waarde.
Alle constanten van de U1 Groep kunnen geprogrammeerd worden (U1-01 tot en met
U-26).
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 69
O1-02: Toetsenbord-slaapstandtijd
Gebruik constante O1-02 om de idle time in te stellen als het toetsenbord niet wordt be-
diend. Als daarna weer een toets wordt ingedrukt, zal de display terugkeren naar de LCD
Monitor waarde ingesteld in constante O1-01.
Initiële instelling = 180 sec, instellings range: 10 - 600 sec.
O2 Groep (Toets Selecties)
O2-01: Toetssignaal
Instelling Functie
O2-01 = 0 Als toetsen worden ingedrukt zal het beep geluid niet worden ge-
hoord.
O2-01 = 1
(Initiële instelling)
Als toetsen worden ingedrukt zal het beep geluid worden gehoord.
O2-02: Verstreken-Tijd-Reset
Gebruik constante O2-02 om de verstreken tijd te resetten.
O2-03: Verstreken-Tijd
Instelling Functie
O2-03 = 0
(Initiële instelling) De verstreken tijd begint te tellen nadat vermogen aan is.
O2-03 = 1 De verstreken tijd begint te tellen na RUN.
O2-04: Combi-Gamma-Model
Dit is het getoonde modelnummer.
O2-06: MODE-toets-indruktijd
Gebruik constante O2-06 om de tijd in te stellen die nodig is om de MODE toets in te
drukken om van een van de vier standen over te stappen naar een andere. (Dit moet in
de STOP-stand gedaan worden)
Initiële instelling = 5 sec, instellingsbereik: 2 – 10 sec.
O2-07: RUN/STOP-toets-indruktijd
Gebruik constante O2-07 om de tijd in te stellen die nodig is om de RUN/STOP toets te
activeren.
Initiële instelling = 2 sec, instellingsbereik: 2 – 10 sec.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
70 090138.01
O2-08: Auto-Run-Keuze
Gebruik constante O2-08 om handmatige of automatische Auto Run te selecteren.
Instelling Functie
O2-08 = 0 Auto Run is actief bij het indrukken van de RUN/STOP toets
O2-08 – 1 (Initiële instelling) Auto Run is actief als het vermogen aan is.
O2-09: Scherm-slaaptijd
Gebruik constante O2-09 om de tijd in te stellen waarna, zolang de toetsen niet worden
bediend, alle LCD Display en led-indicatoren van de Combi-Gamma naar idle mode
gaan, wat alleen gebeurt als de RUN/STOP indicator actief is.
Als eenmaal een toets op het paneel is ingedrukt, zal het display weer aangaan.
Initiële instelling = 10 min, instellings range: 0 – 60 min.
U Groep (Monitor)
U1 Groep (Monitor)
U1-01: AC-ingangspanning
Gebruik U1-01 om de huidige waarde van de AC-ingangsspanning in eenheden van
0.1V te monitoren.
U1-02: AC-ingangsstroom
Gebruik U1-02 om de de huidige waarde van de AC-ingangsstroom in eenheden van
0.1A te monitoren.
U1-03: AC-uitgangsspanning
Gebruik constante U1-03 om de AC OUT spanning waarde in eenheden van 0.1V te
monitoren.
U1-04: AC-uitgangsstroom
Gebruik constante U1-05 om de huidige waarde van de AC-uitgangsspanning in eenhe-
den van 0.1A te monitoren.
U1-05: Batterij-spanning
Gebruik constante U1-05 om de huidige waarde van de batterijspanning in eenheden
van 0.1V te monitoren.
U1-06: Batterij-rimpelspanning
Gebruik constante U1-03 om de huidige waarde van de batterij-spanningsrimpel in een-
heden van 0.1V te monitoren.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 71
U1-07: Batterijstroom
Gebruik constante U1-07 om de huidige waarde van de batterijstroom in eenheden van
0.1A te monitoren.
U1-08: Bedieningsstand
Gebruik constante U1-08 om de huidige werkingsstand (MODE 1, MODE 2, MODE 3 of
MODE 4) te tonen.
U1-09: Bedieningsstatus
Er zijn 12 digits om iedere bedieningsstatus weer te geven. Gelieve OPMERKING 1 in
Hoofdstuk 5 te raadplegen.
U1-10: Status Extra Uitgang
Gebruik constante U1-10 om de AAN/UIT status van 3 sets van Extra aansluiting (RY1,
RY2, RY3) te monitoren. Gelieve OPMERKING 2 in Hoofdstuk 5 te raadplegen.
U1-11: Verstreken tijd
Gebruik constante U1-11 om de verstreken tijd te monitoren na vermogen AAN (O2-03
= 0) of na RUN (O2-03 = 1) in eenheden van 1 uur.
U1-12: Batterij-temperatuursensor
Gebruik constante U1-12 om de temperatuur te monitoren die is gemeten door de Bat-
terij Temperatuur Sensor (BTS-3) in eenheden van 1° C.
U1-13: CPU ID1
Gebruik constante U1-13 om de software versie 1 weer te geven.
U1-14: CPU ID2
Gebruik constante U1-14 om de software versie 2 weer te geven.
U1-15: Status Zonnelader
Gebruik constante U1-15 om de zonnelader status weer te geven nadat de zonnemo-
dule is aangesloten op de uitbreidingspoort (Poort C).
U1-16: Zonnestroom
Gebruik constante U1-16 om de geleverde zonnestroom in eenheden van 0.1A te mo-
nitoren.
U1-17: Geleverde zonnevermogen
Gebruik constante U1-17 om het geleverde zonnevermogen in eenheden van 1W te
monitoren.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
72 090138.01
U1-18: Zonne Ampère-uur
Gebruik constante U1-18 om de geleverde zonne-energie in eenheden van 1AH te mo-
nitoren.
U1-19: Totaal geleverde zonne-energie
Gebruik constante U1-19 om de totaal geleverde zonne-energie in eenheden van 1AH
te monitoren.
U2 Groep: Fout zoeken
U2-01: Fatale fout
Gebruik constante U2-01 om de fout te monitoren die leidde tot het stoppen van de
bediening in “Combi-Gamma”..
U2-02: Laatste fout
Gebruik constante U2-02 om de laatst geregistreerde fout te monitoren.
U2-03: AC-ingangsspanning
Gebruik constante U2-03 om de AC-ingangsspanning in eenheden van 0.1V te monito-
ren, als een fatale fout opgetreden is.
U2-04: AC-ingangsstroom
Gebruik constante U2-04 om de AC-ingangsstroom in eenheden van 0.1A te monitoren,
als een fatale fout opgetreden is.
U2-05: AC-uitgangsspanning
Gebruik constante U2-05 om de AC-uitgangsspanning in eenheden van 0.1V te monito-
ren, als een fatale fout opgetreden is.
U2-06: AC-uitgangsstroomt
Gebruik constante U2-06 om de AC-uitgangsstroom in eenheden van 0.1A te monito-
ren, als een fatale fout opgetreden is.
U2-07: Batterijspanning
Gebruik constante U2-07 om de batterijspanning in eenheden van 0.1V te monitoren,
als een fatale fout opgetreden is.
U2-08: Batterij-rimpelspanning
Gebruik constante U2-08 om de batterij-rimpelspanning in eenheden van 0.1V te moni-
toren, als een fatale fout opgetreden is.
U2-09: Batterijstroom
Gebruik constante U2-09 om de batterijstroom in eenheden van 0.1A te monitoren, als
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
74 090138.01
U2-26: Batterij-temperatuursensor
Gebruik constante U2-19 om de vermogen temperatuur te monitoren welke is opge-
spoord door batterij-temperatuursensor (BTS-3) in eenheden van 1° C als een fatale fout
opgetreden is.
U3 Groep (Foutgeschiedenis)
U3-01: Laatste fout
Gebruik constante U3-01 om de laatst opgeslagen fout in de software te monitoren.
U3-02: Foutmelding 2
Gebruik constante U3-02 om de meest recente tweede fout opgeslagen in de software
te monitoren.
U3-03: Foutmelding 3
Gebruik constante U3-03 om de meest recente derde fout opgeslagen in de software te
monitoren.
U3-04: Foutmelding 4
Gebruik constante U3-04 om de meest recente vierde fout opgeslagen in de software
te monitoren.
U3-05: Verstreken tijd 1
Gebruik constante U3-05 om de verstreken tijd te monitoren voordat de laatste fout
plaatsvindt.
U3-06: Verstreken tijd 2
Gebruik constante U3-06 om de verstreken tijd te monitoren voor de meest recente
tweede fout plaatsvindt.
U3-07: Verstreken tijd 3
Gebruik constante U3-07 om de verstreken tijd te monitoren voordat de meest recente
derde fout plaatsvindt.
U3-08: Verstreken tijd 4
Gebruik constante U3-08 om de verstreken tijd te monitoren voordat de meest recente vier-
de fout plaatsvindt.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 75
Hoofdstuk 7 Trouble Shooting Tabel
Handel als volgt voor een snelle opsporing van veelvoorkomende storingen.
DC-belastingen moeten van de batterijen ontkoppeld zijn en de AC-belastingen moeten
van de INVERTER ontkoppeld zijn, voordat INVERTER en/of batterij lader (AC CHAR-
GER) worden getest.
Raadpleeg uw Vetus® dealer als de fout niet kan worden opgelost.
Probleem of Foutbericht Oorzaak Oplossing
De “Combi-Gamma” werkt niet als
vermogen aan is.
De batterij spanning is te hoog of te
laag.
Verzekert u ervan dat de batterij
spanning binnen het juiste waar-
denbereik ligt.
Udc-UV’
Batterij under volt
‘ ’: knippert
De batterij spanning is te laag. Laadt de batterij of controleer de
batterij aansluitingen.
Udc-UV
Batterij onderspanningt
De ‘Combi-Gamma’ schakelt uit om-
dat de batterij spanning te laag is.
Laadt de batterij of controleer de
batterij aansluitingen.
‘OL’
Inverter-OverLoad
‘ ’: knippert
De belasting van de Inverter van
“Combi-Gamma” is hoger dan de
normale belasting.
Verminder de belasting.
‘OL
Inverter Overload
De INVERTER van ‘Combi-Gamma’
schakelt uit als gevolg van overma-
tige belasting.
Verminder de belasting.
OH’
Heatsink Max Temp
‘ ’: knippert
De omgevingstemperatuur is te
hoog of de belasting is te hoog.
Plaats de “Combi-Gamma” in een
koele en goed geventileerde kamer
of verminder de belasting.
OH
Heatsink Max Temp
De omgevingstemperatuur is te
hoog of de belasting is te hoog.
Plaats de “Combi-Gamma” in een
koele en goed geventileerde kamer
of verminder de belasting.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 77
De oplader functioneert niet.
De AC-ingangs spanning of -fre-
quentie is buiten bereik.
Stel vast dat de AC-ingangsspan-
ning binnen het bereik van het 220V
systeem is: 180VAC – 260VAC en
dat de frequentie overeenkomt met
de instelling.
De ‘Combi-Gamma’ interne circuit-
onderbrekingsschakelaar spreekt
aan.
Stel de interne circuitonderbrekings-
schakelaar opnieuw in.
De batterij wordt niet volledig gela-
den.
Onjuist laadvermogen. Stel het laadvermogen in op tussen
(0.1 – 0.2) x batterij capaciteit in.
Een defecte batterij aansluiting. Controleer de batterij-aansluitklem-
men.
De herlaadspanning is op een on-
juiste waarde ingesteld.
Zet de onderhoudsspanning op de
juiste waarde.
De onderhoudsspanning is inge-
steld op een onjuiste waarde.
Zet de float spanning op de juiste
waarde.
De interne DC-zekering is defect. “Combi-Gamma” is beschadigd.
De batterij is overgeladen.
De herlaadspanning is op een on-
juiste waarde ingesteld.
Zet de herlaadspanning op de juiste
waarde.
De onderhoudsspanning is inge-
steld op een onjuiste waarde.
Zet de onderhoudsspanning op de
juiste waarde.
De batterij is overgeladen
De batterij is te klein.
Verminder het laadvermogen of
gebruik een batterij met een hogere
capaciteit.
Een defecte batterij. Vervang de batterij.
De batterij is te heet. Sluit een batterij-temperatuursensor
(BTS-3) aan.
Batterij laadstroom valt naar 0A als
de absorptie spanning is bereikt.
Batterij overtemperatuur (> 50°C)
1. Laat de batterij afkoelen
2. Plaats de batterij in een koele
omgeving.
3. Controleer op kortgesloten cel-
len.
Batteij-temperatuursensor (BTS-3)
is defect.
1. Haal de batterij-temperatuursen-
sor (BTS-3) uit de Combi-Gamma
en haal de stroom weg van de
“Combi-Gamma”, wacht dan 5 se-
conden en start opnieuw op.
2. Als de “Combi-Gamma” normaal
AC CHARGE, is de BTS-3 defect en
moet vervangen worden.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
78 090138.01
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA 090138.01 79
vetus b. v. FOKKERSTRAAT 571 - 3125 BD SCHIEDAM - HOLLAND
TEL.: +31 0(0)88 4884700 - sales@vetus.nl - www.vetus.com
Printed in the Netherlands
090138.01 2017-12
74

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Vetus COMBI3012 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Vetus COMBI3012

Vetus COMBI3012 Bedienungsanleitung und Installationsanweisung - Englisch - 80 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info