97
Als alle volgende voorwaarden vervuld
zijn, is de bypass actief:
■ De buitenlucht is koeler dan de kamer-
lucht:
De buitenlucht is minstens 4 °C koeler
dan de kamertemperatuur.
■ De kamers zijn warmer dan gewenst:
De kamertemperatuur is minstens
1 °C hoger dan ”Gew. kamertempe-
ratuur” voor de ventilatie.
■ De temperatuur van de toegevoerde
lucht overschrijdt de minimumtempe-
ratuur voor passief koelen (”Min.
toev.luchtt. byp.”).
Luchtdebiet
Opdat in uw ruimten noch een onderdruk
noch een overdruk ontstaat, moet het
luchtdebiet van de toevoerlucht even
hoog zijn als het luchtdebiet van de
afvoerlucht. Dit luchtdebiet wordt door
uw installateur bij de ingebruikneming
ingesteld.
Regeling van de luchtvochtigheid en
kooldioxideconcentratie (CO
2
-con-
centratie)
Als een CO
2
-/vochtigheidssensor op het
ventilatietoestel aangesloten is, wordt
het luchtdebiet automatisch aangepast
naargelang de gemeten CO
2
-concentra-
tie en de luchtvochtigheid. De aanpass-
sing gebeurt alleen in het werkingspro-
gramma ”Ventilatie-automaat” en de
werkingsstatus ”Normaal”.
Vorstbescherming voor de warmte-
wisselaar in het ventilatietoestel
In de warmtewisselaar van het ventila-
tietoestel wordt de buitenlucht van de
afvoerlucht uit de kamers opgewarmd.
Daardoor koelt de afvoerlucht af en
water condenseert in de warmtewis-
selaar.
Bij lage buitentemperaturen kan dit con-
denswater in de warmtewisselaar
bevriezen.
Vorstbeschermingsfuncties:
■ De buitenlucht wordt door een elek-
trisch voorverwarmingsregister voor-
verwarmd, indien voorhanden (toebe-
horen).
■ Het luchtdebiet wordt gereduceerd,
evt. aan de stilstand van de ventilato-
ren.
Aanwijzing
Bij actieve vorstbeschermingsfunctie
kan de weergegeven ventilatietrap van
de ingestelde ventilatietrap afwijken. De
weergave van de ventilatietrap past zich
aan het gereduceerde luchtdebiet van
de vorstbeschermingsfunctie aan.
Luchttoevoeropwarming via het ver-
warmingscircuit 1 (ventilatieverwar-
mingscircuit)
Als in uw ventilatietoestel een hydrau-
lisch naverwarmingsregister (toebeho-
ren) ingebouwd is, is een luchttoevoer-
opwarming door de warmtepomp moge-
lijk. De in de warmtewisselaar van het
ventilatietoestel voorverwarmde buiten-
lucht wordt via het hydraulische naver-
warmingsregister door de warmtepomp
naverwarmd.
Bijlage
Verklaring van de begrippen
(vervolg)
5459 271 B/fl