Verwarmingsinstallatie vullen
!
Opgelet
Ongeschikt water bevordert afzettingen en corrosievorming en kan tot
schade aan de verwarmingsketel leiden.
&
Verwarmingstoestel voor het vullen gronding doorspoelen
&
Uitsluitend water van tapwaterkwaliteit gebruiken.
&
Vulwater met een hardheid van meer dan 16,8 °dH (3,0 mmol/l) moet
onthard worden, bijv. met een kleine onthardingsinstallatie voor ver-
warmingswater (zie prijslijst Vitoset).
&
Aan het vulwater kan een speciaal voor verwarmingstoestellen
geschikt antivriesmiddel toegevoegd worden.
1. Voordruk van het membraan-
expansievat controleren.
2. Gasafsluitkraan sluiten.
3. Verwarmingsinstallatie aan de vul-
kraan in de verwarmingsretour (op
de aansluitset of door installateur)
vullen. (Minimuminstallatiedruk
> 0,8 bar).
Aanwijzing
Als de regeling voor het vullen nog
niet is ingeschakeld, bevindt zich
de stelaandrijving van de omscha-
kelklep op de middelste stand en
de installatie wordt geheel gevuld,
4. Als de regeling voor het vullen al
ingeschakeld was:
Regeling inschakelen en vulpro-
gramma via codering ”2F:2” active-
ren.
Aanwijzing
Oproepen van codeerniveau 1 en
instellen van het codeeradres zie
pagina 38.
Functie en afloop van het vulpro-
gramma zie pagina 100.
Als het vulprogramma actief is, ver-
schijnt in het display ”bF”
(Vitotronic 100) resp. ”Vullen”
(Vitotronic 200).
5. Ketelvul- en aftapkraan sluiten.
6. Codering ”2F:0” instellen.