3
Wat te doen bij brand
Gevaar
Bij brand bestaat gevaar voor
verbranding en explosie.
■ Verwarmingsinstallatie uit-
schakelen.
■ Afsluitkleppen in de brandstof-
leidingen sluiten.
■ Gebruik een gekeurde brand-
blusser (brandklasse ABC).
Eisen aan de verwarmingsruimte
!
Opgelet
Ontoelaatbare omgevingsvoor-
waarden kunnen schade aan de
verwarmingsinstallatie veroorza-
ken en een veilige wer- king
belemmeren.
■ Zorg voor een omgevingstem-
peratuur tussen 0 ºC en 35 ºC.
■ Luchtverontreiniging door
halogeen-koolwaterstoffen
(bijv. uit verf, oplos- en schoon-
maakmiddelen) en overdreven
stofvorming (bijv. door slijp-
werkzaamheden) dient te wor-
den voorkomen.
■ Permanent hoge luchtvochtig-
heid (bijv. door het permanent
laten drogen van de was) voor-
komen.
■ Aanwezige luchttoevoerope-
ningen niet afsluiten.
Bijkomende componenten, wissel-
stukken en slijtende onderdelen
!
Opgelet
Componenten die niet met de
verwarmingsinstallatie zijn
gekeurd, kunnen leiden tot
schade aan de verwarmingsin-
stallatie of de goede werking
belemmeren.
Montage resp. vervanging uitslui-
tend door het installatiebedrijf
laten uitvoeren.
Veiligheidsaanwijzingen
Voor uw veiligheid
(vervolg)
5588 516 B/fl