36
Installatie-uitvoering
De installatie-uitvoering beschrijft de componenten van
uw verwarmingsinstallatie, bijv. verwarmingsketel, ver-
warmingscircuitpomp, mengklep, kleppen, regeling,
radiatoren, enz.
Elke verwarmingsinstallatie wordt door uw verwar-
mingsfirma aan de plaatselijke omstandigheden aan-
gepast en individueel ontworpen.
Werkingsprogramma
Met het werkingsprogramma legt u bijv. vast of u de
ruimtes wilt verwarmen en tapwater wilt opwarmen.
Werkingsstatus
Zie ”tijdsprogramma”.
Extra elektrische verwarming
Als de gewenste kamertemperatuur of de warmwater-
temperatuur niet bereikt wordt, kan een elektrische
extra verwarming (indien voorhanden) voor de naver-
warming bijgeschakeld worden.
Voorbeelden voor bijkomende elektrische verwarmin-
gen:
■
Verwarmingswaterdoorstromer:
–
voor de kamerverwarming of/en warmwaterberei-
ding
–
ingebouwd in de warmtepomp of in de aanvoer
van uw verwarmingsinstallatie
■
Elektrisch verwarmingselement:
–
voor de warmwaterbereiding
–
Ingebouwd in de warmwaterboiler
Aanwijzing
■
De permanente werking van een bijkomende elektri-
sche verwarming leidt tot tot een verhoogd stroom-
verbruik.
Vloerverwarming
Vloerverwarmingen zijn trage lagetemperatuur-verwar-
mingssystemen en reageren slechts zeer langzaam op
kortstondige temperatuurveranderingen.
De verwarming met gereduceerde kamertemperatuur
's nachts en de activering van ”Spaarwerking” bij
kortstondige afwezigheid leiden daarom niet tot een
noemenswaardige energiebesparing.
Normale stookwerking
Voor de periodes waarin u overdag thuis bent ver-
warmt u uw kamers met de normale kamertempera-
tuur. De periodes legt u met het tijdprogramma voor
verwarmen vast.
Gereduceerde stookwerking
Voor de periodes dat u afwezig bent of slaapt ver-
warmt u uw kamers met de gereduceerde kamertem-
peratuur. De periodes legt u met het tijdsprogramma
voor de kamerverwarming vast. Bij vloerverwarming
leidt de gereduceerde stookwerking slechts beperkt tot
energiebesparing (zie ”Vloerverwarming”).
Kamertemperatuurafhankelijke stookwerking
In de kamertemperatuurafhankelijke werking wordt een
kamer zo lang verwarmd tot de ingestelde kamertem-
peratuur is bereikt. Hiervoor moet een aparte tempera-
tuursensor in de kamer aanwezig zijn.
De regeling van het verwarmingsvermogen vindt onaf-
hankelijk van de buitentemperatuur plaats.
Weersafhankelijke stookwerking
Bij weersafhankelijke werking wordt de aanvoertempe-
ratuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld.
Daardoor wordt niet meer warmte opgewekt dan nodig
is om de vertrekken met de door u ingestelde kamer-
temperatuur te verwarmen.
De buitentemperatuur wordt door een buiten het
gebouw aangebrachte sensor vastgelegd en aan de
regeling van de verwarmingsketel verzonden.
Stooklijn
Het stookgedrag van uw verwarmingsketel wordt door
de inclinatie en het niveau van de gekozen stooklijn
beïnvloed.
Stooklijnen vormen het verband tussen de buitentem-
peratuur, de kamertemperatuur (gewenste waarde) en
de (verwarmingscircuit-)aanvoertemperatuur.
■
Stooklijn:
Hoe lager de buitentemperatuur, des te hoger de
aanvoertemperatuur in het verwarmingscircuit.
Om bij elke buitentemperatuur voldoende warmte ter
beschikking te hebben, moet met de omstandigheden
van uw gebouw en uw verwarmingsinstallatie rekening
worden gehouden. Hiervoor kan de stooklijn door u
worden aangepast.
Bijlage
Verklaring van de begrippen
5677 833 B/fl