13. PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem:
U kunt de mobiele telefoon niet inschakelen.
Oplossing:
Laat de telefoon minstens 15 minuten opladen, voor u nogmaals probeert in te
schakelen. Controleer of daarbij de boodschap "Opladen…" verschijnt. Zo ja, is de
telefoon bezig met opladen. Zo nee, koppel dan de lader los en sluit hem weer aan.
Controleer of nu de melding "Opladen…" verschijnt. Als u de telefoon nog steeds niet
kunt inschakelen, koppel dan de lader los, sluit hem weer aan en herhaal dit een
aantal keren. Als de melding "Opladen…" nog niet verschijnt, kunt u het beste
contact opnemen met de Vodafone Klantenservice. Als de boodschap "Batterij is vol"
verschijnt, is de batterij volledig opgeladen.
Probleem:
Batterij laag
Oplossing:
Deze boodschap wordt weergegeven als de energiereserve van de batterij te laag is.
De mobiele telefoon schakelt dan automatisch uit. Laad de batterij op.
Probleem:
De batterij laadt niet op.
Oplossing:
Controleer de netspanning en de stroomtoevoer. Gebruik indien nodig een ander
contactpunt.
Zorg voor de juiste omgevingstemperatuur, nl. tussen 5 en 40 °C.
Controleer of de stroomverbinding tussen uw mobiele telefoon en de batterij correct
werkt en reinig indien nodig de contactoppervlakken.
Mogelijk is de batterij defect. Vervang de batterij.
Probleem:
De boodschap "Plaats SIM-kaart" verschijnt.
Oplossing:
Controleer of een SIM-kaart correct is geïnstalleerd.
Controleer de toestand van de SIM-kaart.
Veeg de SIM-kaart schoon met een droge doek.
Als de kaart beschadigd is, vraag dan advies in uw Vodafone verkooppunt. Neem
contact op met de Vodafone Klantenservice, als de boodschap blijft verschijnen.
78