Steek voor het testen van kabels met RJ11-stekkers de meegele-
verde kunststof adapter in insteekvoetje 13, 14 of 16.
De aderweergave wordt dan bij 6-polige kabels met 1 ader, bij 4-
polige kabels met 2 aders naar binnen verschoven (bijv. 6-polig:
ader 2-7; 4-polig: ader 3-6).
Bij gebruik van de BNC-adapter (alleen 2-polig) worden de afzon-
derlijke aders 1 en 2 gebruikt.
De kabelbescherming wordt als „G“ of „GND“ gemarkeerd.
b) Test van geïnstalleerde kabels
- Sluit de te testen netwerk-contactdoos met een passende adapterkabel aan op
uitgangsinsteekvoetje 13.
- Breng de verbinding aan het andere einde van het netwerk op dezelfde wijze met
de externe kabelweergave tot stand.
- Schakel de kabeltester in met drukknop 9 „ON/OFF“.
- Met drukknop 15 kan de automatische of handmatige test worden geselecteerd
(zie voor werking hoofdstuk „Testen van afzonderlijke kabels“). De ingangsweer-
gave vindt hier plaats op de externe kabelweergave.
- Schakel het meetapparaat na het einde van de test altijd uit. De kabeltester heeft
geen automatische uitschakeling!
89
