g) Batterijtest
De multimeter test 1,5 V- en 9V-batterijen door middel van een kleine
belasting. Dit voorkomt een foutieve meting bij nullast en geeft een
goede indicatie over de toestand van de batterij.
„REPLACE/BAD“ geeft aan dat de batterij moet worden vervangen.
„?“ geeft aan dat de batterij uitsluitend nog geschikt is
voor verbruikers die weinig energie vergen.
„GOOD“ geeft aan dat de batterij in orde is.
Voor het testen van een batterij gaat u als volgt te werk:
-
Kies met behulp van de draaischakelaar de
meetfunctie „ “ en het meetbereik 1,5
V of 9 V.
- Sluit het zwarte meetsnoer aan op de COM-
bus (5) en het rode meetsnoer op de meet-
bus „+“ (6).
- Stel de wijzer op de nulstand in.
- Let op de correcte polariteit (rood = + / zwart
= -) en verbind beide meetpennen met de
batterij.
- Lees de toestand van de batterij af op de
schaal „BAT“.
- Draai - na het voltooien van de meting - de
draaischakelaar in de stand „OFF“ om de
multimeter uit te schakelen.