- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel het
meetapparaat uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“.
f) Capaciteitsmeting
ƽ
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en com-
ponenten evenals andere meetobjecten absoluut spannings-
loos en ontladen zijn.
Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit.
- Schakel het meetapparaat met de draaiknop in en kies het meetbereik CAP.
- Sluit de meetsnoeren zoals bij het punt weerstandsmeting beschreven, aan het
meetapparaat aan.
- Druk de MODE-toets (7) drie keer om de functie van de capaciteitsmeting bij de
VC-521 te activeren.
- In het display verschijnt de eenheid „nF“.
☞
Door de gevoelige meetingang kan bij „open“ meetsnoeren een
waarde in het display worden weergegeven. Door op de REL-toets
(8) te drukken wordt het display op „0“ gezet.
- Verbind nu de beide meetpunten (rood = pluspool/zwart = minpool) met het mee-
tobject (condensator). In het display wordt na korte tijd de capaciteit weergege-
ven. Wacht tot de displaywaarde gestabiliseerd is. Bij condensatoren >40 μF
kan dit enkele seconden duren.
- Verschijnt „OL“ (voor Overload = overloop) in het display, dan heeft u het meet-
bereik overschreden.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel het
meetapparaat uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“.
89