112
k) Vermogensmeting „W“
In het bereik van de vermogensmeting, kunnen via de meegeleverde meetadapter (17), elektronische
apparaten met netstekker tot aan een opgenomen vermogen van max. 2500 W gemeten worden. De
DMM geeft hierbij de spanning in “V”, de stroom in “A”, netfrequentie in “Hz”, het effectieve vermogen in
“W”, het schijnbaar vermogen in “VA” en de effectieve factor in “Cos-Phi” weer. De meetwaarden kunnen
na elkaar weergegeven worden.
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan
25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
De spanning in het meetcircuit mag 250 V/AC niet overschrijden De max. aansluitspan-
ning mag 2500 Watt niet overschrijden. Let bij motoraangedreven, elektronische appa-
ratuur op de verhoogde aanloopstroom.
Metingen in het >5 A-gebied mogen max. 10 seconden duren, en worden uitgevoerd
met een interval van 10 minuten.
Voor het aansluiten moet de verbruiker uitgeschakeld zijn, omdat er anders vonkvorming kan
ontstaan, wat de stekker van het apparaat en de adapter kan beschadigen. Het stroommeet-
bereik is gezekerd en dus beveiligd tegen overbelasting. Bij een overbelasting geeft de groot
vermogenszekering in het DMM een geluidssignaal af.
Voor het meten van het vermogen gaat u als
volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meet bereik “W”.
- Verbind de meegeleverde vermogensadapter
poolgericht met de meetbussen op het DMM.
Houd beslist rekening met de correcte busaan-
sluitingen. De opschriften op de adapter moeten
overeenkomen met de bussen. Let er op dat de
stekker goed zit.
- Steek de adapter met bewegingsschakelaar in
een contactdoos met beveiligingsaarde.
- Steek de te meten verbruiker in de contactdoos
van de meetadapter. Schakel de verbruiker in.
- Op het hoofdscherm word het effectieve vermo-
gen en op het kleine sub-display wordt het schijn-
bare vermogen weergegeven. Druk op de toets
“SELECT” om de verdere parameters weer te geven. Met elke keer drukken, schakelt u de meet-
waarde om.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.