115
RS232-interface
Op de bovenzijde van het meetapparaat is de optische geïsoleerde interface geïntegreerd waarmee
meetgegevens naar een pc kunnen worden overgedragen en verder kunnen worden verwerkt.
De dataverbinding kan met de optionele Seriell-datakabels (RS232 of USB), met een vrije interface aan
uw computer tot stand gebracht worden.
Schuif de bedekking van het interface (11) naar de bovenkant van de behuizing. Plaats de wigvormige
adapter van de optionele interfacekabels goed boven in de behuizingssponning (11) op het meetappa-
raat.
De interface is in normale toestand uitgeschakeld. Hou bij een ingeschakelde DMM, de toets „REL/PC“
2 s ingedrukt om deze te activeren. De activering wordt door het interfacesymbool en een korte
pieptoon gesignaleerd. Hou de toets „REL/PC“ ca. 2 s ingedrukt of schakel het DMM uit om te activeren.
De optionele datakabel verkrijgt u onder het volgende bestelnr.:
Bestelnr. 12 56 40 RS232
Bestelnr. 12 03 17 USB
Displayverlichting
Onder ongunstige lichtomstandigheden kan het display verlicht worden. De verlichting schakelt na onge-
veer 10 seconden automatisch uit.
Hou de toets “LICHT” ca. 2 s ingedrukt om het licht in te schakelen. Hou de toets “LIGHT”nogmaals 2 s
ingedrukt of schakel het DMM uit om de verlichting eerder uit te schakelen.
Reiniging en onderhoud
Algemeen
Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het
apparaat jaarlijks worden geijkt.
Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat onder-
houdsvrij.
Het vervangen van batterij en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetdraden, bijv.
op beschadiging van de behuizing of knellen van de draden enz.