119
14. VERHELPEN VAN STORINGEN
U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en
veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:
ƽ
Neem beslist de veiligheidsvoorschriften in acht!
Andere reparaties zoals hiervoor omschreven mogen alleen door een geautoriseerde vakman wor-
den uitgevoerd.
15. TECHNISCHE GEGEVENS
Aanduiding max. 100.000 counts
Meetsnelheid 3 metingen/seconde
Lengte meetsnoeren elk ca. 90 cm
Meetimpedantie 10M� (V-bereik), <100pF
Voedingsspanning 4 mignon-batterijen (type AA)
Werkomstandigheden 11 tot 30°C (<80%rF), >30 tot 40°C (<75%rF), >40 tot 50 °C (<45%rF)
Gebruikshoogte max. 2000 m
Opslagtemperatuur -20 °C tot +60 °C
Gewicht ca. 620 g
Afmetingen (lxbxh) 212 x 98 x 52 mm
Overspanningscategorie CAT III 1000 V, CAT IV 600 V, vervuilingsgraad 2
Crest-factor max 3 (CF 1,4 tot 2,0 +1%; CF 2,0 tot 2,5 +2,5%; CF 2,5 tot 3,0 +4,0%)
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De multimeter functioneert
niet.
Zijn de batterijen verbruikt? Controleer de toestand. Batterijen vervangen.
Geen verandering van
meetwaarden
Is een foutieve meetfunctie actief
(AC/DC)?
Controleer de indicatie (AC/DC) en schakel de
functie evt. om.
Steken de meetsnoeren goed in
de meetbussen?
Controleer de zitting van de meetsnoeren
Is de zekering defect? Controleer de zekeringen.
Het meetapparaat piept en
het symbool knippert.
Verkeerd aangesloten of onge-
schikte meetsnoeren
Meetsnoeren correct aan het meetapparaat
aansluiten, vervangen of meetfunctie wijzigen.