03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
87
Koplampen - lichtbundel aanpassen
Als de auto is uitgerust met actieve xenonko-
plampen en actief groot licht heeft, moet u de
lichtbundelinstelling aanpassen wanneer u
een auto voor rechtsrijdend verkeer wilt
gebruiken voor linksrijdend verkeer en
andersom.
Actieve xenonkoplampen*
Bij auto’s zonder actief groot licht* is geen
aanpassing van de lichtbundel vereist. De
lichtbundel is dusdanig dat tegenliggers niet
worden verblind.
Bij auto’s met actief groot licht is aanpassing
van de lichtbundel vereist. Bij het aanpassen
van de lichtbundel voor links- of rechtsrijdend
verkeer dient de auto stil te staan.
De lichtbundel is aan te passen in het menu-
systeem MY CAR, zie MY CAR (p. 100).
Halogeenkoplampen
Er is geen aanpassing van de lichtbundel ver-
eist. De lichtbundel is dusdanig dat tegenlig-
gers niet worden verblind.
Wissers en -sproeiers
De ruitenwisser en -sproeier reinigen de voor-
ruit en achterruit. De koplampen worden met
hogedruksproeiers gereinigd.
Ruitenwissers
24
Ruitenwissers en -sproeiers.
Regensensor aan/uit
Duimwiel gevoeligheid regensensor/snel-
heid ruitenwissers
Ruitenwissers uitgeschakeld
Haal de hendel naar stand 0 om de
ruitenwissers uit te schakelen.
Enkele slag
Haal de hendel omhoog en laat
deze los om de wissers een enkele
slag te laten maken.
Intervalstand
Met het duimwiel kunt u het aantal
wisslagen per eenheid van tijd
instellen wanneer u de intervalstand
hebt geselecteerd.
Ononderbroken wissen
De wissers bewegen op normale
snelheid.
De wissers bewegen op hoge snel-
heid.
BELANGRIJK
Controleer alvorens de ruitenwissers tij-
dens de winter in te schakelen of de wis-
serbladen niet zijn vastgevroren en de
voorruit sneeuw- en ijsvrij is.
BELANGRIJK
Gebruik voldoende sproeiervloeistof als de
wissers de voorruit schoonmaken. De
voorruit moet nat zijn als de ruitenwissers
werken.
Servicestand wisserbladen
Voor het reinigen van voorruit/wisserbladen
en het vervangen van wisserbladen, zie Wis-
serbladen (p. 368) en Wasstraat (p. 389).
24
Voor het vervangen van wisserbladen en de servicestand van de wisserbladen, zie Wisserbladen (p. 368). Voor het bijvullen van sproeiervloeistof, zie Sproeiervloeistof - bijvullen (p. 369).