13
WIELEN EN BANDEN
Banden
582
Maataanduiding voor banden
584
Maataanduiding voor wielen
585
De draairichting van de banden.
585
Slijtage-indicator van banden
586
Bandenspanning controleren
586
Bandenspanning aanpassen
587
Aanbevolen bandenspanning
588
Bandenspanningscontrolesysteem*
589
De nieuwe bandenspanning
opslaan in het controlesysteem*
591
Bandenspanningsstatus op het
middendisplay* bekijken
592
Maatregel bij een waarschuwing
voor een lage bandenspanning
592
Meldingen voor bandenspannings-
controle*
593
Wiel vervangen
594
Gereedschapsset
596
Krik*
596
Wielbouten
597
Reservewiel*
598
Reservewiel gebruiken*
599
Winterbanden
599
Sneeuwkettingen
600
Noodreparatieset voor banden
601
Noodreparatieset voor banden
gebruiken
602
Band oppompen met compressor
uit reparatieset voor banden
606
LAADMOGELIJKHEDEN,
OPBERGMOGELIJKHEDEN EN
INTERIEUR
Auto-interieur
608
Tunnelconsole
609
Stroomaansluitingen
610
Elektrische aansluitingen gebruiken
612
Dashboardkastje gebruiken
614
Zonnekleppen
615
Bagageruimte
616
Adviezen voor het vervoer van bagage
616
Lading vervoeren op het dak en op
lastdragers
617
Draagtashouders
618
Verankeringsogen
618
Doorsteekluik in achterbank*
619
EHBO-set*
619
Gevarendriehoek
619