02 Veiligheid
02
23
Veiligheidsgordel - om doen
Doe de veiligheidsgordel (p. 22) om voordat u
gaat rijden.
Rol de gordel langzaam af en maak deze vast
door de borglip in de gordelsluiting te steken.
Een duidelijke ‘klik’ geeft aan dat de gordel
vastzit.
Op de achterbank past de borglip van de vei-
ligheidsgordel alleen in de bijbehorende slui-
ting
1
.
Waar u op moet letten
De veiligheidsgordel wordt geblokkeerd en
kan niet verder worden afgerold:
•
wanneer u de gordel te snel afrolt
•
wanneer u remt of optrekt
•
als de auto sterk overhelt.
Gerelateerde informatie
•
Veiligheidsgordel - zwangerschap (p.
23)
•
Veiligheidsgordel - losmaken (p. 23)
•
Gordelspanners (p. 25)
•
Gordelwaarschuwing (p. 24)
Veiligheidsgordel - losmaken
Maak de veiligheidsgordel (p. 22) pas los als
de auto stilstaat.
Druk op de rode knop van de gordelsluiting
en laat het oprolmechanisme de gordel naar
binnen trekken. Als de gordel niet volledig
wordt opgerold, moet u de gordel handmatig
zo ver terugrollen dat deze niet langer slap
hangt.
Gerelateerde informatie
•
Veiligheidsgordel - om doen (p. 23)
•
Gordelwaarschuwing (p. 24)
Veiligheidsgordel - zwangerschap
Wanneer u zwanger bent, is het belangrijk de
veiligheidsgordel (p. 22) altijd op de juiste
manier te dragen.
De veiligheidsgordel moet strak langs de
schouder lopen, waarbij het diagonale deel
van de veiligheidsgordel tussen de borsten en
tegen de zijkant van de buik ligt.
Het heupgedeelte van de veiligheidsgordel
moet vlak tegen de buitenkant van de boven-
benen liggen en zo ver mogelijk onder de buik
liggen. Het mag nooit over de buik omhoog
kunnen glijden. De veiligheidsgordel moet zo
strak mogelijk over het lichaam lopen zonder
onnodige speling. Controleer ook of de veilig-
heidsgordel nergens gedraaid zit.
Naarmate de zwangerschap vordert moeten
zwangere bestuurders de stoel (p. 70) en
1
Bepaalde markten.