02 Veiligheid
02
31
WAARSCHUWING
•
Volvo adviseert u de reparatie uitslui-
tend door een erkende Volvo-werk-
plaats te laten uitvoeren. Een ver-
keerde ingreep in het SIPS-systeem
kan tot een onjuiste werking leiden
met ernstig letsel als gevolg.
•
Plaats geen voorwerpen in het gebied
tussen de buitenzijde van de stoel en
het portierpaneel, aangezien dit gebied
door de zijairbag kan worden beïn-
vloed.
•
Volvo adviseert om uitsluitend door
Volvo goedgekeurde overtrekbekle-
ding te gebruiken. Andere bekleding
kan de werking van de zijairbags hin-
deren.
•
De zijairbag vormt een aanvulling op
de veiligheidsgordel. Gebruik de veilig-
heidsgordel altijd.
Gerelateerde informatie
•
Airbag aan de bestuurderszijde (p. 27)
•
Passagiersairbag (p. 27)
•
SIPS-airbag (SIPS) - kinderzitje/zittingver-
hoger (p. 31)
•
Opblaasgordijnen (IC-systeem) (p. 31)
SIPS-airbag (SIPS) - kinderzitje/
zittingverhoger
De SIPS-airbags beïnvloeden de bescher-
mende werking van kinderzitje en/of zitting-
verhoger niet negatief (p. 30).
Het is mogelijk een kinderzitje/zittingverhoger
(p. 39) op de voorstoel te plaatsen, als de
auto aan de passagierszijde niet is uitgerust
met een geactiveerde airbag (p. 28).
Gerelateerde informatie
•
Passagiersairbag (p. 27)
•
Algemeen over kinderveiligheid (p. 37)
Opblaasgordijnen (IC-systeem)
Het systeem helpt voorkomen dat de bestuur-
der en eventuele passagiers bij een botsing
met hun hoofd tegen de binnenkant van de
auto slaan.
De opblaasgordijnen van het IC-systeem
(Inflatable Curtain) maken deel uit van het
SIPS-systeem (p. 30) en het airbagsysteem
(p. 26). Ze zitten verborgen achter de plafond-
bekleding langs beide zijden van de auto en
beschermen inzittenden op de buitenste zit-
plaatsen van de auto. Bij een voldoende
krachtige aanrijding reageren de sensoren,
die op hun beurt de opblaasgordijnen active-
ren.