ONDERHOUD EN SERVICE
670
Lampen vervangen
Lamptypes verschillen per model en uitrus-
tingsniveau. Als een gloeilamp
15
kapotgaat, is
deze te vervangen volgens de instructies in
de gebruikershandleiding.
Neem contact op met een werkplaats
16
, als
geen gloeilampen maar andere lampen
defect raken.
Bij een storing aan led
17
-lampen moet in de
meeste gevallen het hele lamphuis worden
vervangen.
N.B.
Neem voor informatie over lampen die in
de gebruikershandleiding niet genoemd
worden contact op met een erkende Volvo-
dealer of een erkende Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING
Bij het vervangen van een lamp moet het
elektrische systeem van de auto in contact-
slotstand 0 staan.
BELANGRIJK
Raak het glas van de gloeilampen nooit
rechtstreeks met uw vingers aan. Vet van
uw vingers wordt door de warmte ver-
dampt en zorgt voor een laagje op de
reflector die dan kapot kan gaan.
N.B.
Als een foutmelding niet verdwijnt nadat
de kapotte gloeilamp is vervangen, wordt
geadviseerd een erkende Volvo-werkplaats
te bezoeken.
N.B.
Bij de externe verlichting zoals de koplam-
pen en achterlichten kan tijdelijk condens
optreden aan de binnenkant van het lamp-
glas. Dit is een natuurlijk verschijnsel en
alle externe verlichting is erop gebouwd
om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Con-
dens verdwijnt normaal uit het lamphuis,
wanneer de lamp enige tijd brandt.
Gerelateerde informatie
•
Positie buitenverlichting (p. 671)
•
Kunststof afdekking losnemen bij vervan-
gen lamp (p. 671)
•
Dimlichtlamp vervangen (p. 672)
•
Grootlichtlamp vervangen (p. 673)
•
Dagrijlichtlamp/stadslichtlamp vóór ver-
vangen (p. 673)
•
Richtingaanwijzerlamp voor vervangen
(p. 674)
•
Lampspecificaties (p. 675)
15
Sommige auto's hebben geen gloeilampen.
16
Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
17
Lichtdiode (Light Emitting Diode)