STARTEN EN RIJDEN
}}
509
Rijden met aanhangwagen
Bij ritten met een aanhangwagen moet u op
enkele dingen letten zoals de trekhaak, de
aanhangwagen en hoe u de aanhangwagen
laadt.
Het laadvermogen is afhankelijk van het rij-
klaar gewicht van de auto. Het laadvermogen
dient te worden verminderd met de som van
het gewicht van eventuele inzittenden en dat
van gemonteerde accessoires, zoals een trek-
haak.
De auto wordt geleverd met de benodigde
randuitrusting voor het gebruik van een aan-
hangwagen.
•
De trekhaak van de auto moet van een
goedgekeurd type zijn.
•
Verdeel de lading in de aanhangwagen
dusdanig dat de druk op de trekhaak de
maximale kogeldruk niet overschrijdt. De
kogeldruk wordt tot het laadvermogen van
de auto gerekend.
•
Verhoog de bandenspanning tot de aan-
bevolen druk bij maximale belading.
•
Bij het gebruik van een aanhangwagen
wordt de motor zwaarder belast dan nor-
maal.
•
Rijd niet met een zware aanhangwagen,
wanneer de auto nog helemaal nieuw is.
Wacht hiermee totdat de auto ten minste
1000 km (620 miles) heeft gereden.
•
Bij het afdalen op lange en steile hellingen
worden de remmen veel zwaarder belast
dan normaal. Schakel dan terug naar een
lagere versnelling bij handmatig schakelen
en pas uw snelheid aan.
•
Neem de geldende bepalingen in acht ten
aanzien van de toelaatbare snelheden en
gewichten.
•
Houd een lage snelheid aan, wanneer u
met een aanhangwagen achter de auto
een lange en steile helling oprijdt.
•
De aangegeven maximale aanhangwagen-
gewichten gelden alleen voor hoogten tot
1000 m (3280 ft) boven zeeniveau. Daar-
boven zijn het motorvermogen en daar-
mee het klimvermogen van de auto
beperkt door de lagere luchtdichtheid en
moet daarom het maximale aanhangwa-
gengewicht worden beperkt. Het gewicht
voor auto en aanhangwagen moet worden
verlaagd met 10% voor iedere extra
1000 m (3280 ft), of een deel daarvan.
•
Vermijd hellingen met een percentage van
meer dan 12% bij het gebruik van een
aanhangwagen.
N.B.
Extreme weersomstandigheden, gebruik
van aan aanhangwagen of ritten op grote
hoogte zijn, in combinatie met een slech-
tere brandstofkwaliteit dan aanbevolen,
factoren die het brandstofverbruik aanzien-
lijk kunnen doen toenemen.
Aanhangwagencontact
Als de trekhaak van de auto een 13-polige aan-
sluiting heeft en de aanhangwagen een
7-polige aansluiting, hebt u een adapter nodig.
Gebruik een door Volvo goedgekeurde adap-
ter. Zorg dat de kabel niet over de grond
sleept.
BELANGRIJK
Als de motor wordt afgezet, kan de con-
stante accuspanning voor het aanhange-
rcontact automatisch worden uitgescha-
keld om de startaccu niet te ontladen.