WIELEN EN BANDEN
* Optie/accessoire.
601
Reservewiel gebruiken*
Neem voor het gebruik van het reservewiel
de volgende instructies in acht:
De afbeelding is van algemene aard, zodat de actuele
versie kan verschillen.
Het reservewiel ligt in een opbergzak die tij-
dens het rijden met twee banden aan de vloer
van de kofferbak/bagageruimte is bevestigd.
De banden moeten kruiselings over het wiel
worden gespannen en in de vier verankerings-
ogen van de auto worden vastgezet.
Gereedschap voor het verwisselen van wielen
zit onder de vloer in de kofferbak/bagage-
ruimte.
Gerelateerde informatie
•
Reservewiel* (p. 600)
•
Gereedschapsset (p. 598)
•
Wiel vervangen (p. 596)
Winterbanden
Winterbanden zijn aangepast voor winterse
omstandigheden.
Volvo adviseert winterbanden met bepaalde
afmetingen. De bandenmaat is afhankelijk van
de motorvariant. Gebruik altijd het juiste type
winterbanden op alle vier de wielen.
Tips bij het monteren van
winterbanden
Noteer bij het vervangen van de zomerbanden
door winterbanden of andersom op de banden
aan welke kant ze zaten: bijvoorbeeld L voor
links, R voor rechts.
Neem contact op met een Volvo-dealer voor
advies over de meest geschikte velgen en ban-
den.
Banden met “spikes”
Winterbanden met “spikes” moeten de eerste
5001000 km (300600 miles) rustig wor-
den ingereden, zodat de “spikes” hun positie
in kunnen nemen. Zo gaan de banden en
vooral de “spikes” langer mee.
N.B.
De wettelijke bepalingen voor het gebruik
van banden met “spikes” kunnen variëren.
Volg altijd de plaatselijke regels en wetge-
ving.
Profieldiepte
Ritten bij ijs, sneeuw(modder) en lage tempe-
raturen vergen meer van de banden dan
zomerse ritten. Daarom adviseert Volvo een
minimale profieldiepte van 4 mm (0,15 inch)
voor winterbanden.
Gerelateerde informatie
•
Wiel vervangen (p. 596)
•
Rijden tijdens de winter (p. 495)
•
Slijtage-indicator van banden (p. 588)
•
Goedgekeurde wiel- en bandenmaten
(p. 701)
•
Supportsite van Volvo Cars (p. 23)