02 Veiligheid
02
}}
33
Positie van de passagiersairbag in een auto met
het stuur rechts.
De waarschuwingssticker voor de passa-
giersairbag zit op een van de volgende twee
plekken in de auto:
Alternatief 1: Locatie van de waarschuwingsstic-
ker voor de airbag op de zonneklep aan passa-
gierszijde.
Alternatief 2: Locatie van de waarschuwingsstic-
ker voor de airbag op de portierstijl aan passa-
gierszijde. Bij het openen van het passagierspor-
tier is de sticker zichtbaar.
WAARSCHUWING
Plaats een achterstevoren gemonteerd
kinderzitje nooit op een stoel met een
geactiveerde airbag. Het niet opvolgen van
deze aanbeveling kan levensgevaarlijke
situaties voor of ernstig letsel van het kind
opleveren.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordel en airbag werken
samen. Als de gordel niet of verkeerd
wordt gebruikt, kan dit bij een botsing van
invloed zijn op het effect van de airbag.
Om geen letsel op te lopen wanneer de
airbag wordt opgeblazen, moet de passa-
gier zo rechtop mogelijk zitten met de voe-
ten op de vloer en de rug tegen de rugleu-
ning. De veiligheidsgordel moet vast zitten.
WAARSCHUWING
Plaats geen voorwerpen vóór of bovenop
het dashboard op de plek waar de airbag
voor de passagiersstoel zit.
WAARSCHUWING
Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of
op een comfortkussen voorin, wanneer de
airbag aan die kant geactiveerd is.
Laat nooit iemand voor de passagiersstoel
zitten of staan.
Personen kleiner dan 1,40 m mogen nooit
op de passagiersstoel voorin plaatsnemen,
als de airbag geactiveerd is.
Het niet opvolgen van de bovenstaande
aanbevelingen kan levensgevaarlijke situ-
aties opleveren.