INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
}}
* Optie/accessoire. 67
matische versnellingsbak - Geartronic*
(p. 280).
Controle- en waarschuwingssymbolen
Controle- en waarschuwingssymbolen, analoog instru-
ment.
Controlesymbolen
Controle- en waarschuwingssymbolen
Waarschuwingssymbolen4
Functietest
Alle controle- en waarschuwingssymbolen,
behalve de symbolen in het midden van het
bestuurdersdisplay, gaan branden in contactslot-
stand II of bij het starten van de motor. Alle sym-
bolen moeten weer uitgaan als de motor is aan-
geslagen, behalve het lampje voor de parkeerrem.
Dit gaat pas uit, als de auto van de parkeerrem
wordt gehaald.
Als de motor niet aanslaat of als de functietest
wordt uitgevoerd in contactslotstand II, gaan bin-
nen enkele seconden alle symbolen uit, behalve
het symbool voor storingen in de uitlaatgasreini-
ging en dat voor een lage oliedruk.
Gerelateerde informatie
•Instrumentenpaneel (p. 66)
•Instrumentenpaneel - betekenis controle-
symbolen (p. 71)
•Instrumentenpaneel - betekenis waarschu-
wingssymbolen (p. 73)
•Instrumentenpaneel, digitaal - overzicht
(p. 67)
Instrumentenpaneel, digitaal -
overzicht
Op het bestuurdersdisplay wordt informatie
weergegeven over bepaalde functies van de
auto en meldingen.
Bestuurdersdisplay
Bestuurdersdisplay, digitaal instrument*.
Gedetailleerder informatie vindt u onder de func-
ties die gebruik maken van het display.
Meters en wijzers
Voor het digitale instrumentenpaneel zijn ver-
schillende thema's te kiezen. De mogelijke the-
ma's zijn: "Elegance", "Eco" en "Performance".
Het is alleen mogelijk een thema te kiezen, wan-
neer de motor draait.
4Bepaalde motorvarianten hebben geen systeem dat waarschuwt bij het wegvallen van de oliedruk. Bij auto's met dergelijke motorvarianten is het symbool voor een geringe oliedruk niet in gebruik. In plaats
daarvan wordt via een displaymelding gewaarschuwd voor een lage oliedruk. Voor meer informatie, zie Motorolie - algemeen (p. 352).