||
ONDERHOUD EN SERVICE
356
Melding en grafische voorstelling op display. Het linker
display verschijnt op een digitaal instrumentenpaneel en
het rechter op een analoog.
Melding
Motoroliepeil
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duimwiel
gebruiken om het oliepeil te laten controleren
door de elektronische oliepeilsensor, zie Menu-
functies - instrumentenpaneel (p. 113).
WAARSCHUWING
Bij het verschijnen van de melding
Olieservice vereist moet u een werkplaats
opzoeken – geadviseerd wordt een erkende
Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te
hoog.
BELANGRIJK
Vul bij een melding dat het oliepeil gering
alleen de aangegeven hoeveelheid olie bij, bij-
voorbeeld 0,5 liter.
N.B.
Na het bijvullen of aftappen van olie duurt het
even voordat het systeem wijzigingen in het
oliepeil kan waarnemen. De auto moet
ca. 30 km hebben gereden en vervolgens 5
minuten op een vlakke ondergrond hebben
stilgestaan met de motor afgezet, voordat het
weergegeven oliepeil correct is.
WAARSCHUWING
Mors geen olie op de hete uitlaatspruitstuk-
ken, aangezien er dan brand kan ontstaat.
Oliepeil meten
Houd voor controle van het oliepeil de onder-
staande procedure aan.
1. Activeer sleutelstand II, zie Contactslotstan-
den - functies in verschillende standen
(p. 82).
2. Draai het duimwiel op de linker stuurhendel
naar stand Oliepeil.
> Vervolgens verschijnt informatie over het
motoroliepeil.
Voor meer informatie over de menufunc-
ties, zie Menufuncties - instrumentenpa-
neel (p. 113).
N.B.
Als niet is voldaan aan de voorwaarden voor
de meting van het oliepeil (verstreken tijd na
motoruitschakeling, hellingshoek van de auto,
buitentemperatuur et cetera), zal de melding
Niet beschikbaar niet verschijnen. Dit bete-
kent niet dat een van de autosystemen een
storing vertoont.
Gerelateerde informatie
•Motorolie - algemeen (p. 354)
•Contactslotstanden - functies in verschil-
lende standen (p. 82)