02 Veiligheid
02
32
Veiligheid - waarschuwingssymbool
Het waarschuwingslampje verschijnt, als er tij-
dens de storingsdiagnose een storing wordt
geconstateerd of als het systeem geactiveerd
is. Waar nodig verschijnt het waarschuwings-
lampje in combinatie met een melding op het
informatiedisplay van het instrumentenpaneel
(p. 66).
Gevarendriehoek en waarschuwingssymbool
voor het airbagsysteem (p. 33) op een analoog
instrumentenpaneel.
Gevarendriehoek en waarschuwingssymbool
voor het airbagsysteem op een digitaal instru-
mentenpaneel.
Het waarschuwingssymbool op het instru-
mentenpaneel gaat branden, wanneer de
transpondersleutel in sleutelstand II (p. 83)
staat. Het symbool dooft na ca. 6 seconden,
wanneer de regelmodule heeft vastgesteld
dat het airbagsysteem geen storingen ver-
toont.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje voor het air-
bagsysteem blijft branden of tijdens het rij-
den korte tijd oplicht, betekent dit dat het
airbagsysteem niet naar behoren werkt.
Het symbool kan ook duiden op een sto-
ring in de gordelspanners, het SIPS- en
het IC-systeem of op een andere storing in
het systeem. Volvo adviseert u zo spoedig
mogelijk contact op te nemen met een
erkende Volvo-werkplaats.
Als het waarschuwingssymbool niet werkt,
gaat het waarschuwingsdriehoekje branden
en verschijnt er
SRS airbag Service vereist
of SRS airbag Service spoed op het dis-
play. Volvo adviseert u zo spoedig mogelijk
contact op te nemen met een erkende Volvo-
werkplaats.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de Safety mode
(p. 43)