10 Onderhoud en service
10
339
Normale controlepunten – voor de overige
onderdelen is specialistische kennis vereist.
Controle-/vulopening koelvloeistof voor
koelsysteem en klimaatregeling.
Controle-/vulopening stuurbekrachti-
gingsvloeistof.
Motorolie bijvullen
Remvloeistof controleren/bijvullen
(bestuurderszijde)
Startaccu
Relais- en zekeringenkastje
Vulopening voor sproeiervloeistof
WAARSCHUWING
Houd het elektrische systeem van de auto
altijd in sleutelstand 0 bij werkzaamheden
in de motorruimte, zie Sleutelstanden -
functies in verschillende standen (p. 73).
Gerelateerde informatie
•
Motorkap - openen en sluiten (p. 338)
•
Motorruimte - controle (p. 339)
Motorruimte - controle
Bepaalde oliën en vloeistoffen dienen regel-
matig gecontroleerd te worden.
Regelmatig controleren
Controleer regelmatig de volgende oliën en
vloeistoffen, bijvoorbeeld tijdens het tanken:
•
Koelvloeistof
•
Motorolie
•
Stuurbekrachtigingsvloeistof
•
Sproeiervloeistof
WAARSCHUWING
Vergeet niet dat de radiateurventilator
(vóór in de motorruimte achter de radia-
teur) enige tijd na uitschakeling van de
motor automatisch kan starten.
Laat de motorreiniging altijd uitvoeren door
een werkplaats. Als de motor warm is,
bestaat er brandgevaar.
Gerelateerde informatie
•
Motorkap - openen en sluiten (p. 338)
•
Motorruimte - overzicht (p. 338)
•
Koelvloeistof - peil (p. 342)
•
Motorolie - controleren en bijvullen (p.
341)
•
Stuurbekrachtigingsvloeistof - peil (p.
344)
•
Sproeiervloeistof - bijvullen (p. 355)