||
WIELEN EN BANDEN
360
13. Schroef de luchtslang los van het bandven-
tiel en plaats het ventieldopje terug op de
band.
Duw de afdekking
12
weer op het bandventiel,
met de opening naar de naaf gericht. Twee
klikken geven aan dat de afdekking goed
vastzit.
14. Plaats de beschermdop op de luchtslang om
te voorkomen dat restanten afdichtmiddel
weglekken.
15. Leg zo spoedig mogelijk na de reparatie min-
stens 3 km af bij een snelheid van maximaal
80 km/h (50 mph), zodat het afdichtmiddel
de band kan afdichten.
N.B.
Tijdens de eerste slagen die de band rond-
draait spuit er afdichtvloeistof uit het gat.
WAARSCHUWING
Houd bij het wegrijden omstanders uit de
buurt van de auto om te voorkomen dat ze
afdichtmiddel op zich krijgen. De afstand
moet minimaal twee meter zijn.
16. Controle achteraf:
Sluit de luchtslang weer aan op het bandven-
tiel en controleer de bandenspanning met de
manometer, zie Noodreparatieset voor ban-
den - reparatieresultaat controleren (p. 360).
Gerelateerde informatie
•
Noodreparatieset voor banden (p. 356)
•
Noodreparatieset voor banden - reparatiere-
sultaat controleren (p. 360)
•
Noodreparatieset voor banden - overzicht
(p. 357)
Noodreparatieset voor banden -
reparatieresultaat controleren
Wanneer een band gerepareerd is met de nood-
reparatieset, Temporary Mobility Kit (TMK), moet
na zo'n 3 kilometer rijden een tweede controle
plaatsvinden.
Bandenspanning controleren
Neem de noodreparatieset voor banden erbij. De
compressor moet uitstaan.
1. Verwijder de ventielafdekking, zie (p. 359).
Draai het ventieldopje van de band los.
Neem de luchtslang erbij en schroef de
ventielaansluiting ervan tot aan de aanslag
vast over de draadwindingen van het band-
ventiel.
12
Alleen de 17"-velg Thia