08 Starten en rijden
08
291
Doorwaaddiepte
Wanneer u zich met de auto door een
ondiepe waterpartij begeeft, spreken we van
waden. Waden dient met de nodige voorzich-
tigheid te gebeuren.
U kunt met de auto door waterpartijen van
maximaal 25 cm diep rijden met een maxi-
mumsnelheid van 10 km/h. Wees extra voor-
zichtig bij het doorwaden van stromend
water.
Houd een lage snelheid aan tijdens het
waden en breng de auto niet in het water tot
stilstand. Trap na het passeren van de water-
partij lichtjes op het rempedaal om te contro-
leren of de remwerking in orde is. Bij water en
vuil op de remblokken kunnen er vertragingen
in de remwerking optreden.
•
Maak de aansluitingen voor de elektri-
sche motorverwarming en de aanhange-
rkoppeling schoon na ritten in water en
modder.
•
Laat de auto niet langdurig in water staan
dat tot boven de dorpelbalken – elektri-
sche storingen zijn anders niet uitgeslo-
ten.
BELANGRIJK
Als er water in het luchtfilter komt, kan er
motorschade ontstaan.
Bij een diepte groter dan 25 cm kan er
water in de transmissie komen. Het sme-
rende vermogen van de oliën neemt dan
af, waardoor de levensduur van deze sys-
temen korter wordt.
Bij een motorstop in water moet u niet pro-
beren opnieuw te starten. Laat de auto uit
het water naar de werkplaats slepen -
geadviseerd wordt een erkende Volvo-
werkplaats. Kans op motorschade.
Gerelateerde informatie
•
Bergen (p. 312)
•
Slepen (p. 310)
Oververhitting
In bepaalde omstandigheden, bij zware belas-
ting op steile hellingen en warm weer, bestaat
het gevaar dat de motor en de aandrijflijn
oververhit raken – vooral bij het vervoer van
een zware lading.
Voor informatie over oververhitting bij het
gebruik van een aanhanger, zie Rijden met
een aanhanger (p. 302).
•
Verwijder verstralers die voor de grille zit-
ten tijdens ritten bij warm weer.
•
Als de temperatuur in het koelsysteem
van de motor te hoog oploopt, gaat een
waarschuwingssymbool branden op het
informatiedisplay van het instrumenten-
paneel en verschijnt daar de melding
Motortemp. hoog Stop auto z.s.m. –
breng de auto in dat geval zo spoedig
mogelijk tot stilstand en laat de motor
enkele minuten stationair lopen zodat
deze kan afkoelen.
•
Als de displaymelding
Motortemp. hoog
Zet motor af of Koelvl.peil laag Zet
motor af verschijnt, dient u nadat de
auto tot stilstand is gekomen ook de
motor af te zetten.
•
Bij oververhitting van de versnellingsbak
wordt een ingebouwde beveiliging geacti-
veerd die er onder meer voor zorgt dat
het waarschuwingssymbool op het instru-
mentenpaneel gaat branden en op het bij-
behorende display de tekstmelding
Versn.bak heet Rijd langzamer of