||
10 Onderhoud en service
10
388
Locatie accu’s
A: Auto met stuur links. B: Auto met stuur rechts.
(1) Startaccu
19
. (2) Hulpaccu.
De hulpaccu vergt doorgaans niet meer ser-
vice dan de normale startaccu. Neem bij vra-
gen of problemen contact op met een werk-
plaats - geadviseerd wordt een erkende
Volvo-werkplaats.
BELANGRIJK
Bij het negeren van het volgende valt het
Start/Stop-systeem mogelijk tijdelijk uit na
aansluiting van een externe startaccu of
acculader:
•
De minpool van de startaccu in de
auto mag nooit worden gebruikt voor
aansluiting van een externe startaccu
of acculader – alleen het autochassis
dient als massapunt te worden
gebruikt.
Zie Starthulp met accu (p. 271) voor een
beschrijving van de locatie van de kabel-
klemmen en de manier van aansluiten.
N.B.
Als de startaccu dermate ontladen is dat
alles ‘zwart’ is en alle elektrische stan-
daardsystemen van de auto’s nagenoeg
uitgeschakeld zijn en u de motor vervol-
gens start met een externe accu of accula-
der, zal het Start/Stop-systeem actief zijn.
Auto-stop van de motor is in dat geval
mogelijk, maar het Start/Stop-systeem kan
na auto-stop van de motor mogelijk geen
auto-start uitvoeren door onvoldoende
capaciteit van de startaccu.
Voor een geslaagde auto-start ná auto-
stop dient de accu eerst te worden opge-
laden. Bij een buitentemperatuur van
+15 °C moet de accu ten minste 1 uur lang
worden opgeladen. Bij lagere buitentem-
peraturen wordt een laadduur geadviseerd
van 3–4 uur. Geadviseerd wordt de accu
op te laden met een externe acculader.
Als iets dergelijks niet voorhanden is,
wordt geadviseerd het Start/Stop-systeem
uit te schakelen totdat de startaccu vol-
doende bijgeladen is.
Voor meer informatie over het opladen van
de startaccu van de auto, zie Startaccu -
algemeen (p. 382).
Gerelateerde informatie
•
Accu - symbolen (p. 384)
19
Zie Startaccu - algemeen (p. 382) voor een uitvoerige beschrijving van de startaccu.