||
01 Inleiding
01
26
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Na een ongeval dient u de auto eerst in
een erkende Volvo-werkplaats te laten
controleren en goedkeuren, voordat u de
auto weer in gebruik neemt. Geef altijd aan
de hulpdienst door dat de auto is voorzien
van een CNG-installatie.
WAARSCHUWING
Roken en open vuur verboden tijdens het
tanken en bij service- en reparatiewerk.
Stap bij een eventuele brand onmiddellijk
uit de auto en ga op veilige afstand staan.
Probeer de CNG-installatie en/of de bijbe-
horende onderdelen onder geen beding te
demonteren of aan te passen. Anders
bestaat er groot gevaar voor lichamelijk
letsel. Laat alle service- en reparatieklus-
sen dan ook om veiligheidsredenen over
aan een gecertificeerd monteur – geadvi-
seerd wordt een erkende Volvo-werk-
plaats.
WAARSCHUWING
Als u gas in of om de auto kunt ruiken,
schakel dan onmiddellijk over op benzine
en laat de auto door de dichtstbijzijnde
gecertificeerde monteur nakijken.
Als de auto in een spuit-/moffelcabine met
droogtemperatuur hoger dan 60 °C
plaatst, mag de druk in de CNG-installatie
niet hoger zijn dan 50 bar. Controleer in
dat geval of de CNG-tank bijna leeg is.
Gerelateerde informatie
•
Autogas tanken* (p. 312)
•
Schakelaar voor rijden op gas* (p. 313)
•
Inspectie en onderhoud van het autogas-
systeem* (p. 364)