08 Starten en rijden
08
304
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Doorwaaddiepte
Wanneer u zich met de auto door een
ondiepe waterpartij begeeft, spreken we van
waden. Waden dient met de nodige voorzich-
tigheid te gebeuren.
Stapvoets kunt u met de auto door waterpar-
tijen van maximaal 25 cm (30 cm bij de XC70)
diep rijden. Wees extra voorzichtig bij het
doorwaden van stromend water.
Houd een lage snelheid aan tijdens het
waden en breng de auto niet in het water tot
stilstand. Trap na het passeren van de water-
partij lichtjes op het rempedaal om te contro-
leren of de remwerking in orde is. Bij water en
vuil op de remblokken kunnen er vertragingen
in de remwerking optreden.
•
Maak de aansluitingen voor de elektri-
sche motorverwarming* en de aanhange-
rkoppeling schoon na ritten in water en
modder.
•
Laat de auto niet langdurig in water staan
dat tot boven de dorpelbalken – elektri-
sche storingen zijn anders niet uitgeslo-
ten.
BELANGRIJK
Als er water in het luchtfilter komt, kan er
motorschade ontstaan.
Bij een diepte groter dan 25 cm (30 cm bij
de XC70) kan er water in de transmissie
komen. Het smerende vermogen van de
oliën neemt dan af, waardoor de levens-
duur van deze systemen korter wordt.
Schade aan de motor, transmissie, turbo-
compressor, het differentieel of de inwen-
dige onderdelen ervan als gevolg van
waterlekkage (hydrolock) of een tekort aan
olie valt niet onder de garantie.
Probeer de motor bij motorafslag in water
niet opnieuw te starten. Haal de auto uit
het water en breng deze naar de werk-
plaats - geadviseerd wordt een erkende
Volvo-werkplaats. Kans op motorschade.
Gerelateerde informatie
•
Bergen (p. 325)
•
Slepen (p. 322)
Oververhitting
In bepaalde omstandigheden, bij zware belas-
ting op steile hellingen en warm weer, bestaat
het gevaar dat de motor en de aandrijflijn
oververhit raken – vooral bij het vervoer van
een zware lading.
Voor informatie over oververhitting bij het
gebruik van een aanhanger, zie Rijden met
een aanhanger* (p. 315).
•
Verwijder verstralers die voor de grille zit-
ten tijdens ritten bij warm weer.
•
Als de temperatuur in het koelsysteem
van de motor te hoog oploopt, gaat een
waarschuwingssymbool branden op het
informatiedisplay van het instrumenten-
paneel en verschijnt daar de melding
Motortemperatuur hoog Stop auto
z.s.m. – breng de auto in dat geval zo
spoedig mogelijk tot stilstand en laat de
motor enkele minuten stationair lopen
zodat deze kan afkoelen.
•
Als de displaymelding
Motortemperatuur hoog Zet motor af
of Koelvloeistofpeil laag Stop auto
z.s.m. verschijnt, dient u nadat de auto
tot stilstand is gekomen ook de motor af
te zetten.
•
Bij oververhitting van de versnellingsbak
wordt een ingebouwde beveiliging geacti-
veerd die er onder meer voor zorgt dat
het waarschuwingssymbool op het instru-
mentenpaneel gaat branden en op het bij-
behorende display de tekstmelding