ONDERHOUD EN SERVICE
}}
569
BELANGRIJK
Waxen en polijsten van kunststof en rubber
onderdelen is niet toegestaan.
Bij gebruik van ontvettingsmiddel op kunst-
stof en rubber onderdelen mag u, als dat
nodig is, alleen licht wrijven. Gebruik een
zachte spons.
Bij het polijsten van glanzende strips kan de
glanzende oppervlaktelaag wegslijten of
beschadigd raken.
Gebruik geen poetsmiddelen met een schu-
rende werking.
BELANGRIJK
Was de auto bij voorkeur niet met reinigings-
middelen met een pH lager dan 3,5 of hoger
dan 11,5. Geanodiseerde onderdelen van alu-
minium zoals de dakrails en de sierlijsten rond
de zijruiten kunnen anders verkleuren.
Gebruik nooit metaalpolijstpasta op onderde-
len van geanodiseerd aluminium om verkleu-
ring en schade aan de finish tegen te gaan.
Velgen
Gebruik alleen de velgreinigingsmiddelen die
Volvo adviseert.
Sterke velgreinigingsmiddelen kunnen het opper-
vlak beschadigen en vlekken veroorzaken op ver-
chroomde lichtmetalen velgen.
Gerelateerde informatie
•
Poetsen en in de was zetten (p. 569)
•
Wisserbladen in servicestand (p. 547)
•
Automatische rem bij stilstand (p. 423)
•
Parkeerrem gebruiken (p. 421)
•
Schakelstanden van automatische versnel-
lingsbak (p. 400)
Poetsen en in de was zetten
Poets de auto en zet deze in de was, wanneer
de lak er dof uitziet of als u deze extra bescher-
ming wilt bieden. U hoeft een nieuwe auto pas
na een jaar te poetsen. In de was zetten kunt u
eerder doen. Zorg dat de auto bij het poetsen of
in de was zetten niet in direct zonlicht staat.
Was de auto en droog deze zorgvuldig af, voordat
u begint te poetsen of de was aanbrengt. Verwij-
der asfalt- en teervlekken met een teerverwijde-
raar of terpentine. U kunt hardnekkige vlekken
met een speciaal voor autolak bestemde, fijne
schuurpasta ("rubbing compound") verwijderen.
Poets de lak eerst op en behandel deze daarna
met was in vloeibare of vaste vorm. Volg de aan-
wijzingen op de verpakking nauwkeurig op. Veel
preparaten bevatten zowel poetsmiddel als was.