02 Veiligheid
02
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
45
Kinderzitje - positie
Plaats kinderzitjes/zittingverhogers (p. 40)
altijd op de achterbank als de airbag aan de
passagierszijde geactiveerd (p. 29) is. Als de
airbag wordt opgeblazen, kan een kind op de
passagiersstoel ernstig letsel oplopen.
Bij het openen van het passagiersportier is de
airbagsticker zichtbaar, zie afbeelding (p. 29).
Het volgende kan worden gebruikt:
•
een kinderzitje/zittingverhoger op de pas-
sagiersstoel zolang de airbag aan de pas-
sagierszijde gedeactiveerd is.
•
en of meer kinderzitjes/zittingverhoger op
de achterbank.
WAARSCHUWING
Zet nooit een kind in een kinderzitje op de
passagiersstoel als de airbag (SRS) is
geactiveerd.
Personen kleiner dan 1,40 m mogen nooit
op de passagiersstoel voorin plaatsnemen,
als de airbag (SRS) geactiveerd is.
Het niet opvolgen van de bovenstaande
aanbevelingen kan levensgevaarlijke situ-
aties opleveren.
WAARSCHUWING
Zittingverhogers/kinderzitjes met stalen
beugels of andere constructies die tegen
de openingsknop van de gordelsluiting aan
kunnen liggen, mogen niet worden
gebruikt aangezien ze ervoor kunnen zor-
gen dat de veiligheidsgordel per ongeluk
opengaat.
Laat het bovengedeelte van het kinderzitje
niet tegen de voorruit leunen.
Gerelateerde informatie
•
Algemeen over kinderveiligheid (p. 39)
•
Kinderzitje - bovenste bevestigingspunten
(p. 52)
•
Kinderzitje - ISOFIX (p. 48)
Kinderzitje - geïntegreerde
zittingverhoger met twee standen*
De geïntegreerde zittingverhogers op de ach-
terbank zorgen ervoor, dat kinderen comforta-
bel en veilig kunnen zitten.
De geïntegreerde zittingverhogers zijn speci-
aal ontworpen om kinderen optimale
bescherming te bieden. In combinatie met de
aanwezige veiligheidsgordels (p. 23) zijn de
kinderzitjes goedgekeurd voor kinderen met
een gewicht van 15 tot 36 kg en een lengte
van minimaal 95 cm.
Goede positie: de gordel loopt midden over de
schouder.