||
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
64
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Toerenteller. De meter geeft het motor-
toerental in duizenden omwentelingen per
minuut aan.
Schakelindicator
6
/Schakelindicator
7
. Zie
ook Schakelindicator* (p. 262),Automati-
sche versnellingsbak - Geartronic* (p.
263) of Automatische versnellingsbak -
Powershift* (p. 266).
Meters en wijzers, thema ‘Performance’.
Brandstofmeter. Wanneer de aanduiding
is gedaald tot slechts één witte marke-
ring
5
, gaat het oranje controlesymbool
voor een laag brandstofpeil branden. Zie
ook Boordcomputer - aanvullende infor-
matie (p. 116) en Brandstof tanken (p.
292).
Temperatuurmeter koelvloeistof motor
Snelheidsmeter
Toerenteller. De meter geeft het motor-
toerental in duizenden omwentelingen per
minuut aan.
Power guide. Zie ook Eco guide & Power
guide* (p. 65).
Schakelindicator
6
/Schakelindicator
7
. Zie
ook Schakelindicator* (p. 262),Automati-
sche versnellingsbak - Geartronic* (p.
263) of Automatische versnellingsbak -
Powershift* (p. 266).
Controle- en waarschuwingssymbolen
Controle- en waarschuwingssymbolen, digitaal
instrument.
Controlesymbolen
Controle- en waarschuwingssymbolen
Waarschuwingssymbolen
8
Functietest
Alle controle- en waarschuwingssymbolen,
behalve de symbolen in het midden van het
informatiedisplay, gaan branden in sleutel-
stand II of bij het starten van de motor. Alle
symbolen moeten weer uitgaan als de motor
is aangeslagen, behalve het symbool voor de
parkeerrem. Dit gaat pas uit, als de auto van
de parkeerrem wordt gehaald.
6
Handgeschakelde versnellingsbak
7
Automatische versnellingsbak
5
Wanneer de aanduiding ‘Afstand tot lege tank:’ op het display verandert in ‘
----’, wordt de markering rood van kleur.
8
Bij bepaalde motortypes is het lampje voor een lage oliedruk niet in gebruik. Er verschijnt in plaats daarvan een displaymelding, zie Motorolie - controleren en bijvullen (p. 336).