02 Veiligheid
02
31
Het SRS bestaat uit airbags en sensoren. Bij
een voldoende krachtige aanrijding reageren
de sensoren, waarna één of meer airbags
worden opgeblazen en warm worden. De air-
bags vangen de klap van de aanrijding op
voor de inzittende. Daarmee vangen de SIPS-
airbags de klap van de aanrijding op voor de
inzittende, waarna de airbags weer leeglopen.
Daarbij treedt er rookvorming in de auto op.
Dit is volkomen normaal. Het totale verloop,
van het opblazen tot het leeglopen van de air-
bag, neemt enkele tienden van een seconde
in beslag.
WAARSCHUWING
Volvo adviseert u voor reparatie contact op
te nemen met een erkende Volvo-werk-
plaats. Verkeerde ingrepen in het airbag-
systeem kunnen aanleiding geven tot sto-
ringen in de werking met mogelijk ernstig
lichamelijk letsel tot gevolg.
N.B.
De sensoren reageren verschillend, afhan-
kelijk van het verloop van de botsing en of
er al dan niet een veiligheidsgordel wordt
gebruikt. Geldt voor alle gordelposities.
Er kunnen dus ongelukken ontstaan als
slechts één (of geen) van de airbags wordt
geactiveerd. De sensoren registreren de
kracht waaraan de auto bij de botsing
wordt blootgesteld en passen zich hierop
aan, zodat één of meer airbags worden
opgeblazen.
Gerelateerde informatie
•
Airbag aan de bestuurderszijde (p. 31)
•
Passagiersairbag (p. 32)
•
Veiligheid - waarschuwingssymbool
(p. 29)
Airbag aan de bestuurderszijde
Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel
(p. 26) aan de bestuurderszijde ook een airbag
(p. 30) in het stuurwiel.
De airbag zit opgevouwen in het midden van
het stuurwiel. Het stuurwiel is voorzien van
het opschrift AIRBAG.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordel en airbag werken
samen. Als de gordel niet of verkeerd
wordt gebruikt, kan dit bij een botsing van
invloed zijn op het effect van de airbag.
Gerelateerde informatie
•
Passagiersairbag (p. 32)