VEILIGHEID
30
Veiligheidsgordel - zwangerschap
Wanneer u zwanger bent, is het belangrijk de
veiligheidsgordel (p. 28) altijd op de juiste
manier te dragen.
De veiligheidsgordel moet strak langs de schou-
der lopen, waarbij het diagonale deel van de vei-
ligheidsgordel tussen de borsten en tegen de zij-
kant van de buik ligt.
Het heupgedeelte van de veiligheidsgordel moet
vlak tegen de buitenkant van de bovenbenen lig-
gen en zo ver mogelijk onder de buik liggen. Het
mag nooit over de buik omhoog kunnen glijden.
De veiligheidsgordel moet zo strak mogelijk over
het lichaam lopen zonder onnodige speling. Con-
troleer ook of de veiligheidsgordel nergens
gedraaid zit.
Naarmate de zwangerschap vordert moeten
zwangere bestuurders de stoel (p. 85) en het
stuurwiel (p. 90) dusdanig verstellen dat ze de
auto volledig onder controle hebben (wat inhoudt
dat ze met gemak bij het stuur en de pedalen
moeten kunnen komen). Streef ernaar de afstand
tussen de buik en het stuur zo groot mogelijk te
maken.
Gerelateerde informatie
•
Veiligheidsgordel - om doen (p. 29)
•
Veiligheidsgordel - losmaken (p. 29)
Gordelwaarschuwing
Wanneer iemand de veiligheidsgordel niet
draagt, gaan er waarschuwingssymbolen bran-
den en worden er geluidssignalen afgegeven om
de bewuste persoon eraan te herinneren de vei-
ligheidsgordel om te doen (p. 29).
Of er geluidssignalen klinken, hangt af van de
snelheid. De waarschuwingssymbolen zitten op
de plafondconsole en op het instrumentenpaneel
(p. 68).
Het gordelwaarschuwingssysteem geldt niet voor
kinderzitjes.
Achterbank
De functie van de gordelwaarschuwing voor de
achterbank is tweeledig:
•
Aangeven welke veiligheidsgordel (p. 28) van
de achterbank er worden gebruikt. Bij
gebruik van de veiligheidsgordels of het ope-