INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
* Optie/accessoire.
83
Overzicht
Bedieningspaneel op middenconsole. De afbeelding is
schematisch – het aantal functies en de locatie van de
knoppen is afhankelijk van de gekozen uitrusting en de
desbetreffende markt.
Navigatie* - NAV, zie apart supplement (Sen-
sus Navigation).
Audio en media - RADIO, MEDIA, TEL*, zie
desbetreffend supplement (Sensus Infotain-
ment).
Fabrieksinstellingen - MY CAR, zie MY CAR
(p. 120).
Connected Car - *, zie desbetreffend sup-
plement (Sensus Infotainment).
Klimaatregeling (p. 132).
Parkeerhulpcamera* (p. 273) – CAM*.
Sleutelstanden
Met de transpondersleutel is het elektrische sys-
teem van de auto in verschillende standen te zet-
ten om het gebruik van verschillende functies/
systemen mogelijk te maken, zie contactslotstan-
den - functies in verschillende standen (p. 84).
Contactslot met transpondersleutel uitgetrokken/inge-
duwd.
N.B.
Bij auto's met passieve start en vergrende-
ling* hoeft u de transportsleutel niet in het
contactslot te steken, maar kunt u deze bij-
voorbeeld in een binnenzak laten zitten. Voor
meer informatie over de passieve start en ver-
grendeling, zie Keyless Drive* (p. 180).
Transpondersleutel plaatsen
1. Houd de transpondersleutel beet aan de
kant van het afneembare sleutelblad en
plaats de transpondersleutel in het contact-
slot.
2. Duw de transpondersleutel vervolgens tot
aan de aanslag in het slot.
BELANGRIJK
Vreemde voorwerpen in het contactslot kun-
nen tot functiestoringen leiden of schade aan
het slot toebrengen.
De transpondersleutel niet verkeerd om inste-
ken – pak de sleutel beet aan het uiteinde
met het afneembare sleutelblad, zie Afneem-
baar sleutelblad - verwijderen/aanbrengen
(p. 177).
Transpondersleutel uitnemen
Pak de transpondersleutel beet en trek deze uit
het contactslot.