02 Veiligheid
02
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
45
Verkeerde positie: het hoofd mag niet boven de
hoofdsteun uitsteken en de gordel mag niet
onder de schouder lopen.
Zorg alvorens weg te rijden dat:
•
de geïntegreerde zittingverhoger met
twee standen correct ingesteld zie tabel
(p. 45) en vergrendeld is
•
de veiligheidsgordel goed strak langs het
lichaam van het kind loopt en nergens
slap hangt of verdraaid is
•
de veiligheidsgordel niet tegen de nek
van het kind aankomt of onder de schou-
der langs loopt (zie voorgaande afbeel-
dingen)
•
de heupgordel laag over het bekken
loopt, zodat deze maximale bescherming
biedt.
U zet de zittingverhoger in een van de twee
standen door deze op te klappen (p. 45) of
neer te klappen (p. 47).
WAARSCHUWING
Volvo adviseert u reparatie- en vervan-
gingswerk over te laten aan een erkende
Volvo-werkplaats. Verricht geen wijzigin-
gen in of aanpassingen aan het geïnte-
greerde kinderzitje. Als een geïntegreerd
kinderzitje aan grote krachten heeft bloot-
gestaan zoals tijdens een aanrijding, moet
u het geïntegreerde kinderzitje in zijn
geheel vervangen. Ook als het geïnte-
greerde kinderzitje er intact uitziet, kunnen
er toch beschermende eigenschappen ver-
loren zijn gegaan. Het geïntegreerde kin-
derzitje moet ook worden vervangen als
het erg versleten is.
WAARSCHUWING
Als u de gebruiksinstructies voor de zit-
tingverhoger met twee standen niet
opvolgt, is het bij een aanrijding niet uitge-
sloten dat het kind ernstig letsel oploopt.
Geïntegreerde zittingverhoger met
twee standen* - uitklappen
De geïntegreerde zittingverhoger (p. 44) op de
achterbank kan in twee standen worden uit-
geklapt. In welke stand u de zittingverhoger
moet uitklappen hangt af van het gewicht van
het kind.
Stand 1 Stand 2
Gewicht 22–36 kg 15–25 kg