03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
81
Dagrijlicht
Wanneer de verlichtingsdraaiknop in stand
staat en het elektrische systeem van de
auto in sleutelstand II of als de motor loopt,
wordt in goede lichtomstandigheden automa-
tisch het dagrijlicht ingeschakeld.
Dagrijlicht DRL
Verlichtingsdraaiknop in stand AUTO.
Met de verlichtingsdraaiknop in stand
wordt het dagrijlicht (Daytime Running Lights
- DRL) automatisch ingeschakeld bij autorit-
ten overdag. Een lichtsensor boven op het
dashboard schakelt over van dagrijlicht op
dimlicht, wanneer het gaat schemeren of bij
donker weer. Overschakelen op dimlicht gaat
ook automatisch als de ruitenwissers of het
mistachterlicht zijn geactiveerd.
WAARSCHUWING
Dit is een stroombesparingsfunctie die niet
in alle gevallen kan bepalen wanneer de
omgevingsverlichting voldoende of onvol-
doende is bij mist en regen bijvoorbeeld.
Als bestuurder bent u verplicht om de ver-
lichting van de auto altijd af te stemmen op
de heersende omstandigheden en de gel-
dende verkeerswetgeving.
Tunneldetectie*
Op markten zonder automatisch dimlicht acti-
veert de tunneldetectie het dimlicht als de
auto een tunnel binnenrijdt. Ca. 20 seconden
nadat de auto de tunnel heeft verlaten, dooft
het dimlicht weer.
De functie Tunneldetectie is aanwezig op een
auto met een regensensor*. Wanneer u een
tunnel binnenrijdt, registreert de sensor dit en
wordt overgeschakeld van dagrijlicht naar
dimlicht. Ca. 20 seconden na het verlaten van
de tunnel, wordt weer overgeschakeld op
dagrijlicht. Als u na afloop van deze tijd een
andere tunnel inrijdt, blijft het dimlicht bran-
den. Op deze manier wordt voorkomen dat
de lichtinstelling van de auto te vaak wordt
gewijzigd.
Let erop dat de tunneldetectie alleen werkt,
als de verlichtingsdraaiknop in stand
staat.
Gerelateerde informatie
•
Groot licht/dimlicht (p. 82)
•
Bedieningspaneel verlichting (p. 79)