6
Alarm deactiveren zonder werkende
transpondersleutel
263
RIJHULP
Snelheidsafhankelijke stuurkracht
266
elektronische stabiliteitsregeling
266
Sportstand voor elektronische stabili-
teitsregeling
267
Symbolen en meldingen voor Elek-
tronische stabiliteitsregeling
269
Roll Stability Control
270
Snelheidsbegrenzer*
270
Snelheidsbegrenzer activeren en starten
271
Snelheidsfuncties voor de snelheids-
begrenzer
272
Snelheidsbegrenzer deactiveren/
heractiveren
272
Snelheidsbegrenzer uitschakelen
273
Automatische snelheidsbegrenzer*
274
Automatische snelheidsbegrenzer
activeren/deactiveren
275
Tolerantie voor automatische snel-
heidsbegrenzer wijzigen
276
Cruisecontrol
277
Cruisecontrol activeren en starten
277
Snelheidsfuncties voor cruisecontrol
278
Cruisecontrol deactiveren/heractiveren
279
Cruisecontrol uitschakelen
280
Adaptieve cruisecontrol*
280
Adaptieve cruisecontrol activeren en
starten*
283
Snelheidsfuncties voor adaptieve
cruisecontrol*
284
Tijdsverschil instellen voor de adap-
tieve cruisecontrol*
285
Adaptieve cruisecontrol deactiveren/
heractiveren*
286
Inhaalassistent bij de adaptieve
cruisecontrol*
287
Van doelvoertuig veranderen en
automatisch remmen met de adap-
tieve cruisecontrol
288
Beperkingen van de adaptieve
cruisecontrol*
290
Symbolen en meldingen voor de
adaptieve cruisecontrol*
291
Pilot Assist*
292
Pilot Assist activeren en starten*
295
Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist*
296
Pilot Assist deactiveren/heractiveren*
297
Automatisch remmen met Pilot Assist*
298
Beperkingen van Pilot Assist*
299
Radareenheid
301
Beperkingen van de radareenheid
302
Typegoedkeuring voor radareenheden
305
Cameraeenheid
307
Beperkingen van de cameraeenheid
308
Verkeersbordinformatie*
311