OPLADEN
Uw Volvo is uitgerust met een elektromotor die voor aandrijving zorgt
op de lagere snelheden, terwijl de benzinemotor aandrijft op de hogere
snelheden en bij een sportievere rijstijl. De laadtijd van de hybride-accu
hangt af van de laadstroom die aan het stopcontact kan worden afge-
nomen. De hybride-accu wordt ook opgeladen bij langzaam afremmen
of bij het afremmen op de motor, zoals op een aflopende helling. Alle
vormen van oplading staan aangegeven op het bestuurdersdisplay.
Laadkabel opbergen
De laadkabel zit onder een vloerluik in de bagageruimte.
Regeleenheid van de laadkabel
De bijgeleverde laadkabel is voorzien van een regeleenheid die de laad-
status aangeeft. De eenheid controleert de temperatuur en heeft een
geïntegreerde aardlekschakelaar.
Oplading starten
Wanneer de hybride-accu wordt opgeladen, wordt ook de startaccu van
de auto opgeladen.
1. Sluit de laadkabel aan op een stopcontact. Gebruik nooit een ver-
lengkabel.
2.
Stel de juiste stroomsterkte in op de regeleenheid met
en .
Weet u niet welke laadstroom u via het stopcontact kunt afnemen,
stel dan de laagste laadstroom in op de regeleenheid.
3. Verwijder de beschermdop van de laadkabelstekker en sluit de stek-
ker aan op de auto. De laadkabel wordt automatisch in de laadaan-
sluiting vastgezet en de oplading start binnen 5 seconden.
Oplading beëindigen
1.
Ontgrendel de auto met de knop
van de transpondersleutel. Het
opladen wordt beëindigd en de laadkabel komt los/wordt ontgren-
deld.
2. Koppel de laadkabel los bij de auto.
3. Plaats de afdekking op de laadaansluiting terug en sluit de klep.
4. Koppel de laadkabel los bij het stopcontact.
5. Leg de laadkabel weer onder het vloerluik in de bagageruimte.