verplaatst over het gehele bureaublad of naar elk beeldscherm in je systeem.
Open het configuratiescherm van de Wacom-tablet en controleer of de Cintiq is geselecteerd als
De opties in het vak ACTIEF GEBIED bepalen de grootte van het gebied
waarin de pen functioneert op de pendisplay.
•Met V
ERHOUDINGEN FORCEERACTIE pas je de grootte van het
actieve gebied aan om de juiste verticale en horizontale
verhoudingen tussen de Cintiq en het gehele bureaublad of het
projectiebeeldscherm te behouden. Afhankelijk van de
instellingen zijn bepaalde delen van het actieve gebied mogelijk
niet meer bruikbaar wanneer je deze optie selecteert. Als deze
optie is uitgeschakeld, worden de juiste verhoudingen niet
bewaard. Een op de pendisplay getekende cirkel kan dan
bijvoorbeeld op een projectiebeeldscherm verschijnen als een
ellips.
•Met I
NVOEGGEBIED GEBRUIKEN wordt het actieve gebied beperkt
tot een formaat van 15 x 20 cm. Als V
ERHOUDINGEN FORCEERACTIE
ook is geselecteerd, kan dit formaat kleiner zijn. Als deze optie
niet is geselecteerd, wordt er zo veel mogelijk van het gehele
actieve gebied gebruikt voor projectie naar een beeldscherm.
Je selectie wordt aangeduid met het rode vak in het schema van het
ACTIEVE GEBIED.
•Met P
ENTABLET NAAR BUREAUBLAD kun je
de schermcursor van de Cintiq naar het
gehele systeembureaublad
verplaatsen. Als je nogmaals op de
knop drukt, keert de schermcursor
terug naar de Cintiq.
•Met P
ENTABLET NAAR ANDERE SCHERMEN
kun je de schermcursor van de Cintiq
naar een ander actief pendisplay of
beeldscherm verplaatsen. De cursor
wordt om beurten verplaatst naar een
van de beeldschermen en keert
uiteindelijk terug naar de Cintiq waar de
verplaatsing begon.
Belangrijk: als je met Scherm wisselen
gebruikmaakt van toepassingsspecifieke
instellingen, moet elke toepassing in de
toepassingenlijst (waaronder A
LLE ANDERE
TOEPASSINGEN) beschikken over een
apparaatknop waaraan de functie S
CHERM
WISSELEN is toegewezen. De eenvoudigste
manier om dit te doen, is de functie S
CHERM
WISSELEN aan een ExpressKey toe te wijzen
voordat je een toepassingsspecifieke
instelling opgeeft.