In de lijst TABLET wordt er voor elke ondersteunde
pendisplay of tablet die op het systeem is
geïnstalleerd een pictogram weergegeven. Alle
instellingen die onder deze lijst staan, zijn van
toepassing op de geselecteerde pendisplay of
tablet.
• Het controlepaneel wordt niet gestart tenzij er
een ondersteunde pendisplay of tablet op de
computer wordt aangesloten.
• Alleen de instellingen van aangesloten
pendisplays of tabletten kunnen worden
bekeken of gewijzigd.
• U kunt pendisplays of tabletten alleen uit de
lijst in het controlepaneel verwijderen als deze
op uw computer zijn aangesloten.
Zie ook meerdere tabletten installeren
en de tablet
in de lijst tablet hernoemen.
Uw huidige selecties zijn
gemarkeerd.
In de lijst APPARAAT worden pictogrammen weergegeven voor de FUNCTIES van de pendisplay en voor de diverse
apparaten die op de pendisplay zijn gebruikt.
Als u de instellingen van een apparaat wilt aanpassen, klikt u op het betreffende pictogram in de lijst A
PPARAAT.
De juiste tabbladen worden dan weergegeven. Zie de cintiq-functies aanpassen
en de pen aanpassen.
Opmerking: wanneer de pen voor het eerst op de pendisplay wordt gebruikt, wordt deze automatisch aan de
lijst A
PPARAAT toegevoegd en zijn de standaardinstellingen van kracht.
Zie ook meerdere apparaten gebruiken
.
In de lijst T
OEPASSING kunt u de APPARAATinstellingen definiëren die alleen voor een bepaalde toepassing gelden.
Zie toepassingsspecifieke instellingen
.