8
Aerobic training
Aerobic training is gerelateerd aan het proces dat het lichaam energie genereert om te
kunnen functioneren. De standaard brandstoffen die het lichaam gebruikt om energie
op te wekken zijn, vet, proteïne en koolhydraten. Deze brandstoffen kunnen worden
omgezet in energie door gebruik te maken van een van de twee volgende processen,
het aerobic metabolisch proces en het anaerobic metabolisch proces.
Het aerobic proces gebruikt zuurstof als brandstof (aangevoerd door de stroming van
het bloed) en produceert hierdoor de volgende bijproducten: koolstofdioxide en water,
welke worden uitgescheiden door ademhaling en zweten. Het aerobic proces levert de
meerderheid van energie dat gebruikt word voor de traag reagerende spiervezels
(cruciaal voor uithoudingsvermogen).
Het anaerobic proces vindt plaats als er niet voldoende zuurstof in het bloed zit om de
energie te leveren voor een aerobic training.
Dit proces verbruikt koolhydraten omdat het een primaire brandstof is en er een tekort
aan zuurstof is in het bloed. Dit proces levert wel het bijproduct melkzuurzout op.
Het is melkzuurzout wat ervoor zorgt dat de spieren pijn gaan doen en vermoeid
aanvoelen bij overbelasting. Het anaerobic proces levert de meerderheid van de
energie dat gebruikt word door de snel reagerende spiervezels (cruciaal voor
krachttraining).
Wanneer we beginnen met trainen word er voornamelijk conditioneel energie
aangemaakt tot het ademhalingssysteem en hart- en bloedvaten reageren en de nodige
zuurstof verbruiken. Voor conditie energieproductie, vanaf dit moment het verhogen
van de ademhaling en de hartslag. Wanneer het zuurstofverbruik voldoende is, wordt
de meeste energie conditioneel aangemaakt, en het balans conditioneel aangevuld. De
melkzuren ontstaan uit deze conditionele productie wordt makkelijk verbrand door de
organen, een aanval op je uithoudingsvermogen vermijdend.
Als de trainings intensiteit verhoogt, zal de mogelijkheid van de spieren om
conditionele energie te produceren een limiet bereiken (bepaald door de capaciteit van
de ademhalingssysteem en hart en –bloedvaten om aanvullende zuurstof toe te
voegen) Op dit moment kan het lichaam geen aanvullende zuurstof meer toevoegen,
en de energieproductie wordt conditioneel. Dit keerpunt is de maximale conditie-
uitvoer en wordt de conditiedrempel genoemd. Training boven dit niveau veroorzaakt
een snelle opbouw van melkzuren, wat leidt tot spiervermoeidheid, en dus het
stopzetten van de training.
Kennis van het conditionele / onconditionele proces is essentieel voor het succesvol
verkrijgen van het trainingsdoel. Vetverbranding (Gewichtsvermindering),
cardiotraining(Hart- en bloedvaten of uithoudingsvermogenfitness), en
conditietraining (uitputtingsvermogen uitstellen) vertrouwen allemaal op de manier
waarop het lichaam energie ontwikkelt.
Gewichtshandhaving